Al voldoen mobiele telefoons aan de normen, toch zijn er factoren die een voorzichtig gebruik en verder onderzoek naar mogelijke gezondheidseffecten van deze technologie verantwoorden. Zo zijn er op dit ogenblik enkele wetenschappelijke aanwijzingen voor een mogelijk verhoogd risico op hersenkanker bij langdurig intensief gebruik.

Volgens de conclusie van de Wereldgezondheidsorganisatie, meer bepaald het Internationale Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC, International Agency for Research on Cancer), zou het kunnen dat er een verhoogd risico op hersenkanker is bij het intensieve gebruik van een mobiele telefoon. De IARC heeft radiogolven daarom geklasseerd als ‘mogelijk kankerverwekkend bij mensen’.

De conclusie van de IARC werd getrokken na een gezamenlijke analyse van beschikbare epidemiologische studies en onderzoek op dieren en cellen. In de meeste studies waren geen indicaties gevonden van een verhoogd risico op hersenkanker, terwijl twee grote studies (het internationaal onderzoek Interphone en een Zweedse meta-analyse *) hebben gewezen op een verhoogd risico op bepaalde vormen van hersentumoren, bij langdurig gebruik van een mobiele telefoon (totale tijd van gebruik meer dan 1500-2000 uur). Ook onderzoek op dieren heeft ‘beperkte aanwijzingen’ geleverd voor een mogelijk verband.

Goed om te weten

De classificatie 2B, ‘mogelijk kankerverwekkend bij mensen’, wordt toegekend aan omgevingsfactoren en stoffen die ‘beperkte epidemiologische aanwijzingen’ opleveren in verband met kanker. Bij ‘beperkte aanwijzingen’ is het nog mogelijk dat het gevonden verband slechts schijnbaar is, en dat toeval of een vertekening de resultaten kleurt. Het niveau van zekerheid wanneer iets is geklasseerd als ‘mogelijk kankerverwekkend bij mensen’ (2B) is lager dan in het geval van de classificaties ‘kankerverwekkend’ (1)  en ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ (2A). Wanneer men nog minder aanwijzingen heeft wordt een stof als ‘niet te klasseren’ (3) beschouwd. Ten slotte is er nog de classificatie  ‘waarschijnlijk niet kankerverwekkend’ (4).

De IARC onderstreept dat verder onderzoek nodig is en adviseert ondertussen de blootstelling aan gsm-straling klein te houden door een oortje te gebruiken of te sms’en. Meer tips vindt u terug in de rubriek “Tips voor verstandig gebruik”.

Vormen andere bronnen van radiogolven ook een mogelijk risico?

De conclusie van de IARC is in eerste instantie gebaseerd op de studies over mobiele telefoons en in mindere mate over draadloze huistelefoons. Over zendmasten van mobiele telefonie kon de IARC geen specifieke uitspraken doen. Het agentschap vindt het onderzoek hierover niet voldoende om er conclusies uit te trekken.

Goed om te weten

De blootstelling aan radiogolven afkomstig van zendmasten is meer dan 10.000 keer kleiner dan de blootstelling bij gebruik van mobiele telefoons, maar heeft een continu karakter.

 

* Een meta-analyse is een onderzoek waarin onderzoeken van een bepaald fenomeen worden samengevoegd om één uitkomst te verkrijgen, die nauwkeuriger is dan de uitkomst van elk onderzoek apart. Door de resultaten uit verschillende onderzoeken gezamenlijk te analyseren kunnen uitspraken gedaan en inzichten verkregen worden die op basis van elk van de afzonderlijke onderzoeken niet mogelijk waren.