Het Zoutconvenant

In het kader van het Federaal Plan voor Voeding en Gezondheid en van zijn globale strategie om de zoutinname door de bevolking te verminderen, ligt onze FOD aan de basis van het Zoutconvenant, dat werd opgesteld met de vrijwillige medewerking van de federatie van de Belgische voedingsindustrie (FEVIA) en de federatie voor handel en diensten (COMEOS). Het Convenant beoogde de zoutinname door de bevolking met 10% te verminderen tussen 2009 en 2012, door het zoutgehalte in voedingsmiddelen te verlagen en door de bevolking bewust te maken van de risico’s van te veel zout in de voeding.

FOD Volksgezondheid lanceerde de campagne « Stop het zout », die wijst op het rechtstreeks verband tussen overconsumptie van dat ingrediënt en hypertensie, jaar na jaar doodsoorzaak nummer één in ons land.

De geleidelijke daling van de hoeveelheid zout in voedingsmiddelen, vanaf 2009, doet zich vooral voor bij vleesproducten, diverse broodsoorten, soepen in poedervorm, bereide maaltijden en kazen.

De daling van 7,5% tot 36% die werd vastgesteld in de samenstelling van die soorten producten toont aan dat het convenant een groot succes is.

Een studie uit 2014, waarin de urine van een steekproef van 235 Belgen gedurende 24u werd geanalyseerd, toonde aan dat de gemiddelde zoutinname 9,5 g per dag bedraagt, tegenover 10,45 g/dag in 2009, dat is een daling van 10%, overeenkomstig het convenant.