Hormoonverstoorders komen regelmatig in de media vanwege hun potentieel schadelijke impact op de menselijke gezondheid – met name bij zwangere vrouwen en jonge kinderen –  en op het milieu. Daarom vormen hormoonverstoorders een belangrijke uitdaging voor de volksgezondheid. Om de problematiek van hormoonverstoorders aan te pakken, hebben de Belgische en Europese autoriteiten verschillende maatregelen uitgewerkt. Hoewel ze alomtegenwoordig zijn in ons dagelijkse leven, zijn hormoonverstorende stoffen  toch weinig bekend bij het grote publiek. 

Definitie en werkingsmechanismen van de hormoonverstoorders

Wat is een hormoonverstoorder? 

Een hormoonverstoorder (HV) is een niet door het menselijk lichaam geproduceerde chemische stof of mengeling van chemische stoffen (van natuurlijke of kunstmatige oorsprong), die de werking van ons endocriene systeem (of de hormoonhuishouding) verstoort. HV hebben schadelijke gevolgen voor de gezondheid van het blootgestelde organisme of die van de volgende generatie(s). Op milieuvlak worden de schadelijke effecten duidelijk binnen een populatie of een subpopulatie van een welbepaalde soort. 

Het endocrien systeem 

Het endocriene systeem bestaat uit een geheel van klieren die verantwoordelijk zijn voor  het produceren en afscheiden van hormonen in het bloed. De hormonen brengen via receptoren (ontvangers) en boodschap over aan de doelwitorganen. De hormoon-receptorinteractie kan worden vergeleken met een systeem van sleutels: elk hormoon past als een sleutel op een bepaalde receptor of slot. Hormonen spelen een belangrijke rol in tal van biologische en fysiologische functies. Zij regelen talrijke functies van ons lichaam, zoals de groei, de lichaamstemperatuur, het metabolisme, honger of verzadiging, slaap, libido, bloedsuikerspiegel (via de insulinespiegel), de hartslag, enz.  

Hoe werkt een HV?

HV kunnen de werking van het endocrien systeem op verschillende manieren verstoren: 

  • De hormoonverstoorders kunnen zich aan de receptoren in ons lichaam binden, waardoor ze de werking van de hormonen in het lichaam blokkeren.​
  • De hormoonverstoorder kan de productie en het transport van hormonen naar de doelorganen verstoren.
  •  De hormoonverstoorder kan epigenetische veranderingen veroorzaken, dit zijn  erfelijke veranderingen in de genexpressie. 


Toxiciteitsmechanismen van de HV

De toxiciteit van een stof is de mate waarin zij schadelijke biologische effecten kan veroorzaken in een eraan blootgesteld levend organisme. De conventionele toxicologie is gebaseerd op het idee dat de dosis bepaalt of een stof al dan niet schadelijke effecten veroorzaakt. Directe giftigheid of acute toxiciteit verwijst naar schadelijke effecten die zich voordoen na één enkele blootstelling of binnen enkele uren/dagen na toediening. Chronische (langdurige) toxiciteit verwijst naar de schadelijke effecten die optreden na langdurige blootstelling van een bepaalde stof. Een voorbeeld van chronische toxiciteit vinden we bij langdurige blootstelling aan hormoonverstoorders, waarvan wordt aangenomen dat ze alomtegenwoordig zijn in ons milieu.  

Het effect van HV is echter niet altijd dosisafhankelijk. Soms kunnen  zelfs contra-intuïtieve effecten worden waargenomen (een aanzienlijk effect bij zeer lage dosissen en een geringer effect bij hogere blootstellingen). Daarnaast bevatten HV ook enkele chemische stoffen die door ons lichaam moeilijk kunnen worden geëlimineerd (bioaccumulatie). Tot slot veroorzaken sommige HV epigenetische veranderingen die kunnen leiden tot transgenerationele effecten die meerdere generaties kunnen aanhouden. 

Identificatie van de HV



Van een groot aantal chemische stoffen wordt vermoed dat  ze mogelijk een hormoonverstorende werking hebben. Van de 120.000 chemische stoffen die door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) opgenomen zijn, werden reeds een honderdtal stoffen als hormoonverstoorders geïdentificeerd. Van nog eens duizend stoffen wordt aangenomen dat ze potentieel hormoonverstorend zijn. Het aantal schadelijke stoffen waaraan de Europese bevolking wordt blootgesteld, blijft toenemen,  evenals het risico op accidentele verontreiniging. De beheersing van deze nieuwe risico's en de vermindering van langdurige en herhaalde blootstelling aan HV zijn prioritaire uitdagingen voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu. 

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu werkt mee  aan de evaluatie van stoffen die hormoonverstoorders kunnen zijn. Op die manier draagt de FOD Volksgezondheid bij  tot de identificatie van hormoonverstoorders op Europees niveau. België levert ook een actieve bijdrage aan de evolutie van de Europese wetgeving ter bescherming van de gezondheid en het milieu tegen de schadelijke effecten van hormoonverstoorders. 

Samen met de Europese Agentschappen en de andere lidstaten werkt de FOD Volksgezondheid mee aan het evalueren van stoffen die hormoonverstorend kunnen zijn. 

De website internet edlists.org

Informatie over stoffen waarvoor op Europees of nationaal niveau hormoonverstorende eigenschappen zijn vastgesteld, kan worden teruggevonden op de website  www.edlists.org. Deze website wordt van informatie voorzien door de Belgische, Deense, Franse, Nederlandse, Spaanse en Zweedse autoriteiten. De website bevat 3 lijsten van stoffen:  

  • Lijst III: Stoffen waarvoor een deelnemende nationale autoriteit de hormoonverstorende eigenschappen heeft beoordeeld, op basis van wetenschappelijk bewijs 
  • Lijst I: Stoffen die op EU-niveau zijn geïdentificeerd als hormoonverstoorder 
  • Lijst II: Stoffen die op grond van een Europese wetgeving worden beoordeeld voor hun hormoonverstorende eigenschappen 

Voorbeelden van in Europa geïdentificeerde HV

4-(1,1,3,3-tetramethylbutyl)fenol was de eerste HV die in december 2011 werd geïdentificeerd als een 'Substance of Very High Concern' (SVHC), volgens de REACH-verordening. Sindsdien zijn veel stoffen als HV geïdentificeerd, zoals: 

  • veel fenolen, waaronder Bisfenol-A (CAS 80-05-7), Bisfenol-B (CAS 77-40-7) en Fenol, dodecyl-, vertakt (CAS 121158-58-5), onder REACH; 
  • bepaalde ftalaten, onder REACH: Benzylbutylftalaat (BBP) (CAS 85-68-7), DiEthylHexylftalaat (DEHP) (CAS 117-81-7), Dibutylftalaat (DBP) (CAS 84-74-2), Dicyclohexylftalaat (DCHP) (CAS 84-61-7) en DiIsoButylftalaat (DIBP) (CAS 84-69-5); 
  • 3-benzylidene camphor (CAS 15087-24-8), onder REACH; 
  • Butylparaben (CAS 94-26-8), onder REACH; 
  • Polyethylene glycol p-(1,1,3,3-tetramethylbutyl)phenyl ether (CAS 9002-93-1), onder REACH; 
  • Tris(nonylphenyl) phosphite (CAS 26523-78-4), onder REACH; 
  • Cholecalciferol (CAS 67-97-0), als een biocide; 
  • Mancozeb, als een pesticide; 
  • … 
Blootstelling aan HV

Waarin worden HV aangetroffen?

De  HV kunnen aanwezig zijn in: 

  • alledaagse consumptiegoederen (bv. voedselverpakkingen, cosmetica, schoonmaakproducten, textiel, speelgoed, geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, meubilair, keukengerei, verf, lijm, insecticiden, ...);  
  • levensmiddelen (bv. chemische stoffen die vrij komen uit verpakkingen, residuen van hormonen of geneesmiddelen in vlees, residuen van bestrijdingsmiddelen of zware metalen in vlees, vis, granen, groente of fruit); 
  • het leefmilieu (lucht, water, bodem en planten). 

Blootstellingswijzen aan HV

Een organisme kan op verschillende wijzen worden blootgesteld aan hormoonverstoorders: 

  • door inademing (bv. chemische aerosolen, verf ...); 
  • door orale inname, door inname van voedsel (bv. door synthetische verpakkingen, inkt, lijmen, gerecycleerd papier en karton, lakken, HV die van nature in bepaalde levensmiddelen voorkomen, levensmiddelenadditieven, …), door gebruik van geneesmiddelen of door het zuigen op bepaalde voorwerpen (bv. kinderen die speelgoed in hun mond stoppen of bodemdeeltjes); 
  • door huidcontact (bv. cosmetica en verzorgingsproducten, bouwmaterialen, textiel, antibacteriële middelen, brandvertragers in matrassen, tapijten of kinderzitjes, ...); 
  • via de bloedbaan (bv. blootstelling van de foetus via de placenta van de moeder). 

Kritieke blootstellingsperioden aan HV en kwetsbare bevolkingsgroepen

 

De toxiciteit van HV is ook  afhankeliijk van de periode waarin de betrokkene wordt blootgesteld. De kwetsbaarheid voor hormoonverstoorders is verbonden aan specifieke fase in de ontwikkeling van een organisme. De meest kwetsbare periode is de prenatale periode



Bij dieren behoren drachtige wijfjes, foetussen en zich ontwikkelende jongen tot de meest kwetsbare organismen. Bij de mens, behoren zwangere vrouwen en ongeboren kinderen tot de meest kwetsbare individuen. Ook premature baby’s en jonge kinderen en jongeren in de pubertijd lopen een verhoogd risico.

Een verstoring van het hormonale systeem, in het bijzonder gedurende bepaalde ontwikkelingsfasen (bv. tijdens de vorming van de geslachtsorganen bij de foetus) kan onomkeerbare gevolgen hebben. De gevolgen kunnen meteen duidelijk zijn of pas enkele jaren na de blootstelling zichtbaar worden. Bovendien kunnen de effecten van HV in bepaalde gevallen op volgende generaties worden overgedragen.   

Daarnaast behoren ook mensen met een genetische aanleg om bepaalde vormen van kanker te ontwikkelen en patiënten die lijden aan een hormoongevoelige kanker tot de kwetsbare personen. Het gaat onder meer om kankerpatiënten die worden behandeld met chemotherapie en/of hormoontherapie. 

Daarnaast kunnen bepaalde bevolkingsgroepen kwetsbaar zijn omwille van het verhoogd risico op blootstelling aan chemische stoffen, bijvoorbeeld door in gebieden te wonen met een hoge concentratie aan verontreinigende stoffen. 

Effecten van HV op de menselijke gezondheid en het leefmilieu

De belangrijkste gezondheidsproblemen die door blootstelling aan HV worden veroorzaakt, zijn problemen bij de ontwikkeling van de hersenen, vruchtbaarheidsproblemen, autisme, obesitas, diabetes en kanker.

Hoewel de oorzaak van bepaalde ziekten vaak multifactorieel is, zijn er steeds meer aanwijzingen dat de opname van HV in het lichaam effecten heeft op:

  • het voortplantingssysteem: genitale misvormingen, cryptorchisme bij pasgeborenen, puberteitsstoornissen, slechte kwaliteit van het sperma, laag androgeen gehalte, teelbal- of prostaatkanker, baarmoederfibromen, endometriose, goedaardige borstproblemen (cysten), borst- of baarmoederhalskanker, vruchtbaarheidsproblemen; 
  • het immuunsysteem: verstoringen van het immuunsysteem, auto-immuunziekten, kanker; 
  • het cardiopulmonale systeem: hypertensie, beroerte, astma; 
  • het zenuwstelsel: een verlaging van het intelligentiequotiënt (IQ), cognitieve problemen, autisme, 'Attention Deficit Hyperactivity Disorder' (ADHD), mentale aandoeningen, ziekte van Alzheimer, ziekte van Parkinson; 
  • de groei :het metabolisme, obesitas, diabetes type 2; 
  • de schildklier: schildklierafwijkingen.  
 

Effecten op het leefmilieu


 

Talrijke chemische stoffen voor huishoudelijk, industrieel of landbouwkundig gebruik kunnen gevolgen hebben voor het milieu.  Het gaat bijvoorbeeld om stoffen die in cosmetica voorkomen, stoffen die in diervoeder worden gebruikt om de spiermassa te vergroten, fyto-oestrogenen, Persistente Organische Polluenten (POPs), geneesmiddelen, biociden, enz. 

Ook het voorkomen van hoormoonverstorende stoffen in bepaalde milieumatrices (lucht, water, bodem, slib van waterzuiveringsinstallaties) werd reeds  aangetoond. De bodem wordt verontreinigd door het gebruik van bestrijdingsmiddelen, meststoffen en/of vervuild slib, door de neerslag van verontreinigende emissies in de lucht en door afvalstortplaatsen of metalen. Het oppervlakte- of grondwater wordt ook verontreinigd door bestrijdingsmiddelen, koolwaterstoffen en/of aerosolen. Tot slot werd de aanwezigheid van bepaalde chemische residuen in huishoudelijk, industrieel en stedelijk afvalwater vastgesteld.

Daarnaast werd aangetoond dat de HV in het milieu reeds zijn doorgedrongen tot de natuurlijke habitat van in het wild levende dieren. De blootstelling aan deze stoffen heeft effecten op functies die cruciaal zijn voor de gezondheid en de overleving van vele soorten (ongewervelde dieren, vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren), waaronder de groei, de ontwikkeling en de voortplanting.



De volgende effecten werden vastgesteld: 

  • een verminderde vruchtbaarheid, ontwikkeling en/of geslachtsverandering bij mannelijke vissen die zijn blootgesteld aan effluenten van afvalwaterzuiveringsinstallaties of papierfabrieken; 
  • ​voortplantingsproblemenen en schildklierproblemen bij bepaalde aan POPs blootgestelde reptielen (alligators, schildpadden, enz.), met als gevolg een aanzienlijke afname van het aantal individuen; 
  • misvorming van het voortplantingsorgaan en verminderde voortplanting;
  • voortplantingsproblemen, schildklierafwijkingen en/of een daling van de schildklierhormonen bij bepaalde populaties zoogdieren (walvisachtigen, zeehonden, enz.) die in met POPs verontreinigde gebieden leven. 
Welke maatregelen nemen de Europese autoriteiten?

De Regulering van chemische stoffen

Chemische stoffen worden in Europa door verschillende wetgevingen gereguleerd, waaronder: 

Specifieke regelgeving die het gebruik van chemische stoffen regelt : biociden, gewasbeschermingsproducten, speelgoed, cosmetica, voedingsmiddelen, geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, water, bronwater, afval, ...  

Evolutie van het Europees beleid ten aanzien van HV

In december 1999 heeft de Europese Unie een eerste communautaire strategie inzake HV vastgesteld, waarin verschillende prioriteiten worden vastgesteld:  bewustmaking van het publiek, verder onderzoek, de noodzaak van politieke actie en internationale coördinatie (COM(1999) 706). In 2011 werd, na de identificatie van Bisfenol A als HV, de productie en verkoop van babyflessen gemaakt van polycarbonaat van Bisfenol A in de EU verboden. 

In december 2017 zijn wetenschappelijke criteria voor de identificatie van HV opgenomen in de wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en biociden. 

In 2018 heeft de Europese Commissie een nieuwe strategie aangenomen, die wordt beschreven in de mededeling 'Een alomvattend EU-kader voor hormoonontregelende stoffen'. Vervolgens werd de Europese wetgeving geanalyseerd om de samenhang met HV vast te stellen en de algemene gevolgen voor de gezondheid en het milieu te beoordelen in het kader van de 'Fitness Check on Endocrine Disruptors'. Het verslag van deze analyse is in oktober 2020 gepubliceerd. Het verslag benadrukt de noodzaak van regelgevend optreden op Europees niveau.  

Het Europees Parlement heeft de voorbije jaren ook veel aandacht besteed aan het thema rond HV. In de resolutie over ‘een alomvattend EU-kader voor HV’ van 18 april 2019 wordt opgeroepen om de blootstelling aan HV in de EU te verminderen. De vraag naar een omvattend EU-kader werd ook opnieuw bevestigd in een resolutie over de 'Strategie voor duurzaam gebruik voor duurzame stoffen' in juli 2020. 

In oktober 2020 heeft de Europese Commissie in het kader van de 'Green Deal: een nieuwe stap voor de Europese Unie' de 'EU-strategie voor duurzame chemische stoffen - Op weg naar een gifvrij milieu' aangenomen. De strategie bevat een reeks specifieke acties voor HV, waaronder het helpen identificeren van HV, het verbieden ervan in consumentenproducten, behalve voor essentiële toepassingen, en het versterken van de bescherming van werknemers. Ook voor REACH en CLP wordt een herziening en harmonisatie van het Europese regelgevingskader overwogen.  Men is onder meer van plan om in de CLP-verordening een nieuwe specifieke gevarenklasse voor HV toe te voegen.  

Europese programma's voor wetenschappelijk onderzoek


Er lopen momenteel verschillende Europese onderzoeksprogramma’s met betrekking totchemische stoffen, waaronder: 

  • het programma 'European Cluster to Improve Identification of Endocrine Disruptors' (EURION), dat acht Europese onderzoeksprojecten groepeert die zijn gewijd aan de ontwikkeling van nieuwe testmethoden om HV te identificeren (athena, ERGO, SCREENED, edcmet, GOLIATH, OBERON, ENDpoiNTs en freia); 
  • het onderzoeks- en innovatieprogramma 'Partnership for the Assessment of Risk from Chemicals' (PARC), dat tot doel heeft om de beoordeling en het beheer van chemische risico's op Europees niveau te ondersteunen. Nieuwe gegevens, kennis en methoden moeten helpen om de huidige en toekomstige uitdagingen op het gebied van chemische veiligheid aan te gaan en de overgang naar een nieuwe generatie van risicobeoordeling te vergemakkelijken om zo de gezondheid en het milieu beter te beschermen. 

Het Europees Ecolabel 

Bovendien heeft de Europese Unie samen met de lidstaten het Europees Ecolabel ontwikkeld, een officieel milieukeurmerk op basis van strenge milieucriteria. Dit label speelt een sleutelrol in de ontwikkeling van een duurzame productie en consumptie en biedt de Europese consument de mogelijkheid om gemakkelijk kwaliteitsproducten te herkennen die milieuvriendelijk en gezond zijn. 

Op dit moment zijn er meer dan 20 productgroepen met het Europees Ecolabel (bv. cosmetica, detergenten, verven textiel, meubels, toeristische accommodatie, ...). Voor elk daarvan worden specifieke criteria vastgesteld waaraan de producten moeten voldoen. Deze criteria worden regelmatig gecontroleerd en herzien. 

Een van de acties van het nationaal actieplan inzake HV (NAPED) zal erin bestaan om de afwezigheid van hormoonverstorende stoffen als extra toekeninngscriterium te beschouwen voor alle producten met het Europees Ecolabel. . Momenteel wordt het hormoonverstorend karaktervan een stof enkel in aanmerking genomen bij cosmetische producten. 

Welke maatregelen nemen de Belgische autoriteiten?

Advies van de Hoge Gezondheidsraad

In 2013 heeft de Hoge Gezondheidsraad een advies over de HV uitgebracht: lage-dosis effecten, niet-monotone dosis-respons curves en kritische perioden van verhoogde gevoeligheid. In mei 2019 heeft de Hoge Gezondheidsraad een advies over de fysisch-chemische milieuhygiëne en het belang van blootstelling op jonge leeftijd uitgebracht. Het advies bevat onder meer een lijst van praktische tips om onze blootstelling aan HV te beperken. 

Informatieverslag van de Senaat

In maart 2018 heeft de Senaat een informatieverslag gepubliceerd betreffende de noodzakelijke samenwerking tussen de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten inzake de preventie en de eliminatie van hormoonverstorende stoffen in de consumptie, met het oog op de bevordering van de volksgezondheid in België. Dit verslag bevat een lijst met 72 aanbevelingen, waaronder de opstelling van een nationaal actieplan inzake hormoonverstoorders, in overleg met wetenschappers, ondernemingen en het maatschappelijke middenveld. 

Nationaal actieplan voor hormoonverstoorders (NAPED)

Historiek

In december 2019 hebben de verschillende Belgische ministers van Volksgezondheid en Leefmilieu de ontwikkeling van het eerste nationale actieplan voor HV goedgekeurd.  

Van januari 2020 tot februari 2022 hebben talrijke overlegfasen plaatsgevonden met de betrokken overheden, belanghebbenden en het maatschappelijke middenveld. Er werd onder meer een HV-werkgroep opgericht, bestaande uit deskundigen van de bevoegde autoriteiten op federaal, gewestelijk en  Europees niveau. Van december 2021 tot februari 2022 vond ook een raadpleging plaats. 

Op 20 juni 2022 werd het NAPED door de Belgische ministers van Volksgezondheid en Leefmilieu aangenomen.  De uitwerking ervan is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de federale staat, de gewesten en de gemeenschappen, die binnen hun respectieve bevoegdheden bij de implementatie ervan betrokken zijn. De uitvoering ervan is gepland van midden 2022 tot eind 2026. 

Doelstellingen van het NAPED 

Dit plan streeft vooral de volgende doelstellingen na:  

  • een globaal en coherent kader creëren voor de ontwikkeling van concrete en gecoördineerde acties om de blootstelling aan HV en hun gevolgen voor de gezondheid en het leefmilieu in België te verminderen; 
  • de zichtbaarheid van de door de bevoegde autoriteiten ondernomen acties voor het publiek en de belanghebbenden vergroten, teneinde hun steun en vertrouwen te behouden. 

In het kader van de verschillende acties moet ook rekening worden gehouden met de 'genderdimensie' en met kwetsbare bevolkingsgroepen, om zo de meest kwetsbare groepen en degenen die het grootste risico lopen om aan HV te worden blootgesteld (zowel biologisch als sociologisch) te bepalen. Sommige acties zullen ook kunnen worden ontwikkeld in het kader van lopende Europese projecten (bv. Green deal, PARC). 

Pijlers van het NAPED

Het NAPED is opgebouwd rond 3 complementaire pijlers: 

  • de dimensie 'preventie' die de bewustmakings- en opleidingsacties voor de verschillende doelgroepen omvat; 
  • de dimensie 'regelgeving' die de acties omvat die gericht zijn op de versterking van het rechtskader op nationaal en/of Europees niveau teneinde de aanwezigheid van HV te verminderen en kwetsbare bevolkingsgroepen beter te beschermen; 
  • de dimensie 'wetenschappelijk onderzoek', die tot doel heeft om de studies over HV voort te zetten en nieuwe geharmoniseerde identificatiemethoden op Europees niveau te bevorderen. 

De uitvoering en de coördinatie van het NAPED op nationaal niveau zullen worden verzekerd door drie bestuursorganen en zullen op verschillende momenten worden beoordeeld om de uitgevoerde acties te verbeteren.

Voorbeelden van NAPED-acties 

Momenteel worden de meeste hormoonverstoorders (HV's) die op Europees niveau zijn geïdentificeerd in het kader van de REACH-regelgeving aangemerkt als zeer zorgwekkende stoffen (SVHC's). Daarom bepaalt één van de acties (actieblad B.3) van het Nationaal actieplan voor hormoonverstoorders (NAPED) dat België zich in 2023 aansluit bij het Europese project ’Ask REACH’.   

Consumenten kunnen de smartphone-app Scan4Chem <Link to future page BBL/Ecoconso> downloaden, ontwikkeld als onderdeel van het AskREACH-project. Deze app maakt het gemakkelijker om de aanwezigheid van SVHC's, waaronder HV's, in consumptieartikelen te identificeren door hun barcode te scannen. Dit Ask REACH-project maakt het ook mogelijk de doelstellingen van actie A.3 te behalen, gericht op grotere bewustwording van de aanwezigheid van zeer zorgwekkende stoffen (waaronder HV's) in bepaalde artikelen bij de industrie en de detailhandel als stimulans voor de vervanging van deze stoffen en het op de markt brengen van gezondere consumentenartikelen. 

Wat kan ik zelf doen om de impact van HV te beperken?

Voor jezelf en naasten zorgen :


 
  • Tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding kan een verminderd gebruik van cosmetische producten de blootstelling aan chemische stoffen verminderen. Sommige producten, zoals haarkleuringsproducten en nagellak, kunnen hormoonverstoorders bevatten. Het is ook beter om producten zonder parfum te kiezen. 
  • Om je baby te wassen, gebruik je best eenvoudige producten zoals zeep en water. Niet uitspoelbare producten, zoals lotions en doekjes, blijven langer in contact met de huid, waardoor de blootstelling aan schadelijke stoffengroter is. Geurstoffen en conserveersmiddelen kunnen bijvoorbeeld allergische reacties veroorzaken. 
  • Het is raadzaam om nieuwe kleding en linnengoed vóór het eerste gebruik te wassen om eventuele chemische stoffen te verwijderen. 
  • Het is aangewezen om speelgoed dat je uit de verpakking haalt, eerst goed af te spoelen, te wassen of te  laten luchten, omdat het schadelijke stoffen kan bevatten zoals vlamvertragers, ftalaten, bisfenolen, enz.    
  • Kies voor producten met het Ecolabel, dat voor cosmetica de afwezigheid van stoffen die reeds als hormoonverstorend werden geïdentificeerd, garandeert.

Voedingsmidde en en dranken :


 
  • HV, zoals bisfenolen of ftalaten, kunnen van plastic verpakkingen naar voedsel migreren. Dit geldt ook voor lak aan de binnenkant van metalen recipiënten. Glazen verpakkingen verdienen de voorkeur, in het bijzonder bij het opwarmen van voeding in de microgolfoven. 
  • Om het risico op inname van pesticideresten te beperken, kan je fruit en groenten het best schillen. Je geeft best ook de voorkeur aan biologische voedingsmiddelen.  
  • Pannen met antiaanbaklaag kunnen HV bevatten die bij beschadiging van de coating in het voedsel terecht kunnen komen. Het is dus raadzaam om ze te vervangen wanneer ze beschadigd zijn.  
  • Roofvissen, zoals tonijn en zwaardvis, stapelen zware metalen op en kunnen het best niet meer dan één keer per week geconsumeerd worden
Scan4Chem Mobile App 
 

Consumenten kunnen de smartphone-app Scan4Chem downloaden, ontwikkeld als onderdeel van het AskREACH-project. Deze app, die sinds 2023 in België beschikbaar is, maakt het gemakkelijker om de aanwezigheid van zeer zorgwekkende stoffen, waaronder hormoonverstoorders, in consumentenartikelen na te gaan door de barcode van het product te scannen. 

 

Inhuis : 

  • Om de luchtverontreiniging binnenshuis te beperken, is het raadzaam om je woning één of twee keer per dag gedurende ongeveer tien minuten te luchten en regelmatig af te stoffen met een vochtige doek. Sommige HV, zoals brandvertragers die in veel producten aanwezig zijn, kunnen zich ophopen in de binnenlucht en in stof. 
  • Om onaangename geurtjes in huis te neutraliseren, kan je best de kamer luchten en geen sprays of andere diffusers die schadelijke stoffen in de lucht brengen, gebruiken.  
  • Wanneer je nieuwe meubels koopt of je je huis renoveert, zorg er dan voor dat je goed verlucht om de concentratie van vluchtige verontreinigende stoffen in de woonruimte te voorkomen. 

Op het werk :

  • De blootstelling aan hormoonverstoorders en ‘vermoedelijke’ hormoonverstoorders kan in veel sectoren gebeuren. Uitgebreide informatie over het voorkomen van risico's in verband met de blootstelling aan HV op het werk kan worden teruggevonden op de website van het Belgisch kenniscentrum over welzijn op het werk: Hormoonverstoorders.
  • Als je zwanger bent, breng je werkgever dan zo snel mogelijk op de hoogte van je zwangerschap en volg de preventieve maatregelen vastgesteld door de bedrijfsart.. Meer informatie vind je op Moederschapsbescherming