Minerale olie (MOH)

 
Bronnen van minerale olie in voeding

Koolwaterstoffen uit minerale oliën, ook MOH (mineral oil hydrocarbons) genoemd, zijn chemische verbindingen die voornamelijk worden gewonnen uit ruwe olie, maar ook kunstmatig worden geproduceerd uit kolen, aardgas en biomassa. Deze stoffen hebben vele toepassingen, maar kunnen levensmiddelen in verschillende stadia van de productie, verwerking, verpakking en opslag verontreinigen. Voedselverontreiniging kan het gevolg zijn van het vrijkomen van MOH  in de lucht of het water door activiteiten zoals olieboringen, het gebruik van smeermiddelen voor machines die worden gebruikt bij de oogst of de productie van levensmiddelen, het gebruik van bepaalde levensmiddelenadditieven of technische hulpstoffen (bijv. in gewasbeschermingsmiddelen, als glansmiddel of bij de verwerking van oliehoudende zaden), of via materialen die bestemd zijn om met levensmiddelen in contact te komen (jute, gerecycleerd karton, drukinkten, ...).

Wat het opzettelijk gebruik van MOH betreft, verbiedt het Besluit van de Regent van 16 juni 1947 in België de toevoeging van paraffines of minerale oliën aan voor de verkoop bestemde eetwaren of het in aanraking brengen ervan met deze eetwaren. Het is eveneens verboden in de fabricatie, de bereiding of de bewaring van eetwaren bestemd voor de verkoop, apparaten, gereedschappen, vaten of voorwerpen te gebruiken waarvan de delen die in aanraking komen of moeten komen met de genoemde eetwaren zijn ingewreven met paraffine of minerale olie. In de Europese wetgeving inzake levensmiddelenadditieven bestaat er een vergunning voor specifieke toepassingen van microkristallijne was (E905), zoals de oppervlaktebehandeling van fruit (alleen voor meloenen, papaja's, mango's, avocado's en ananassen), snoepgoed en suikerwerk. Dit additief bestaat uit geraffineerde mengsels van vaste verzadigde koolwaterstoffen, verkregen uit aardolie of synthetische grondstoffen. Het gebruik ervan leidt niet tot schadelijke gevolgen voor de gezondheid en de zuiverheid ervan is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 231/2012.

MOH worden vaak in twee groepen verdeeld: de verzadigde fractie of MOSH  (mineral oil saturated hydrocarbons) en de aromatische fractie of MOAH  (mineral oil aromatic hydrocarbons). Vaak gaat het om complexe mengsels met sterk uiteenlopende karakteristieken.
 

Wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) over minerale oliën in levensmiddelen

In 2012 publiceerde de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) een studie over de risico's van de aanwezigheid van MOH in levensmiddelen. Uit de studie bleek dat de niveaus van blootstelling aan bepaalde bestanddelen uit deze MOH potentieel een risico voor de volksgezondheid kunnen inhouden. MOSH  zouden zich kunnen opstapelen in verschillende weefsels en organen, wat kan leiden tot schadelijke gevolgen voor de gezondheid, en MOAH  zouden kankerverwekkend en genotoxisch kunnen zijn.

In 2019 werden er MOAH  gedetecteerd in partijen zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. In een nieuwe studie van de EFSA wordt geconcludeerd dat de aanwezigheid van MOAH  in deze producten een gezondheidsrisico voor baby's kan inhouden. Deze verbindingen zouden er normaliter niet in mogen worden aangetroffen.

In maart 2023 heeft de EFSA voor openbare raadpleging een ontwerp van wetenschappelijk advies ingediend met als titel “Update of the risk assessment of mineral oil hydrocarbons (MOH) in food” (Update van de risicobeoordeling van minerale olie-koolwaterstoffen (MOH) in levensmiddelen). In dit ontwerp-advies concludeerde de EFSA dat MOSH geen risico voor de menselijke gezondheid opleveren. De EFSA bevestigde anderzijds dat MOAH met 3 of meer aromatische ringen genotoxisch en carcinogeen zijn. Op basis van scenario's van blootstelling aan MOAH met 3 of meer ringen in levensmiddelen en het gebrek aan toxicologische informatie over de effecten van MOAH met 1 en 2 ringen werd een mogelijk gevaar voor de menselijke gezondheid geuit.

Publicatie van de definitieve versie van het advies wordt verwacht in juli 2023..
 

Wetenschappelijk onderzoek op Belgisch niveau

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heeft het "MinOil"-project geïnitieerd en gefinancierd. Dit project werd uitgevoerd door Sciensano in samenwerking met de VUB en Interscience tussen 2015 en 2019.  Het onderzocht de aanwezigheid van minerale oliën in verpakte levensmiddelen op de Belgische markt en schatte de potentiële gezondheidsrisico's in verband met de blootstelling aan MOH  via de voeding voor de Belgische consumenten. Het heeft aldus bijgedragen tot het Europese controleprogramma inzake MOH  (zie hieronder). Dankzij het MinOil-project konden ook de analysecapaciteiten op Belgisch niveau worden ontwikkeld; het heeft bijgedragen tot de opstelling van Europese richtsnoeren voor de analyse van minerale oliën in levensmiddelen.

Op het vlak van materialen die met levensmiddelen in contact komen, heeft de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu het project "MIGRACARTO" geïnitieerd en gefinancierd. Het door Sciensano geleide project ging in 2022 van start en zal eind juni 2023 aflopen. Het algemene doel van MIGRACARTO is de potentiële migratie van stoffen uit papieren en kartonnen rietjes en meeneemartikelen te onderzoeken. Het doel van deze studie is het aanbod van papieren en kartonnen rietjes en meeneemartikelen op de Belgische markt te beschrijven en de potentiële migratie van stoffen, zoals MOH , op basis van gerichte monsters op kwantitatieve en kwalitatieve wijze te bepalen.
 

De analyse van MOH , een methodologische uitdaging

De analyse van MOH  is complex. Zij vereist momenteel een hoog expertiseniveau en speciale laboratoriumapparatuur. De uitdagingen van deze analyse houden verband met de complexiteit van hun samenstelling, die lineaire alkanen, vertakte alkanen en cyclische koolwaterstoffen bevat. De scheiding van de afzonderlijke verbindingen is moeilijk maar het is mogelijk om MOH  te scheiden in verschillende "fracties" ("C-fracties"), afhankelijk van het aantal koolstofatomen in hun moleculaire structuur. Fracties met een laag aantal koolstofatomen (< C25) zijn vluchtig, waardoor het risico op kruisbesmetting groot is. Om kruisbesmetting tot een minimum te beperken, moeten geschikte praktijken en technieken voor monsterneming, vervoer en laboratoriummanipulaties worden toegepast.

Een voorafgaande extractiestap is noodzakelijk voor de analyse van MOH . Deze stap is van cruciaal belang en de moeilijkheidsgraad ervan hangt af van de samenstelling van het voedselmonster (bijv. vet- en watergehalte), de aanwezigheid van interferenties, de oorsprong van de verontreiniging en de vereiste gevoeligheid.

De basisvoorbereiding van de monsters omvat gewoonlijk een "verzepingsstap" om triglyceriden te verwijderen. Er kan een extra stap ter voorbereiding van het monster nodig zijn om interferenties als gevolg van de aanwezigheid van natuurlijke n-alkanen (biogenische n-alkanen) en olefinen te verwijderen, die respectievelijk door vaste-fase-extractie met aluminiumoxide en door epoxidatie kunnen worden verwijderd. Deze processen kunnen echter ook leiden tot een verlies van MOH  in het monster. 

Het Joint Research Centre (JRC) heeft in 2018 een gids gepubliceerd over de methodologie voor de monitoring van koolwaterstoffen uit minerale oliën in levensmiddelen en contactmaterialen. Deze gids beschrijft de stappen voor de monsterneming, de analyse en de rapportering van de resultaten. Momenteel wordt gewerkt aan een bijgewerkte versie van de JRC-gids, die in het eerste kwartaal van 2023 moet verschijnen. Deze nieuwe versie zal de toepassing van de hieronder vermelde risicobeheersmaatregelen mogelijk maken.

Sinds januari 2023 heeft het Europees referentielaboratorium voor Processing Contaminants (EURL-PC) de taken van het JRC inzake de analyse van MOH  in levensmiddelen overgenomen. Het JRC blijft echter het EURL voor de analyse van de MOH  in materialen die met levensmiddelen in contact komen.
 

Risicobeheer en maximumgrenzen voor MOH   

Tussen 2017 en 2019 werden de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de producenten verzocht de aanwezigheid van MOH  in levensmiddelen en in contactmaterialen te controleren. De gegevens van dit controleprogramma werden ingediend bij de EFSA.  Het doel was de lacunes in de analytische gegevens op te vullen die de EFSA in zijn advies van 2012 had vastgesteld.

Er bestaan nog geen wettelijke maximumgrenzen voor MOH  in levensmiddelen. 

Bij gebrek daaraan, en gelet op de potentiële gezondheidsrisico's die de aanwezigheid van MOAH  in levensmiddelen met zich meebrengt, zijn er op Europees niveau bepaalbaarheidsgrenzen van de analysemethodes (LOQ) vastgesteld. Deze  bepalen het maximumniveau voor de aanwezigheid van MOAH  vanaf wanneer een levensmiddel als gevaarlijk wordt beschouwd overeenkomstig artikel 14 van de Verordening (EG) nr. 178/2002 (de zogenaamde "General Food Law") en waarboven de controle-instanties maatregelen zouden moeten nemen ten aanzien van de producten.

Deze grenswaarden zijn opgenomen in een gezamenlijke verklaring van de Commissie en de lidstaten van 21 april 2022, gewijzigd op 19 oktober 2022. Zij zijn gericht op alle levensmiddelen, onafhankelijk van de bron van de contaminatie (verpakkingsmaterialen of andere bronnen), en hebben betrekking op de totale concentratie MOAH  die de fractie MOAH ≥ C10 tot ≤ C50 omvat:   

  • 0,5 mg/kg voor droge levensmiddelen met een laag vet- of oliegehalte (≤ 4 % vet of olie);
  • 1 mg/kg voor levensmiddelen met een hoger vet- of oliegehalte (> 4 % vet of olie, ≤ 50 % vet of olie);
  • 2 mg/kg voor vetten, oliën of levensmiddelen die meer dan 50 % vet of olie bevatten.

Indien deze grenswaarden worden overschreden, dan moeten de betrokken levensmiddelen uit de handel worden genomen en zo nodig worden teruggeroepen teneinde een hoog beschermingsniveau van de menselijke gezondheid te waarborgen. In dit verband benadrukken de lidstaten ook de verantwoordelijkheden van de exploitanten van levensmiddelenbedrijven, overeenkomstig artikel 19 van de “General Food Law”.

Aanvullende regelgevende maatregelen, zoals de vaststelling van maximumgehalten, zullen door de Commissie en de lidstaten worden overwogen op basis van het nieuwe wetenschappelijke advies van de EFSA, dat in juli 2023 wordt verwacht.

Aanbevelingen aan de levensmiddelensector

Indien gerecycleerd karton als verpakkingsmateriaal wordt gebruikt, kan een functionele barrière aangebracht worden onder de vorm van een geschikte binnenzak of een geschikte binnenlaag om de overdracht van MOH uit het gerecycleerd karton naar het levensmiddel te vermijden.

Goede fabricagepraktijken zijn zeer belangrijk: men moet bijvoorbeeld bijzondere aandacht schenken aan het type gebruikte technische oliën en mogelijke lekken en ook waken over een goede grondstoffenselectie, evenals over het correct gebruik van additieven en technische hulpstoffen. Het gebruik van minerale oliën als coating op levensmiddelen is verboden, met een aantal uitzonderingen die in de additievenverordening gegeven worden.  Ook het gebruik als lossingsmiddel is verboden. Er dient tevens gelet te worden op de opslagtijd en -omstandigheden van verpakte levensmiddelen.

Zie ook de instructies van het FAVV aan de exploitanten van levensmiddelenbedrijven in het kader van hun autocontrole.

Nuttige linken