De Europese Commissie heeft vandaag het eerste rapport gepubliceerd over de wijze waarop de lidstaten, waaronder België, de Europese milieuwetgeving uitvoeren. De Belgische federale en gewestelijke milieu-overheden staan positief tegenover deze Environmental Implementation Review.

Het rapport Environmental Implementation Review is uitgewerkt volgens de structuur van het zevende Milieuactieprogramma van de EU waarin de milieuprioriteiten voor de periode 2014-2020 zijn opgenomen. Uit het Belgisch rapport komt het belang van Europese besluitvorming voor het milieudomein naar voor. Het gaat in op de wijze waarop België hiermee aan de slag gaat en haalt zowel positieve elementen als werkpunten aan. Deze informatie is van belang voor alle burgers, aangezien de behandelde onderwerpen relevant zijn voor de verbetering van hun levenskwaliteit en welzijn.

De Belgische federale en gewestelijke milieu-overheden zien verschillende voordelen van dit rapport. Ten eerste zorgt de globale aanpak van het rapport voor een overzicht van meerdere milieuproblematieken. Ook maakt het feit dat de oefening gelijktijdig verloopt in alle EU-lidstaten vergelijkingen mogelijk en kan het een stimulans zijn tot samenwerking rond gemeenschappelijke uitdagingen.  Ten slotte is de uiteindelijke doelstelling van deze evaluatie-oefening oplossingsgericht; ze wil de implementatieproblemen maar tegelijk ook de oplossingen hiervoor benoemen.

België betreurt echter dat de Commissie in dit eerste rapport de klimaatproblematiek niet behandelt. Het rapport zou ook meer  linken moeten leggen met andere Europese beleidssectoren die sterk verbonden zijn met het milieubeleid (transport, landbouw, energie enz.). Zo zou het rapport beter kunnen bijdragen tot een meer coherent beleid op Europees, nationaal en gewestelijk niveau.

Het  Environmental Implementation Review zal op 29 maart 2017 in Brussel besproken worden met beleidsverantwoordelijken, overheden, de Europese Commissie en belanghebbenden. Deze discussie wordt georganiseerd door het Comité dat alle milieu-instanties van België samenbrengt, het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM).

De Commissie wijst in het rapport immers op het belang van samenwerking tussen de verschillende instanties die bevoegd zijn voor het milieubeleid in België, zoals dat nu onder andere gebeurt binnen het CCIM, de Interministeriële Conferentie Leefmilieu (ICL) en de Interministeriële Conferentie Duurzame Ontwikkeling (IMCDO).

In haar rapport geeft de Commissie aan dat België, zowel de federale overheid als het Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, goed scoort op het vlak van afvalbeleid en de circulaire economie. Zo vernoemt de Commissie het Gewestelijk Programma voor een Circulaire Economie en de strategie Good Food van het Bussels Hoofdstedelijk Gewest, maar ook de Stratégie de Spécialisation Intelligente en het NEXT-programma van Wallonië en het Transitieproject Circulaire Economie van Vlaanderen.

Het rapport bevestigt de rol die de steden kunnen spelen bij de uitvoering van het milieubeleid.

De Europese Commissie wijst er echter op dat er nog werkpunten overblijven, in het bijzonder op het vlak van de water- en luchtkwaliteit. Voor wat betreft de luchtkwaliteit wordt er wel een vermindering van de uitstoot van verontreinigende stoffen vastgesteld. De Commissie erkent ook dat er effectief acties worden ondernomen in de drie gewesten (de opmaak van luchtkwaliteitsplannen, het invoeren van lage emissiezones enz.). 

Meer info :

Het rapport van de Europese Commissie naar aanleiding van de evaluatie van de uitvoering van het milieubeleid in België