Op maandag 5 november 2018 vond de vierde Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 2018 plaats.

Volgende beslissingen werden onder meer genomen:

 

  • Een protocolakkoord over de wijze waarop de toekomstige 25 locoregionale ziekenhuisnetwerken over het grondgebied zullen worden verdeeld en dus tussen de gefedereerde overheden die zullen instaan voor de erkenning ervan. De Interministeriële Conferentie is akkoord over volgende verdeling:
     
    • maximaal 13 netwerken exclusief bestaande uit ziekenhuizen die zich op het grondgebied van het Vlaams Gewest bevinden;
    • maximaal 8 netwerken exclusief bestaande uit ziekenhuizen die zich op het grondgebied van het Waals Gewest bevinden, waarbij:
      • 1 netwerk, naargelang de ziekenhuizen van dat netwerk behoren tot de erkenningsbevoegdheid van de Duitstalige Gemeenschap en het Waals Gewest, gezamenlijk erkend door deze overheden;
      • deze netwerken, in voorkomend geval, naargelang de ziekenhuizen van een netwerk behoren tot de erkenningsbevoegdheid van de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest, gezamenlijk erkend worden door deze overheden;
    • maximaal 4 netwerken bestaande uit ziekenhuizen die zich op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevinden, maar die ook ziekenhuizen kunnen bevatten die gelegen zijn buiten het bedoelde gewest, waarbij:
      • maximaal 1 netwerk erkend wordt door de Vlaamse Gemeenschap;
      • maximaal 3 netwerken, naargelang de ziekenhuizen van een netwerk behoren tot de erkenningsbevoegdheid van verschillende overheden, gezamenlijk erkend door twee of meer van de volgende overheden: het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschap. De betrokken entiteiten verbinden zich ertoe in een geest van wederzijds vertrouwen en loyauteit te handelen. De betrokken entiteiten verbinden zich ertoe geen unilaterale beslissingen te nemen die ingaan tegen de belangen van een andere entiteit. Als doelstelling wordt gesteld om evenwichtige ziekenhuisnetwerken op het Brusselse grondgebied te verzekeren die rekening houden met de patiëntenstromen: de voorstellen met betrekking tot de 3 netwerken in kwestie zullen worden getoetst aan deze doelstelling. De entiteiten zullen onderling overleg plegen en een akkoord afsluiten, zodat de erkenning van de netwerken kan plaatsvinden volgens de datum voorzien door de federale wet.

Op vraag van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid zal de federale minister dit akkoord meedelen aan de federale regering, alsook communiceren in het kader van de parlementaire besprekingen van het ontwerp van wet.

 

  • Een protocolakkoord over medische beeldvorming, volgend op een evaluatie van het akkoord uit 2014. Doel is enerzijds voldoende capaciteit inzake medische beeldvorming te verzekeren en anderzijds overconsumptie en ondoelmatig voorschrijven te vermijden, rekening houdend met de risico’s op vlak van volksgezondheid. Het akkoord omvat beslissingen op vlak van de invoering van het elektronisch voorschrift voor medische beeldvorming, de uitrol van een systeem van beslissingsondersteuning voor voorschrijvers, audit op het voorschrijven van medische beeldvorming, bijzondere aandacht voor de problematiek van lage rugpijn, enz. Gekoppeld aan deze doelstellingen zal de federale programmatie kunnen worden uitgebreid met 18 toestellen.  

     

  • Een protocolakkoord over de creatie en de modaliteiten van een nieuw paramedisch beroep van ambulancier voor het niet-dringend patiëntenvervoer. Ter zake zal er een erkennings- en visumplicht zijn vanaf 2020. De gefedereerde entiteiten ondernemen de nodige acties op vlak van opleiding en de erkenningsprocedure; het federale niveau voorziet de nodige reglementering inzake de creatie, kwalificaties en bevoegdheden van het nieuwe beroep.

     

  • Een akkoord over de wijze waarop de deelstaten en de federale overheid zullen samenwerken om vanaf ten laatste eind 2019 een programma voor neonatale screening naar mucoviscidose operationeel te maken.

     

  • Een gemeenschappelijke verklaring over de doelstellingen en principes voor een nieuw beleid inzake geestelijke gezondheidszorg voor ouderen. Een technische werkgroep zal deze gemeenschappelijke verklaring verder operationaliseren.


    Verder werd een gebruikelijke rapportering over de werkzaamheden van de verschillende interfederale interkabinettenwerkgroepen in de schoot van de IMC voorzien.

Madame JODOGNE, Présidente actuelle de la Conférence interministérielle, Ministre, Membre du Collège de la Commission communautaire française (COCOF), compétente pour la Politique de Santé,

Mevrouw DE BLOCK, federaal Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Ministre fédérale des Affaires sociales et de la Santé publique,

Dhr. VANDEURZEN, Minister van de Vlaamse Regering, Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,

Madame GREOLI, Vice-Présidente du Gouvernement wallon et Ministre de l’Action sociale, de la Santé, de l’Egalité des chances, de la Fonction publique et de la Simplification administrative,

Monsieur GOSUIN, Ministre membre du Collège réuni de pour la Commission Communautaire Commune de Bruxelles-Capitale, compétent pour la Politique de la Santé, la Fonction publique, des Finances, du Budget, du Patrimoine et des Relations extérieures,

Dhr. VANHENGEL, Minister, Lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), bevoegd voor Gezondheidsbeleid, Openbaar Ambt, Financiën, Begroting, het Patrimonium en Buitenlandse Betrekkingen,

Monsieur DEMOTTE, Ministre de la Communauté française, Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles,

Monsieur ANTONIADIS, Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales.

 Het secretariaat van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid wordt waargenomen door het Directoraat-generaal Gezondheidszorg van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu.