Voeding voor zuigelingen en peuters die met gierst, sorghum, boekweit is gemaakt, mag niet meer dan één microgram per kilogram van de tropaanalkaloïden atropine en scopolamine bevatten. Een acute overdosis van deze gifstoffen verlaagt het hartritme.

Tropaanalkaloïden komen van nature voor in giftig onkruid zoals doornappel (Datura stramonium). De zaden van deze plant kunnen uit veel graansoorten worden gesorteerd omdat ze een andere grootte dan de granen hebben. Bij sorghum, gierst en boekweit is dat moeilijker. Daardoor bevatten voedingsmiddelen op basis van deze gewassen of hun afgeleide producten vaker tropaanalkaloïden.

Volgens de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) lopen baby’s en peuters risico om teveel tropaanalkaloïden in te nemen. Hun dieet is minder gevarieerd dan dat van volwassenen en bestaat voor een belangrijk deel uit samengestelde voeding met graan. Daarom heeft de Europese Commissie in de eerste plaats voor deze levensmiddelen voor deze kwetsbare groep een norm voor tropaanalkaloïden vastgelegd.

Intussen onderzoekt de Commissie of normen voor tropaanalkaloïden in andere levensmiddelen nodig zijn. Om de problematiek in kaart te brengen, heeft de Commissie alle lidstaten opgeroepen om de aanwezigheid van tropaanalkaloïden op te volgen in:

  • granen en hun afgeleide producten, bv. ontbijtgranen;
  • glutenvrije producten;
  • voedingssupplementen;
  • (kruiden)thee;
  • (gedroogde) peulvruchten;
  • oliehoudende zaden.

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu roept levensmiddelenbedrijven op om de aanwezigheid van tropaanalkaloïden in deze levensmiddelen na te gaan.

Tot slot raadt de FOD de landbouwsector aan om gevaarlijk onkruid tussen teeltgewassen te bestrijden. Hierdoor is er minder kans op besmetting met tropaanalkaloïden.

 

Meer informatie