De federale overheid voert de pijler ‘toegang tot milieu-informatie’ van het Verdrag van Aarhus uit door de informatie waarover ze beschikt ter beschikking te stellen van het publiek.

De overheid beschikt over heel wat informatie over het milieu. Deze informatie is van belang om iedereen te helpen de juiste keuzes te maken: de politiek, de maatschappij, maar ook de individuele burger. Iedereen heeft dan ook recht op toegang tot deze informatie: de individuele burger, groepen burgers, verenigingen, bedrijven enzovoort.

De overheid moet deze informatie op twee manieren ter beschikking stellen en toegankelijk maken:

  • Enerzijds moet ze zoveel mogelijk milieu-informatie waarover ze beschikt spontaan op haar websites plaatsen (actieve openbaarheid).
  • Anderzijds moet ze de schriftelijke aanvragen voor milieu-informatie van de burger beantwoorden.  

Iedereen kan zich richten tot een federale overheidsdienst en de milieu-informatie opvragen waarover deze dienst beschikt (passieve openbaarheid). Dit houdt in: deze informatie ter plaatse inzien, er uitleg over krijgen of er een kopie van ontvangen. Een aanvraag om informatie moet bovendien niet worden gemotiveerd.

Meer informatie: Een vraag over het milieu?

Wetgeving

De pijler ‘toegang tot milieu-informatie’ van het Verdrag van Aarhus is op Europees niveau omgezet in de Europese richtlijn 2003/4/EG . De federale overheid heeft het Verdrag en de richtlijn omgezet in de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie .