Sommige instellingen kunnen niet uitsluiten dat zij monsters hebben die mogelijk het poliovirus bevatten, bijvoorbeeld als zij monsters van feces, van nasofarynx materiaal of van rioleringswater hebben.... Afhankelijk van de datum van de inzameling van het monster en de bewaarmodaliteiten moeten deze monsters worden beschouwd als potentieel besmettelijk materiaal (PBM).

Om het risico te beperken, moet het materiaal dat beschouwd wordt als potentieel besmettelijk materiaal (PBM), worden vernietigd of overgebracht naar een instelling die vergund is om het poliovirus te hanteren. En dit binnen drie maanden na de publicatie van het koninklijk besluit van 11 december 2019 betreffende de modaliteiten inzake het manipuleren en bewaren van poliovirussen van type 2

Richtlijnen voor de instellingen met inzamelingen die mogelijk het poliovirus bevatten

De richtlijnen voor instellingen met inzamelingen die mogelijk het poliovirus bevatten, zijn bedoeld voor instellingen met monsters van feces, van nasofarynx materiaal of van rioleringswater. Afhankelijk van de plaats en het tijdstip van de bemonstering, bevatten deze monsters mogelijk het poliovirus van het type 1, 2 of 3. Het doel van deze richtlijnen is deze monsters te identificeren en het risico van dit soort monsters te elimineren of te beheren. Als je merkt dat je instelling in het bezit is van materiaal dat mogelijk het poliovirus van het type 2 bevat, breng ons dan zo snel mogelijk op de hoogte, zie Contactgegevens.

Zie richtlijnen voor instellingen met inzamelingen die mogelijk het poliovirus bevatten

Zie ook FAQ on PIM (WHO)
 

Hoe kan worden bepaald of een monster moet worden beschouwd als een monster dat mogelijk het poliovirus bevat?

Gaat het om een monster van menselijke uitwerpselen, menselijke respiratoire secreties
of secreties van geconcentreerd afvalwater (of de derivaten daarvan) dat is opgeslagen in
omstandigheden die bevorderlijk zijn voor het overleven van het poliovirus?
(In klinische of milieumonsters kan het poliovirus oneindig lang overleven in de diepvriezer van het laboratorium (-20°C), gedurende vele maanden in de koelkast en gedurende uren of zelfs dagen op laboratoriumtafels).

Contactgegevens

  • Public Health Emergencies
    Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
    Galileelaan, 5/2
    1210 Brussel
  • phe@health.belgium.be
  • Voor vragen over het certificerings- of erkenningsproces : 02 524 90 38
  • In geval van een inperkingsbreuk: 0476 60 56 05