Terug naar orthoptist-optmetrist

Op 12 april 2019 werd een nieuw koninklijk besluit betreffende het beroep van orthoptist-optometrist gepubliceerd dat op 22 april 2019 in werking treedt. De nieuwe regelgeving is gericht op de werkelijke behoeften in het domein van de oogzorg en heeft als doel om de oogartsen bij te staan in het bevorderen van de toegankelijkheid van de kwalitatieve oogzorg.

Hieronder vindt u enkele veel gestelde vragen:

  • Wat is er gewijzigd aan het beroep van orthoptist?

Het nieuwe besluit vervangt het koninklijk besluit van 7 juli 2017 betreffende het beroep van orthoptist en introduceert:

  1. Een nieuwe beroepstitel
  2. Kleine aanpassingen aan de minimale kwalificatievereisten
  3. Aanpassingen aan de bevoegdheden (de voorwaarden voor de uitoefening van bepaalde technische prestaties en van bepaalde toevertrouwde handelingen zijn gewijzigd)
  4. Overgangsmaatregelen voor personen die momenteel werkzaam zijn in het domein

1. De beroepstitel

De beroepstitel wordt gewijzigd naar orthoptist-optometrist. Hiermee wordt de rol van het paramedisch beroep binnen de oogzorg duidelijk onderscheiden van de rol van de opticien, die geen handelingen stelt binnen de gezondheidszorg. Het uitvoeren van oogmetingen en het aanpassen van contactlenzen behoort tot de uitoefening van het gezondheidszorgberoep. Het afleveren van brillen en van lenzen is daarentegen geen handeling die moet worden voorbehouden aan gezondheidszorgberoepen.

2. De minimale kwalificatievereisten

Er werden enkele kleine aanpassingen doorgevoerd aan de minimale kwalificatievereisten zoals bijvoorbeeld de specifieke vermelding van theoretische en praktische opleiding in het toedienen van collyria en het doorlopen van de stage in de verschillende domeinen van de oogzorg. De aanpassingen zijn in lijn met de bevoegdheden van de orthoptist-optometrist.

3. De bevoegdheden

Er worden geen wijzigingen aangebracht aan de handelingen en prestaties die het beroep mag uitvoeren, maar de voorwaarden waaronder bepaalde handelingen en prestaties mogen worden uitgevoerd worden wel aangepast. De voornaamste wijzigingen zijn de volgende:

  • De orthoptist-optometrist kan autonoom bepaalde onderzoeken uitvoeren bij personen vanaf 16 jaar. Hiervoor is geen geneeskundig voorschrift meer vereist, maar in plaats daarvan wordt omschreven wanneer de orthoptist-optometrist de patiënt moet doorverwijzen naar de oogarts, namelijk indien:
    - de best gecorrigeerde visus volgens  Snellen < 0.8 (of een equivalent op een andere visusschaal, zoals 0.1 LogMAR) is met elk oog;
    - er een daling van groter dan 1 lijn is tussen de consulten
    - er een ametropie ≥ 8D of een astigmatisme ≥ 3D wordt gemeten
    - er een vermoeden van oogaandoening is.
    (Deze doorverwijsplicht werd in het koninklijk besluit van 27 februari 2019 niet helemaal correct omschreven. Er werd daarom een wijziging voorzien  in het KB van 12 juni 2019.)

    Personen jonger dan 16 jaar moeten altijd eerst een oogarts raadplegen, die de patiënt kan doorverwijzen naar een orthoptist-optometrist.
     
  • De orthoptist-optometrist kan autonoom contactlenzen aanpassen bij personen vanaf 16 jaar. Personen jonger dan 16 jaar moeten eerst een oogarts raadplegen, die een voorschrift kan opmaken voor een contactlensaanpassing door een orthoptist-optometrist. De aanpassing van specifieke contactlenzen ter behandeling van oogaandoeningen is een medische handeling, en kan daarom enkel uitgevoerd worden door de orthoptist-optometrist als de oogarts deze handeling onder eigen toezicht en eigen verantwoordelijkheid toevertrouwt.
     
  • Het toedienen van collyria wordt toegevoegd aan de lijst met onderzoeken en behandelingen die de orthoptist-optometrist mag uitvoeren op voorschrift van de oogarts. Deze handeling moet niet meer verplicht onder eigen toezicht en eigen verantwoordelijkheid van de oogarts gebeuren. De oogarts blijft wel verantwoordelijk voor het opstellen van het voorschrift, maar de orthoptist-optometrist is verantwoordelijk voor de uitvoering.
     
  • De orthoptist-optometrist mag bepaalde oefentherapieën geven aan de patiënt op voorschrift van een oogarts, bijvoorbeeld bij specifieke evenwichtsklachten. Nadien mag de orthoptist-optometrist deze behandeling verderzetten bij de patiënt op voorschrift van bepaalde andere artsen-specialisten.

4. Overgangsmaatregelen

Tenslotte worden er overgangsmaatregelen ingevoerd die in werking treden op 22 april 2019:

  • Voor orthoptisten
    Als u op 22 april 2019 over een erkenning en een visum beschikt als orthoptist wordt u beschouwd als orthoptist-optometrist, u hoeft geen verdere stappen te ondernemen.
     
  • Voor personen die gestart zijn met een opleiding tot orthoptist
    Als u vóór 22 april 2019 bent gestart met een opleiding tot orthoptist hoeft u geen bijkomende opleiding te volgen, als uw opleiding beantwoordt aan de minimale kwalificatievereisten van het KB van 7 juli 2017.
    Van zodra u over uw diploma beschikt kan u een aanvraag indienen voor een erkenning als orthoptist-optometrist. U wordt gelijkgesteld met de personen die voldoen aan de nieuwe kwalificatievereisten.

    Als u uiterlijk in 2017 bent begonnen aan een opleiding tot orthoptist en u uw diploma uiterlijk tegen 31 december 2021 behaalt, hoeft u geen bijkomende opleiding te volgen, als uw opleiding beantwoordt aan de minimale kwalificatievereisten van het KB van 24 november 1997.
    Van zodra u over uw diploma beschikt kan u een aanvraag indienen voor een erkenning als orthoptist-optometrist. U wordt gelijkgesteld met de personen die voldoen aan de nieuwe kwalificatievereisten.
     
  • Voor personen die beschikken over een diploma van een graduaat- of een bacheloropleiding in het domein van de oogzorg of voor personen die gestart zijn met een dergelijke opleiding
    Als u beschikt over een graduaat of een bachelor diploma van een opleiding in het domein van de oogzorg, waarvan het niveau, maar niet de volledige theoretische, theoretische en praktische opleiding en stages overeenstemmen met de minimale kwalificatievereisten zoals omschreven in het KB van 27 februari 2019, komt u in aanmerking voor een erkenning en een visum als orthoptist-optometrist.
    U kan een aanvraag indienen voor een erkenning als orthoptist-optometrist. Deze aanvraag moet vóór 22 april 2023 worden ingediend (u dient dus uiterlijk op deze datum over uw diploma te beschikken).
     
  • Voor personen die welbepaalde technische prestaties en/of welbepaalde handelingen stellen die tot het beroep van de orthoptist-optometrist behoren
    Als u welbepaalde prestaties of welbepaalde handelingen verricht die behoren tot het beroep van de orthoptist-optometrist, kan u een derogatie (of 'bekendmaking') aanvragen om deze prestaties en/of handelingen te blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de orthoptist-optometrist, zonder dat u de beroepstitel draagt. 

    Indien u van deze overgangsmaatregel wenst te genieten moet u kunnen aantonen dat u, voorafgaand aan 22 april 2019, over de ervaring en de bekwaamheid beschikt tot het stellen van deze prestaties en/of handelingen. Dit kan aan de hand van:
    - Een attest verstrekt door een oogarts,
    of
    - Een attest verstrekt door een onderwijsinstelling die de opleiding tot orthoptist-optometrist aanbiedt (zoals bedoeld in art. 3 van het KB van 27 februari 2019).  

    Deze aanvraag moet vóór 22 april 2023 worden ingediend.
     
  • Opgelet:
    U moet over een visum beschikken om (een deel van) het beroep van orthoptist-optometrist te mogen uitoefenen.

    Als u over een visum beschikt voor de uitoefening van (een deel van) het beroep van orthoptist-optometrist, maar de gezondheidsproblematiek van de patiënt de grenzen van uw bekwaamheid overschrijdt, bent u verantwoordelijk om de patiënt te verwijzen naar een bevoegd gezondheidszorgbeoefenaar.

    Hier vindt u de lijst van personen die over een visum beschikken voor het uitoefenen van (een deel van) het beroep van orthoptist-optometrist.

Top

  • Welke impact heeft deze wetgeving op opticiens en optometristen?

Enkel erkende gezondheidszorgberoepen mogen handelingen stellen die tot de uitoefening van de gezondheidszorg behoren. Dit geldt ook voor de uitoefening van de technische prestaties en toevertrouwde handelingen in de oogzorg die omschreven zijn in de bijlagen van het koninklijk besluit van 27 februari 2019

Dit is niet veranderd, volgens de wetgeving die hieraan vooraf ging was het reeds zo dat enkel artsen en orthoptisten (op voorschrift van een oogarts) oogmetingen mochten uitvoeren en contactlenzen mochten aanpassen. Hierover bestond echter veel onduidelijkheid op het terrein, veel opticiens en optometristen stelden bepaalde voorbehouden handelingen toch.

De opticien is echter geen gezondheidszorgberoep en mag dus bijgevolg geen oogmetingen uitvoeren en geen contactlenzen aanpassen. Dit beroep kan wel  in staan voor het afleveren van brillen en van lenzen, dit is geen handeling die is voorbehouden aan gezondheidszorgberoepen. 

Opticiens of optometristen die de voorbehouden technische prestaties en toevertrouwde handelingen in de oogzorg willen blijven stellen, moeten over een erkenning of derogatie en een visum van orthoptist-optometrist beschikken. 
U kan hieronder nagaan in welke situatie u zich bevindt en welke stappen u moet ondernemen: 

  • Indien u vóór 22 april 2023 over een diploma beschikt in het domein van de oogzorg van minimum 180 ECTS studiepunten, komt u in aanmerking voor een erkenning van orthoptist-optometrist. Als u over een erkenning en een visum van orthoptist-optometrist beschikt, heeft u de wettelijke bevoegdheid om alle prestaties en handelingen die omschreven zijn in de bijlagen van het koninklijk besluit van 27 februari 2019 uit te voeren. Echter, als de gezondheidsproblematiek van de patiënt de grenzen van uw bekwaamheid overschrijdt, bent u verantwoordelijk om de patiënt te verwijzen naar een bevoegd gezondheidszorgbeoefenaar. Net zoals alle gezondheidszorgbeoefenaars mag u enkel de zorghandelingen uitvoeren waarvan u kan aantonen dat u over de nodige bekwaamheid en ervaring beschikt.
     
  • Indien u niet in aanmerking komt voor een erkenning (u beschikt bijvoorbeeld over een diploma van een opleiding in het domein van de oogzorg waarvan het niveau lager is dan 180 ECTS studiepunten, of u bent gestart  met een dergelijke opleiding), maar u wenst toch prestaties en/of handelingen te stellen die behoren tot het beroep van orthoptist-optometrist, kan u, naar gelang uw situatie:

Top

  • Hoe kwamen de wijzigingen aan dit beroep tot stand?

De orthoptist is een erkend paramedisch beroep sinds 1997. De laatste jaren ontstond er een tekort aan orthoptisten, waardoor patiënten onvoldoende toegang hebben tot visuele revalidatie. Er werden immers geen orthoptisten meer opgeleid in België. Vooraleer men de opleiding tot orthoptist kon volgen, moest men beschikken over een diploma van ergotherapeut, logopedist, verpleegkundige of kinesitherapeut. Door een lage instroom van studenten werd de opleiding tot orthoptist stopgezet. 
De Federale Raad voor de paramedische beroepen en de Technische Commissie voor de paramedische beroepen hebben adviezen (NRPB 2015/02 en TCPB 2016/01) uitgebracht om de regelgeving van het beroep van orthoptist aan te passen zodat deze situatie kon aangepakt worden.  

De minister van Volksgezondheid, Maggie De Block heeft in opvolging van deze adviezen het koninklijk besluit van 24 november 1997 herzien. Dit resulteerde in het koninklijk besluit van 7 juli 2017 waarin de minimale kwalificatievereisten voor het beroep van orthoptist werden aangepast. Sindsdien kunnen de Gemeenschappen die bevoegd zijn voor het onderwijs een bacheloropleiding tot orthoptist organiseren. Daarnaast werden de bevoegdheden van de orthoptist duidelijker geformuleerd. 
De minister vond echter dat de reglementering van de beroepen in de oogzorg nog steeds te strikt was en onvoldoende tegemoetkwam aan de noden op het terrein. Daarom werd aan de Federale Raad voor de paramedische beroepen, de Technische Commissie voor de paramedische beroepen en de Hoge Raad van artsen-specialisten en van huisartsen gevraagd om een gezamenlijk advies te geven over de behoefte aan nieuwe gezondheidszorgberoepen in de optometrie en de optiek (advies FRPB 2017/05, advies TCPB 2017/01  en advies HRGSHA 2017/10)

Uit deze adviezen is duidelijk gebleken dat er geen nood is om het beroep van opticien te erkennen als gezondheidszorgberoep. Voor de optometrie is de situatie iets complexer. De verschillende adviesraden vinden dat er geen nood is aan een bijkomend gezondheidszorgberoep in de oogzorg. Volgens de HRASHA is er echter wel behoefte aan een toegankelijkere oogzorg met een rol voor het paramedisch beroep in de eerste lijn (zie advies HRASHA).

Daarom heeft de minister beslist om het beroep van orthoptist opnieuw aan te passen. Het beroep krijgt een rol in de eerste lijn en dit nog steeds in nauwe samenwerking met de oogartsen. De beroepstitel wijzigt naar orthoptist-optometrist opdat een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen de zorgverlener enerzijds en de opticien anderzijds.

Top