BASISWetGEVING

17 maart 1993 - Wet betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten.

Algemeen

Binnen het Plantenfonds werd een solidariteitsfonds opgericht voor de aardappelproducenten. Dankzij de bijdragen van de aardappeltelers kan het Plantenfonds schadeloosstellingen uitkeren aan producenten die door de overheid verplicht worden om besmette partijen aardappelen te vernietigen, te denatureren of te verwerken om schadelijke organismen te bestrijden. Bovendien kan het fonds sinds 1 januari 2016 ook de  directe waardeverliezen van onbruikbaar en waardeloos geworden gecertificeerde pootaardappelen vergoeden nadat ze werden geblokkeerd door het FAVV, op het einde van het plantseizoen, in afwachting van de definitieve analyseresultaten van monsters.

Terwijl momenteel enkel de aardappelproducenten kunnen vergoed worden voor hun partijen die besmet zijn door sommige schadelijke organismen (meer informatie over dit onderwerp is beschikbaar op de pagina "Solidariteitsfonds voor aardapelproducenten"), biedt de wettelijke basis de mogelijkheid om dit uit te breiden tot andere sectoren. Daartoe werd door de FOD een enquête uitgevoerd bij verschillende doelgroepen om de behoeften van de plantensector te identificeren in het kader van het plantenfonds en zijn evolutie.

Uit deze enquête bleek een mogelijke belangstelling van de sector sierplanten en boomkwekerijen. Daarom heeft de Raad van het Plantenfonds een werkgroep  opgericht om de mogelijkheid van de oprichting van een solidariteitsfonds voor deze sector en het belang van de betrokken subsectoren te onderzoeken.

Aangezien er geen consensus tussen de verschillende subsectoren kon worden gevonden, is de werkgroep sinds eind 2018 op stand-by.

Het Plantenfonds blijft openstaan voor voorstellen van potentieel geïnteresseerde sectoren.

Transparantie over de toegekende vergoedingen door het solidariteitsfonds aardappelen

Vermits het solidariteitsfonds aardappelen (Plantenfonds) wordt beschouwd als een staatssteun, moet elke vergoeding aan een aardappelproducent in overeenstemming zijn met Verordening (EU) nr. 702/2014.

De reglementering over staatssteun is een bevoegdheid van de Europese Commissie die erop toeziet dat deze steun geen discriminatie tussen de ondernemingen teweegbrengt en bijgevolg de mededinging niet vervalst.

Voor elke individuele steunverlening van meer dan 60.000 EUR moet België sinds 1 juli 2016 bepaalde informatie publiceren op een uitgebreide staatssteunwebsite: de identiteit van de begunstigde van de steun, het soort onderneming (KMO/grote onderneming), de vorm en het bedrag van de steun, de datum van toekenning van de steun, de regio waar de begunstigde is gevestigd. Deze informatie is vermeld in artikel 9, lid 2, en bijlage III van Verordening (EU) nr. 702/2014 van 25 juni 2014 en in punt 128 van de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouwsector 2014-2020 (2014/C 204/01) van 1 juli 2014.

Op Belgisch niveau bevindt al deze informatie zich op de website van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.

Meer informatie over het Solidariteitsfonds voor aardappelproducenten vindt u onder de rubriek "Solidariteitsfonds voor aardappelproducenten".