Offshore windparken in een Natura 2000-gebied: mogelijkheden voor een ontwikkeling met respect voor de natuur

Windparken in de Noordzee zijn belangrijk voor onze energievoorziening. Tegelijk moeten Natura 2000-gebieden op zee en de aanwezige biodiversiteit worden beschermd. Het EDEN2000-onderzoek, "Exploring options for a nature-proof Development of offshore wind farms inside a Natura 2000 area", heeft tussen 2019 en 2023 in verschillende deelstudies hiaten in de wetenschappelijke kennis opgevuld. Deze kennis is noodzakelijk voor een natuurvriendelijke inrichting van de windparken. De resultaten van deze studies zijn beschikbaar in het geïntegreerd rapport.

Zones voor windenergie in het marien ruimtelijk plan

Hoewel onze Noordzee een uitgestrekt gebied van zo'n 3.500 km² is, wordt ze toch intensief gebruikt door veel belangrijke economische en toeristische activiteiten: visserij, zandwinning, pleziervaart, militaire activiteiten, hernieuwbare energie, duiken, windsurfen enz.

Om al deze activiteiten naast elkaar te laten plaatsvinden heeft de overheid een marien ruimtelijk plan (MRP) opgesteld, waarvan het MRP 2020-2026 (koninklijk besluit van 22 mei 2019) de meest recente update is.
 

Overzichtskaart uit de brochure ‘Er beweegt wat op zee. Het marien ruimtelijk plan 2020-2026’

Gezien het belang van een verhoging van de capaciteit voor de levering van hernieuwbare energie, is bij de opmaak van het  MRP 2020-2026 besloten nieuwe windparken in de Noordzee te voorzien.

De selectie van zones voorbehouden voor windenergie gebeurde in overleg met de belanghebbenden. Drie nieuwe gebieden, samen aangeduid als de Prinses Elisabeth Zone, werden gereserveerd voor de installatie van windturbines. Twee daarvan liggen in of nabij het Natura 2000-gebied "Vlaamse Banken". Dit gebied is aangewezen om de ondiepe zandbanken en grindbedden te beschermen. Zo vormen onverstoorde grindbedden unieke toevluchtsoorden voor ernstig bedreigde soorten zoals de dodemansduim en de geweispons.

 

Natura 2000-gebieden en zones voor hernieuwbare energie (MRP 2020-2026)

Voorwaarden voor de bouw van windmolens in Natura 2000-gebieden

Om windmolens te bouwen in het Belgisch deel van de Noordzee, is volgens de wetgeving een milieuvergunning vereist. Deze vergunning kan enkel worden toegekend nadat een milieueffectrapport is opgesteld.

Voor de projecten in Natura 2000-gebieden is bovendien een Natura 2000-toelating vereist. Deze is gebaseerd op een passende beoordeling volgens het koninklijk besluit van 27 oktober 2016 over de procedure tot aanduiding en beheer van de mariene beschermde gebieden).


Om windmolens te bouwen in het Belgisch deel van de Noordzee, is volgens de wetgeving een milieuvergunning vereist. Deze vergunning kan enkel worden toegekend nadat een milieueffectrapport is opgesteld.

Voor de projecten in Natura 2000-gebieden is bovendien een Natura 2000-toelating vereist. Deze is gebaseerd op een passende beoordeling volgens het koninklijk besluit van 27 oktober 2016 over de procedure tot aanduiding en beheer van de mariene beschermde gebieden.

De passende beoordeling gaat na of een project al dan niet betekenisvolle effecten zal hebben op de instandhoudingsdoelstellingen voor de beschermde gebieden, de aanwezige soorten en habitats.
 
Elke Natura 2000-toelating die door de minister voor Noordzee wordt afgegeven, kan pas worden verleend na een grondige analyse van de mogelijke effecten in de passende beoordeling. Wanneer uit deze beoordeling blijkt dat er betekenisvolle negatieve effecten kunnen optreden, kan geen toelating verleend worden. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk voor projecten van groot algemeen belang en enkel op voorwaarde dat de nodige mitigerende en compenserende maatregelen voorzien worden om het behoud van de kwaliteit van het Natura 2000-netwerk te verzekeren.

Het doel is te komen tot de ontwikkeling van duurzame productie van elektriciteit via windturbines, met respect voor de beschermde gebieden en de biodiversiteit.

Het EDEN2000-onderzoek

Om deze doelstellingen met betrekking tot de beschermde gebieden te realiseren, heeft de minister, in overleg met de dienst Marien Milieu (Federale Overheidsdienst Volksgezondheid), het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen – Operationele Directie Natuurlijk Milieu (KBIN-OD Natuur), enkele ngo’s (4Sea) en het Belgian Offshore Platform (BOP), op basis van maatschappelijke bezorgdheden hiaten in de wetenschappelijke kennis geïdentificeerd. Er werd besloten om een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek, gespreid over meerdere jaren (2019-2023), te financieren.

Dit onderzoek, EDEN2000 - “Exploring options for a nature-proof Development of offshore wind farms inside a Natura 2000 area”, werd opgevolgd door een stuurgroep bestaande uit de minister, de dienst Marien Milieu en het KBIN-OD Natuur. Het KBIN-OD Natuur was verantwoordelijk voor de realisatie van EDEN2000. Het werkte hiervoor samen met verschillende onderzoekspartners die elk een specifieke expertise in marien onderzoek hebben.

De resultaten van de verschillende deelstudies worden gepresenteerd in het geïntegreerde eindrapport van het EDEN2000-project, inclusief bijlagen. Tijdens dit project werden de grindbedden gedetailleerd in kaart gebracht. De shapefiles hiervan zijn vrij beschikbaar en kan je hier terugvinden.

De gegevens en informatie uit dit wetenschappelijk onderzoek dienen als advies voor de aanbestedingsvoorwaarden en zullen dus gebruikt worden in het kader van de openbare aanbestedingsprocedures voor de bouw van windturbines onder de verantwoordelijkheid van AD Energie van de FOD Economie.