Hanteren van monsters voor diagnose, onderwijs en onderzoek, van commerciële monsters en van dierlijke bijproducten in het kader van tentoonstellingen en artistieke activiteiten

Hoofdstuk III, Afdeling I van het koninklijk besluit van 4 mei 2015 (.PDF) bevat de voorwaarden die in België van toepassing zijn voor het hanteren van dierlijke bijproducten bestemd voor diagnose, onderwijs en onderzoek of voor tentoonstellingen en artistieke activiteiten, in toepassing van artikel 17 van verordening (EG) nr. 1069/2009 (.PDF).

1. Registratie

Exploitanten die dierlijke bijproducten gebruiken voor diagnose, onderwijs en onderzoek of in het kader van tentoonstellingen en artistieke activiteiten, moeten geregistreerd zijn door het DG Dier, Plant en Voeding overeenkomstig de bepalingen van artikel 23 van verordening (EG) nr. 1069/2009. Er is een uitzondering voorzien voor de onderwijsinstellingen die vallen onder de bepalingen van artikel 19, §2, van het koninklijk besluit van 4 mei 2015 en voor de dierenartsen voor het verzenden van hun monsters.

Wie reeds geregistreerd of erkend is door een andere Belgische overheid in het kader van de wetgeving dierlijke bijproducten of voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong, en activiteiten bedoeld in artikel 17 van verordening (EG) nr. 1069/2009 uitoefent, dient deze aan te melden bij die overheid.

2. Hoe moet ik een registratie aanvragen?

Alvorens de activiteiten op te starten, sturen de exploitanten de registratieaanvraag naar het DG Dier, Plant en Voeding, zoals voorzien in artikel 15 van het koninklijk besluit van 4 mei 2015. De exploitanten melden op dezelfde manier elke wijziging van de gegevens of de stopzetting van deze activiteiten.

Het aanvraagformulier (.Word) wordt ingevuld verstuurd:

per e-mail naar: apf.traces@health.fgov.be

of naar: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
DG Dier, Plant en Voeding – Dienst Inspectie
Galileelaan 5, bus 2
1210 Brussel

3. Specifieke vragen

Hoe verloopt de procedure voor het invoeren van monsters en tentoonstellingsartikelen uit derde landen?

U kunt monsters voor onderzoek en diagnose en tentoonstellingsartikelen invoeren uit derde landen als u geregistreerd bent bij het DG Dier, Plant en Voeding. Niettemin is het binnenbrengen in de EU onderworpen aan de volgende voorwaarden:

Hoe dissecties in het onderwijs organiseren?

In de onderwijsinstellingen mogen dierlijke bijproducten met een laag risico (categorie 3) worden gebruikt voor dissecties en andere demonstraties onder de volgende voorwaarden:

  • Elk later gebruik voor andere doeleinden van de dierlijke bijproducten moet worden voorkomen;
  • De onderwijsinstelling neemt passende maatregelen om de consumptie van de dierlijke bijproducten en de afgeleide producten door mens of dier, te beletten;
  • De onderwijsinstelling zorgt er voor dat de dierlijke bijproducten nadien:
    - worden ingezameld door een bedrijf dat erkend is voor het verwijderen van dierlijke bijproducten, of;
    - worden verwijderd met het huishoudelijke afval (in overeenstemming met de gewestelijke bepalingen) indien het gaat om hoeveelheden materiaal van categorie 2 of 3 van minder dan twintig kg per week.

Als onderwijsinstelling mag u dierlijke bijproducten of afgeleide producten van categorie 3 in een hoeveelheid van minder dan twintig kg per week evenals paardenvoeten aanschaffen zonder geregistreerd te zijn. U moet wel een registratie aanvragen voor het aanschaffen en gebruiken van materiaal van categorie 1 of 2 of van hoeveelheden groter dan twintig kg van materiaal van categorie 3.

Hoe monsters voor onderzoek en diagnose hanteren?

De bijproducten van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor onderzoek en diagnose mogen worden gebruikt, gehanteerd en getransporteerd overeenkomstig de bepalingen van bijlage VI, hoofdstuk 1 , afdeling 1, van verordening (EU) nr. 142/2011. Niettemin moeten in voorkomend geval de voorwaarden voor het transport van monsters van ziekteverwekkers worden gerespecteerd (zie artikel 2, § 3, van het KB van 5 mei 2015).

Behalve indien u dierenarts bent, moet u geregistreerd zijn voor het transporteren en hanteren van monsters voor onderzoek en diagnose. Geregistreerde laboratoria mogen monsters ontvangen, transporteren en verzenden naar andere in de EU geregistreerde laboratoria.

De exploitanten die voor onderzoek en diagnose bestemde dierlijke bijproducten hanteren, kunnen de specifieke fiche (PDF) raadplegen voor een overzicht van de na te leven voorwaarden.

Hoe een tentoonstelling of een artistieke activiteit organiseren?

U kunt een tijdelijke toelating verkrijgen voor het organiseren van een artistiek activiteit of een tentoonstelling waarop dierlijke bijproducten worden tentoongesteld. De voorwaarden zijn opgenomen in bijlage VI, hoofdstuk 1, afdeling 1 van verordening (EU) nr. 142/2011. U kunt ook een toelating krijgen voor de invoer van deze tentoonstellingsartikelen uit derde landen. De invoerprocedure is dezelfde als voor de invoer van monsters (zie hoger).

Wat zijn handelsmonsters?

Commerciële monsters verschillen van onderzoeks- en diagnostische monsters. Dit zijn materialen van dierlijke oorsprong die bedoeld zijn voor het testen van industriële installaties of het uitvoeren van proefproductie.

Er zijn specifieke regels vastgesteld voor deze handelsmonsters zoals gedefinieerd in punt 39 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 142/2011. Bij elke invoer moet een gezondheidscertificaat, waarvan het model is opgenomen in bijlage XV, hoofdstuk 8 van Verordening (EU) nr. 142/2011, vergezeld gaan.

Gebruikers van handelsmonsters moeten overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1069/2009 geregistreerd zijn door de FODVVVL, maar een voorafgaand advies zal worden gevraagd aan de bevoegde autoriteit die de gebruiker heeft geregistreerd of goedgekeurd als exploitant van menselijke of dierlijke voeding of exploitant in het kader van dierlijke bijproducten.