De IMC besteedde zoals tijdens haar vorige bijeenkomsten bijzondere aandacht aan de stand van zaken met betrekking tot de strategie van testing, contactopvolging en snelle opsporing van eventuele nieuwe uitbraken van de epidemie. Al deze aspecten spelen een cruciale rol in de voorbereiding van België op een eventuele tweede golf van de epidemie.

De IMC besprak het ontwerp van samenwerkingsakkoord met het oog op het organiseren van de contactopvolging. Dit akkoord, dat nog ter finale validatie wordt voorgelegd aan het Overlegcomité en vervolgens het gebruikelijke advies- en goedkeuringstraject van een samenwerkingsakkoord moet volgen op het niveau van de regeringen en parlementen van de bevoegde overheden, heeft zowel betrekking op de manuele contactopvolging als de mogelijkheid tot ontwikkeling van een contactopsporingsapplicatie. Een tijdslijn werd afgesproken tussen de ministers die beoogt om binnen de kortst mogelijke termijn de instemmingsakte van het samenwerkingsakkoord te kunnen publiceren in het Belgisch Staatsblad, uiteraard met respect voor de bevoegdheden van elke actor die in het proces moet tussenkomen. In afwachting van het samenwerkingsakkoord voorziet de federale overheid, met akkoord van alle deelstaten, verder in een juridisch kader. Dit kader is integraal in lijn met de afspraken in het samenwerkingsakkoord.

De IMC kwam ook overeen om de werkgroep inzake het eventueel voorzien in een contactopsporingsapplicatie te heractiveren, rekening houdend met de internationale richtlijnen en ervaringen die inmiddels ter beschikking zijn. De ministers engageren zich om maximaal samen te werken in dit dossier, o.m. om te vermijden dat verschillende applicaties op het Belgisch grondgebied zouden bestaan. Vanzelfsprekend moet, indien een applicatie wordt ontwikkeld, deze ook compatibel zijn met deze die in andere landen worden ontplooid.

De uitrol van de contactopvolgingssystemen en de operationalisering van de teststrategie wordt in eerste instantie overkoepeld door het Interfederaal Comité Testing & Tracing. De IMC verwelkomde Karine Moykens, secretaris-generaal van het Vlaams Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezien, als nieuwe voorzitter van het comité en dankt haar voorganger Emmanuel André voor zijn inzet.

De IMC nam kennis van de vorderingen inzake de ontwikkeling van de zogenaamde tweedelijnsdefensie die voorziet een systeem van monitoring, vroegtijdige detectie, snelle actie en informatiedoorstroom bij eventuele nieuwe uitbraken van de epidemie. Duidelijke rollen en verantwoordelijkheden en procedures zullen daarvoor in de komende tijd in plaats worden gebracht.

De IMC gaf vervolgens een mandaat om een aantal voorstellen die, ook rekening houdend met voorlopige lessen die al getrokken kunnen worden uit de aanpak tijdens de eerste COVID-19-golf, werden neergelegd omtrent de versterking van de ziekenhuizen en hun onderlinge samenwerking binnen locoregionale netwerken verder uit te werken, bv. wat de versterking van de infectiepreventie en -controle betreft. Deze voorstellen hebben niet alleen betrekking op de ziekenhuizen zelf, maar ook op transmurale samenwerking met de eerste lijn en zorgcollectiviteiten zoals de rusthuizen. Ook inzake het interhospitaal transport binnen de zich ontwikkelende locoregionale ziekenhuisnetwerken start de IMC haar werkzaamheden op om te komen tot meer stroomlijning van het beleid, onder meer ook wat de facturatie aan de patiënt betreft.

Inzake de triage- en staalafnamecentra wordt een opvolging voorzien van de uitvoering van het protocolakkoord van 20 mei.

Tot slot werden de conclusies van de technische werkgroep over de toewijzing van kosten en meerkosten van de ziekenhuizen in het kader van de COVID-19-crisis goedgekeurd. Er zijn afspraken gemaakt over welke kosten door welke overheid ten laste zullen worden genomen, rekening houdend met de bevoegdheden van de federale overheid en gemeenschapsoverheden. De technische werkgroep zal zijn werkzaamheden verderzetten. Voor de ziekenhuizen is zo gegarandeerd dat er geen discussie ontstaat over welke overheid welke kost moet dragen.

 

 

Dit persbericht is opgemaakt namens volgende ministers die samen de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid vormen:

  • Maggie De Block - federale Staat
  • Wouter Beke - Vlaanderen
  • Christie Morreale – Waals gewest
  • Valérie Glatigny - Franse Gemeenschap
  • Bénédicte Linard - Franse Gemeenschap
  • Alain Maron - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en Franse Gemeenschapscommissie
  • Elke Van den Brandt - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en Vlaamse Gemeenschapscommissie
  • Antonios Antoniadis - Duitstalige Gemeenschap
  • Aangevuld met Philippe De Backer, bevoegd voor de Taskforces Testing en Shortages

 

De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid wordt georganiseerd en ondersteund door het DG Gezondheidszorg van de FOD VVVL.