Moet de anonimiteit van spermadonoren worden opgeheven?

In dit briefadvies onderzoekt het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, als onafhankelijke instantie, de kwestie van de anonimiteit van gameten- en embryodonoren.
 
Voor dit briefadvies kon het Belgisch Raadgevend Comité voor de Bio-ethiek  zich baseren op zijn kenmerkende deskundigheid, pluralisme en interdisciplinariteit en op de mening van externe deskundigen.
De aanbevelingen stellen een meersporenbeleid voor ten aanzien van donoren en ontvangers, die een optie kunnen kiezen die bij hen past, maar waarin ook rekening wordt gehouden met de wensen van de personen verwekt met donormateriaal.
 
Het Comité heeft zich vooreerst gebogen over wetenschappelijke studies betreffende de gevolgen van het al dan niet kennen van de identiteit van de donor op de kinderen geboren uit de donatie. Uit deze studies blijkt dat het welzijn, de psychologische ontwikkeling en de kwaliteit van de ouder-kind relatie niet verschilt van andere kinderen. De wensen en behoeften van de personen geboren na donatie van gameten verschillen sterk naargelang de persoon waardoor het onmogelijk is om één enkele juiste handelwijze te bepalen.
Het Comité is van mening dat, gezien er geen zwaarwegende negatieve gevolgen zijn bij de verschillende mogelijke pistes, de reproductieve autonomie van de ouders moet worden gerespecteerd. Zij stelt daarom een meersporenbeleid voor waarbij zowel de ouders als de donoren kunnen kiezen uit 3 opties: anoniem, identificeerbaar of gekend. De belangen van het kind worden door de ouders behartigd die hiervoor het best geplaatst zijn.

De keuze uit de 3 opties is bindend voor de ouders en de donoren: beide partijen moeten respecteren wat werd overeengekomen. Anderzijds kunnen de personen verwekt met donormateriaal, eens volwassen, vragen stellen bij de beslissing van de andere betrokkenen. Daarom is het Comité van mening dat de personen geboren na donatie via het fertiliteitscentrum aan de donor de vraag moeten kunnen richten om meer informatie of om rechtstreeks contact. De donor moet dan beslissen of hij / zij hierop in gaat. Het Comité meent ook dat alle personen geboren na gametendonatie toegang zouden moeten kunnen krijgen tot niet-identificerende en medische informatie, ongeacht het type donor.

Het Comité vraagt dat de verplichte anonimiteit uit de wet wordt geschrapt en de 3 opties worden aangeboden. Tevens pleit ze voor de oprichting van een centrale databank voor de bewaring van de informatie en voor het opmaken van een wettelijk kader dat de fertiliteitscentra de mogelijkheid geeft om de uitwisseling van informatie tussen donor en persoon geboren na donatie te organiseren.
Geen enkele oplossing kan aan alle verwachtingen en wensen van alle betrokkenen tegemoet komen aangezien deze verschillen naargelang de persoon en het gezin. Het voorstel is dan ook een middenweg dat probeert zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van alle partijen, waarbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat beslissingen in de loop der tijd kunnen evolueren. Het voorstel wenst eveneens te voorkomen dat men ingevolge wettelijke bepalingen zijn toevlucht neemt tot minder gecontroleerde en minder veilige alternatieve kanalen.
 
Het briefadvies is beschikbaar via de volgende link:
https://www.health.belgium.be/nl/belgisch-raadgevend-comite-voor-bio-ethiek