Belang van vaccinatie tegen seizoensgebonden griep in de context van COVID-19
Voor de winter van 2020-2021 is het des te belangrijker om de risicogroepen zo breed mogelijk te kunnen vaccineren om overbelasting van de gezondheidszorg te voorkomen, gezien het mogelijke risico dat het griepseizoen samenvalt met een COVID-19-piek.
Vaccinatie van gezondheidswerkers is essentieel om patiënten indirect te beschermen en om ervoor te zorgen dat de zorgverleners beschikbaar zijn in het geval van een nieuwe golf van COVID-19. Ook zal vaccinatie van mensen tussen 50 en 64 jaar de werklast voor de eerstelijnsgezondheidszorg verminderen.

Beschikbaarheid van vaccins tegen de seizoensgriep
België zal 2,9 miljoen vaccins tegen de seizoensgriep beschikbaar hebben, wat meer is dan de vorige jaren. Deze hoeveelheid zal voldoende zijn om de vaccinatie van de door de Hoge Gezondheidsraad (HGR) vastgestelde risicogroepen te dekken, als het vaccinatiepercentage vergelijkbaar is met het vorige seizoen.
Er zullen drie quadrivalente vaccins beschikbaar zijn: Alpharix-Tetra®, Influvac Tetra® en Vaxigrip Tetra®. Er is nog overleg aan de gang om het aantal beschikbare vaccins te vergroten.

Gefaseerde vaccinatie
Meestal wordt aanbevolen om tussen half oktober en half december een griepprik te nemen, waarbij het vaccin binnen tien tot vijftien dagen na de injectie bescherming biedt. Voor de seizoensgriep 2020-2021 zijn de ministers van Volksgezondheid (federaal en deelstaten) voorstander van een gefaseerde aanpak van de vaccinatie. Die gefaseerde aanpak geldt zowel voor de arbeidsgeneeskunde als voor de vaccinatie door de behandelende arts. Artsen en apothekers worden geïnformeerd over het belang van een gefaseerde aanpak voor de vaccinatie tegen de seizoensgriep 2020-2021.

De vaccinatiecampagne zal daarom in twee fasen worden uitgevoerd.
1. Van half september tot half november 2020
De vaccins worden alleen afgeleverd aan de door de HGR gedefinieerde doelgroepen. Dat zijn de
risicopersonen, maar ook de mensen die onder hetzelfde dak wonen, het personeel uit de
gezondheidssector en de mensen boven de vijftig jaar.
2. Vanaf half november 2020
Afhankelijk van de beschikbaarheid van de vaccins na de prioritaire vaccinatie van de vorige
doelgroepen, kan de vaccinatie worden uitgebreid tot de rest van de bevolking.

Advies Hoge Gezondheidsraad
De risicogroepen die de HGR identificeert in het advies over de vaccinatie tegen de seizoensgebonden griep, seizoen 2020-2021, zijn de volgende:

CATEGORIE A

  • Groep 1: personen met een risico op complicaties

- alle zwangere vrouwen, ongeacht de fase van de zwangerschap
- alle patiënten vanaf de leeftijd van 6 maanden die lijden aan een onderliggende chronische aandoening, ook indien gestabiliseerd, van de
longen (inclusief ernstige astma ), het hart (uitgezonderd hypertensie), de lever, de nieren, aan metabole aandoeningen (inclusief diabetes), BMI > 35, aan neuromusculaire aandoeningen of aan immuniteitsstoornissen (natuurlijk of geïnduceerd)
- alle personen vanaf 65 jaar
- personen die in een instelling verblijven
- kinderen vanaf 6 maanden tot 18 jaar die een langdurige aspirinetherapie
ondergaan

  • Groep 2: personen werkzaam in de gezondheidssector
  • Groep 3: personen die onder hetzelfde dak wonen als

- de risicopersonen uit groep 1
- kinderen jonger dan 6 maanden

CATEGORIE B

  • Personen tussen 50 en 65 jaar


Dit persbericht is opgemaakt namens volgende ministers die samen de Interministeriële Conferentie
Volksgezondheid vormen:
- Maggie De Block - federale staat
- Wouter Beke - Vlaanderen
- Christie Morreale - Waals gewest
- Valérie Glatigny - Franse Gemeenschap
- Bénédicte Linard - Franse Gemeenschap
- Alain Maron - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en Franse Gemeenschapscommissie
- Elke Van den Brandt - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en Vlaamse
Gemeenschapscommissie
- Antonios Antoniadis - Duitstalige Gemeenschap
- Aangevuld met Philippe De Backer, bevoegd voor de Taskforces Testing en Shortages

De Interministeriële Conferentie Volksgezondheid wordt georganiseerd en ondersteund door het DG Gezondheidszorg van de FOD VVVL.