Sinds 18 november mag onbewerkt graan zoals rogge en tarwe per kilogram niet meer dan 0,5 gram moederkorensclerotiën (van de schimmel Claviceps purpurea) bevatten (Europese verordening 2015/1940). De controle gebeurt aan de hand van microscopisch onderzoek. Deze nieuwe norm kwam tot stand in de aanloop naar specifieke normen voor moederkorenalkaloïden in voeding. Ondanks preventiemaatregelen en de verwijdering van de schimmel uit graan, blijken deze toxische bestanddelen toch voor te komen in graanproducten voor menselijke consumptie.

Moederkorenalkaloïden verminderen de doorbloeding en moeten dus vermeden worden.

De afgelopen jaren is belangrijk onderzoek naar moederkorenalkaloïden verricht. In 2012 heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) deze nieuwe kennis in een concreet advies vertaald. Ze stelt hierin een acute referentiedosis van 1 µg alkaloïden per kilogram lichaamsgewicht per dag (maximale dosis op één dag), en een toelaatbare dagelijkse inname van 0,6 µg per kilogram lichaamsgewicht per dag (dosis die gemiddeld gezien over een lange termijn niet mag worden overschreden) vast.

Om gepaste maar ook haalbare normen voor moederkorenalkaloïden in voeding te kunnen bepalen, zijn nog precieze gegevens over de concentraties van moederkorenalkaloïden in de verschillende voedselgroepen nodig. Ze komen mogelijk in onze voeding terecht doordat deeltjes van de moederkorensclerotiën bij het oogsten en het transporteren van graan worden verpulverd. Dit fijne stof wordt niet helemaal met de rest van de schimmel van het graan gescheiden, en komt dus in het meel terecht.

Europese verordening 2015/1940 bevat, naast de norm voor moederkorensclerotiën, een aanbeveling voor alle lidstaten en belanghebbende beroepsorganisaties om toezicht te houden op de aanwezigheid van 12 moederkorenalkaloïden in granen en graanproducten (bv. granen, meel en bloem, brood en gebak, pasta, ontbijtgranen, koekjes en snacks). De alkaloïden kunnen via chemische analyse in de intacte granen en in alle afgeleide producten worden gemeten. Alle betrokkenen moeten ten laatste op 30 september 2016 hun bevindingen laten weten. De Europese Commissie zal voor 1 juli 2017 maximumgehaltes voor elk van deze voedingscategorieën bepalen.

Aangezien er geen absoluut verband is tussen de aanwezigheid van moederkorensclerotiën en die van de alkaloïden, is het mogelijk dat graan soms onder de norm voor sclerotiën blijft en toch een schadelijke hoeveelheid alkaloïden bevat. Ook in dat geval kunnen controlemaatregelen worden genomen, bijvoorbeeld uit de handel halen.