Waarom is borstvoeding belangrijk ?

De wereldwijde strategie voor de voeding van de zuigeling en het jonge kind inzake borstvoeding werd in 2002 opgestart door de WGO en UNICEF. In die strategie sporen deze twee instellingen de overheden aan om “exclusieve borstvoeding gedurende 6 maanden en voortzetting van de borstvoeding tot de leeftijd van 2 jaar of langer” te promoten.

Die strategie kwam er niet zomaar.

Eerst en vooral is er de gezondheid van de moeder: borstvoeding geven verkleint voor haar de kans op diabetes type 2, borstkanker in de premenopauze, eierstokkanker  [1], postnatale depressie, problemen met de botdichtheid … Bovendien helpt borstvoeding moeders in de meeste gevallen om sneller op hun gewicht van voor de zwangerschap te geraken, want bij de productie van moedermelk wordt een beroep gedaan op de vetten die werden opgeslagen tijdens de zwangerschap. 

Ook de gezondheid van de baby heeft baat bij borstvoeding: bepaalde aandoeningen doen zich in dat geval minder vaak voor, zoals ulceratieve colitis, de ziekte van Crohn, diabetes type 1 en type 2. Borstvoeding beschermt tegen obesitas doordat gewichtstoename tijdens de eerste levensjaren wordt beperkt, en verbetert ook de cognitieve ontwikkeling van het kind en de concentratie op school. Een belangrijke prospectieve studie die werd uitgevoerd in Wit-Rusland toont aan dat zuigelingen die gedurende zes maanden of langer enkel borstvoeding krijgen een statistisch significant lager risico lopen op gastro-intestinale infecties, vergeleken met zuigelingen die gedurende drie maanden enkel borstvoeding krijgen, en vervolgens deels borstvoeding krijgen tot de leeftijd van zes maanden [2]. Een recente meta-analyse heeft aangetoond dat voor elke bijkomende maand borstvoeding, de moeder het risico op overgewicht bij haar kind met 4% doet dalen [3]. 

De borstvoedingspercentages liggen in België niet hoog en minder dan 20% van de baby’s krijgen exclusief borstvoeding tot de leeftijd van 6 maanden, zoals wordt aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie.

 

Waarin verschilt moedermelk van zuigelingenvoeding ?

 

Het eerste kenmerk van moedermelk is haar variabele samenstelling.

Moedermelk bevat meer dan 300 bestanddelen telt, waaronder voedingsstoffen, hormonen en antilichamen. Ze varieert afhankelijk van de leeftijd van de baby en van zijn behoeften, maar ook van vrouw tot vrouw en zelfs tijdens eenzelfde voeding ! 

Zuigelingenvoeding op basis van koemelk is een voedingsmiddel waarvan de samenstelling door de producent op wettelijke basis wordt bepaald. Ze past zich niet aan aan de behoeften van de baby en bevat geen enkel hormoon of antilichaam.    

Moedermelk bevat alle benodigde voedingsstoffen, zowel wat betreft energie als wat betreft macro- en micronutriënten. De proteïnen uit de moedermelk kunnen bij voorbeeld perfect worden opgenomen; de essentiële vetzuren zoals polyonverzadigde lipiden met een lange keten voldoen aan de specifieke voedingsbehoeften van de pasgeborene en het kind.

Moedermelk biedt voordelen op het gebied van spijsvertering, metabolisme en immunologie die zijn aangepast aan de baby. Ze bevat specifieke antilichamen die het kind beschermen tegen pathogenen.

Het tweede belangrijke kenmerk is dat moedermelk op maat is gemaakt voor de baby; ze bevat namelijk meer dan 50% van het genetisch materiaal van het kind.

Zuigelingenvoeding kan dus totaal niet vergeleken worden met moedermelk. Die is uniek, en het spreekt voor zich dat geen enkele koe humane melk kan produceren. Het is niet omdat men aan het genoom van de koe de genen voor lactoferrine en lyzozyme heeft toegevoegd die aanwezig zijn in humane melk, dat de koe in staat is om moedermelk te produceren. 

 

Correcte informatie over borstvoeding

 

Het is belangrijk dat toekomstige moeders correcte informatie krijgen over de voordelen van borstvoeding voor hen en voor hun baby, en over het verschil tussen moedermelk en zuigelingenvoeding, zodat ze een doordachte keuze kunnen maken. Zodra die keuze gemaakt is, is het van primordiaal belang dat ze doorheen hun zwangerschap, tijdens de bevalling en in de periode na de bevalling efficiënt begeleid worden door beroepsbeoefenaars die een opleiding kregen inzake borstvoeding. Of de borstvoeding positief verloopt, hangt vaak af van een kwaliteitsvolle begeleiding van de vrouwen.

30 Belgische kraamklinieken verkregen het label ‘Babyvriendelijk Ziekenhuis’, wat wil zeggen dat ze voldoen aan criteria die de band willen versterken tussen de pasgeborene en de ouders, door huid-op-huidcontact tijdens de eerste levensuren, en die borstvoeding na de bevalling willen aanmoedigen.

Borstvoeding wordt besproken tijdens de zwangerschap. Specialisten zoals lactatiekundigen en verenigingen die borstvoeding willen stimuleren, kunnen advies verlenen aan de toekomstige moeders.

TOP

 

[1] Duration of Lactation and Risk Factors for Maternal Cardiovascular Disease – Schwarz et al.- Obstet Gynecol. 2009 May ; 113(5): 974–982.
[2]Kramer, M.S et al. Infant growth and health outcomes associated with 3 compared with 6 mo of exclusive breastfeeding. Am J Clin Nutr 2003; 78:291-295.
[3]Thomas Harder1 et al. Duration of Breastfeeding and Risk of Overweight: A Meta-Analysis. American Journal of Epidemiology 2005 162(5):397-403; doi:10.1093/aje/kwi222