Activiteiten  op zee 

Het Belgische deel van de Noordzee heeft een grote en vaak ongekende biodiversiteit. Ook het spectrum aan menselijke activiteiten dat plaatsvindt, is enorm divers. Plaats en tijd zijn hierbij belangrijke factoren. Dicht of ver van de kust, op de zee of op de zeebodem, in de herfst of tijdens de zomer, … Verschillende activiteiten kunnen ook plaatsvinden binnen eenzelfde zone. Zandontginning en scheepvaart bijvoorbeeld. Andere sectoren zoals visserij en toerisme zijn dan weer grotendeels seizoensgebonden.

De belangrijkste activiteiten die zich in onze Noordzee afspelen zijn:

 het marien ruimtelijk plan 2020-2026
 

Natuurberscherming en -herstel 

Onze Noordzee is een plek vol leven met verschillende soorten dieren die allemaal hun eigen plekje verdienen. Daarom zijn er enkele beschermde gebieden aangeduid in het Belgische deel van de Noordzee. In het Westen liggen de Vlaamse banken, aangeduid voor de bescherming ​van zandbanken, grindbedden en banken van schelpkokerwormen, die de habitat vormen van de bruinvis, de gewone en de grijze zeehond. Langsheen de kust zijn er drie vogelbeschermingsgebieden waar vogels kunnen foerageren (voedsel verzamelen) en rusten.

In het nieuwe marien ruimtelijk plan (2020-2026) is er nog een nieuw natuurgebied bijgekomen: de Vlakte van de Raan die grenst aan de Nederlandse grens. Daarnaast wordt het natuurgebied de Baai van Heist opgenomen in het vogelbeschermingsgebied ter hoogte van Zeebrugge. Op die manier is een efficiënter beheer mogelijk, door de optimalisatie van monitoring, wetenschappelijk onderzoek en handhaving. De bedoeling van deze gebieden is niet om alle activiteiten uit te sluiten, wel om het zeeleven te beschermen.

 het marien ruimtelijk plan 2020-2026’
 

Een waaier aan ecosysteemdiensten

Zorg dragen voor onze natuur is cruciaal. Dankzij haar rijke diversiteit en diverse ecosystemen  zorgt de natuur namelijk ook voor ons. Hieruit vloeien ecosysteemdiensten voort,  of voordelen die wij als mensen uit de natuurlijke omgeving verkrijgen. In dit geval het marien milieu van de Noordzee.


Er zijn vier verschillende soorten ecosysteemdiensten:

-Bevoorradende diensten: alle producten die we uit het ecosysteem halen om op te eten (vissen, schaal- en schelpdieren, …). Maar ook wieren en micro-organismen voor cosmetica of schelpjes als souvenirs vallen hieronder.

-Regulerende diensten: De Noordzee maakt deel uit van de oceaan. Die oceaan regelt de CO₂-balans op aarde, mildert ons klimaat via golfstromen (anders had België mogelijks hetzelfde klimaat als Canada!) en houdt de watercyclus van de aarde in evenwicht. Zo helpt ze mee het klimaat te regelen en is ze een goede buffer tegen klimaatopwarming. Daarnaast houden algen het water proper door het te zuiveren en zijn duinen onze eerste beschermbarrière tegen overstromingen.

-Culturele diensten: alle niet-materiële diensten die we uit het ecosysteem halen. De zee is een oneindige bron van inspiratie, kennis, onderzoek en vermaak voor iedereen.

-Ondersteunende diensten: ecosysteemdiensten die andere ecosysteemdiensten ondersteunen zodat ze goed functioneren. Voorbeelden zijn de productie van zuurstof door algen via fotosynthese en de Noordzee, met haar talrijke zandbanken als kraamkamer voor vele soorten. Ook  de hoge productie van biomassa door het voedselrijk zeewater, wat het visbestand ten goede komt, is een ondersteunende ecosysteemdienst.

Een ecosysteem biedt niet noodzakelijk alle vier de types van diensten tegelijkertijd aan, maar meestal wel een combinatie van enkele. Welke combinatie hangt dan weer af van het soort ecosysteem. Om de diversiteit aan diensten te blijven gebruiken, is het belangrijk om verschillende ecosysteemtypes in stand te houden.

Wat doet de overheid?

Een van de voornaamste hulpmiddelen bij het beschermen van ecosystemen is het fonds Leefmilieu. Via dit fonds probeert de dienst Marien Milieu de algemene milieukwaliteit te bewaren bij beschadiging van (waardevolle) natuur, bijvoorbeeld door economische of industriële activiteiten, ontginning of constructiewerkzaamheden.  

Op dit moment bestaat milieucompensatie, voor het Belgisch deel van de Noordzee, uitsluitend voor de windmolenparken. Het is geen belasting maar een onderdeel van het evenwicht tussen de positieve en negatieve impact van een activiteit op het mariene milieu. Noem het gerust een verdeling van de lasten en de lusten tussen de vergunninghouder en de maatschappij.

Enkele voorbeelden van projecten en voorstellen die reeds zijn uitgevoerd onder het fonds zijn studies naar meervoudig ruimtegebruik, de mogelijkheid voor aquacultuur binnen windmolenparken en het afval verwijderen aan en rond een scheepwrak.  

De dienst Marien Milieu is ook verantwoordelijk voor de bescherming van de Natura 2000-gebieden in onze Noordzee (de Vlaamse Banken, de Vlakte van de Raan en de drie vogelbeschermingsgebieden). Door de bescherming en het herstel van de aangeduide soorten en habitats die hieronder vallen kunnen de functies van kritieke ecosystemen bewaard blijven of versterkt worden. Aan de kust plaatsten we vijf informatiepanelen over deze beschermde natuurgebieden in het Belgische deel van de Noordzee.
(Top^)

Visserij en aquacultuur

Visserij is in België economisch gezien een kleine speler. Toch blijft het aan de kusteen belangrijke sector. Vissers op de Noordzee gebruiken vooral de boomkor. Die is zeer efficiënt voor de vangst van benthische vissen zoals tong en schar. Het is een zware metalen dwarsbalk – de boom – die met netten en kettingmat over de zeebodem wordt gesleept. Garnalen vangen gebeurt nog steeds met een seynenet, getrokken door een paard. Sinds 2013 zijn onze Belgische garnaalvissers ook erkend als immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid door Unesco.

 het marien ruimtelijk plan 2020-2026

Naast de commerciële visserij is ook recreatieve visserij een activiteit in de Noordzee die nog meer dan 800 vaartuigen uitoefenen. Voor recreatieve visserij is geen vergunning nodig aangezien de vangst niet verkocht mag worden. Er gelden wel een aantal wetten en regels.

​Visserijmaatregelen

De wetgeving in verband met visserij is een Vlaamse beleidsmaterie. Op Europees niveau bepaalt het Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB) de koers. Het GVB heeft als doel vispopulaties op lange termijn in stand te houden. Het focust daarnaast op belangrijke problemen als overbevissing, bijvangst en overcapaciteit van de vloot. Visserijmaatregelen kunnen de basis vormen voor een eerlijke en duurzame visserij-industrie zonder negatieve impact op andere mariene grondstoffen.


Boomkorvisserij, de vangst van de dag, garnaalvissers te paard © Vilda en ILVO

De Europese Commissie consulteert haar lidstaten in verband met het GVB. Zo kunnen zij ook een actieve rol spelen in het visserijbeleid van hun eigen wateren. Aangezien het beheer van het Belgische deel van de Noordzee een federale bevoegdheid is, neemt de dienst Marien Milieu deze verantwoordelijkheid op zich. Bij het nemen van visserijmaatregelen moet de dienst in dialoog gaan met andere lidstaten die vissers hebben in onze Noordzee. Zo voert men momenteel een onderzoek om de biologisch meest waardevolle gebieden binnen het Habitatrichtlijn gebied ‘Vlaamse Banken’ aan te duiden. Deze informatie zal men samenleggen met data over visserijdruk binnen het gebied. Uiteindelijk moet dit resulteren in verschillende, wetenschappelijk onderbouwde, scenario’s voor te nemen visserijmaatregelen. Deze zullen de basis vormen van een overleg met de betrokken landen om zo samen tot effectieve visserijmaatregelen te komen.

Aquacultuur

Aquacultuur is het kweken van aquatische organismen zoals vissen, schelpdieren en zeewieren voor commerciële doeleinden. Het is wereldwijd de snelst groeiende sector binnen de voedselproductie. Dit type industrie kan zowel op het land als in zoet-, brak- of zout water plaatsvinden.   


Hangcultuur mosselen © Vilda

Aquacultuur die op zee plaatsvindt is een industriële activiteit en dus ook een federale bevoegdheid, waarvoor een vergunning en een milieueffectenrapport nodig is. De technische en economische haalbaarheid van maricultuurprojecten werd in onze Noordzee al getest in enkele proefprojecten. Er is geëxperimenteerd met de platte oester, de sint-jakobsschelp, met mosselen en met suikerwier. De kweek gebeurt via ophangstructuren en matten in zee. Voor suikerwier en mosselen waren de resultaten voorzichtig positief. In 2018 haalde men de eerste 67 kg mosselen boven, geteeld in windmolenparken. De volgende uitdaging is maricultuur mogelijk maken op commerciële schaal zonder hierbij de duurzaamheid uit het oog te verliezen.

Wat doet de overheid?

  • De federale overheid kan maatregelen treffen om de milieu-impact van visserij beter te beheersen. Bijvoorbeeld bodemberoerende visserij in bepaalde zones beperken. Ze investeert ook in projecten om marien zwerfvuil binnen deze sector te bestrijden. Bijvoorbeeld door het fishing for litter project, het onderzoek in het taggen van visnetten en het opleiden van jonge vissers omtrent marien zwerfvuil.
  • De federale overheid adviseert de Minister van Noordzee bij het toekennen van de vergunningen om aan commerciële aquacultuur te doen in onze Noordzee. Een milieuvergunning en gebruiksvergunning voor een commerciële zone zijn cruciaal om te mogen starten. Voor onderzoeksactiviteiten is er een aparte procedure.
  • De federale overheid stimuleert meervoudig ruimtegebruik in het Belgisch deel van de Noordzee. De studie rond aquacultuur in de windmolenparken is hier een voorbeeld van.

(Top^)

Scheepvaart en havens 

Onze Noordzee is één van de drukst bevaren zeeën ter wereld en is de toegangspoort naar alle Belgische zeehavens. Jaarlijks zijn er meer dan 300.000 scheepvaartbewegingen, gaande van commerciële schepen, vissersboten, patrouilleschepen en passagiersschepen tot pleziervaartuigen.

 het marien ruimtelijk plan 2020-2026

Met meer dan 200 jaar aan zeevaarttraditie prijkt de koopvaardijvloot onder Belgische vlag momenteel nog steeds in de top 25 qua draagvermogen van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en kan het zich staande houden tussen landen als Nederland en Frankrijk. Dit komt mede dankzij de belangrijke havens langsheen onze Belgische kust en rivieren.


De haven van Zeebrugge © TBN -Jorn Urbain

Zo zijn er:

  • Zeven zeehavens: Antwerpen, Blankenberge, Brugge-Zeebrugge, Gent, Oostende, Nieuwpoort en Brussel.

- Antwerpen = containertransport
- Gent = overslag van handelsgoederen - staalindustrie
- Zeebrugge = overslag van auto's, gaslevering
- Oostende = transport van goederen en alternatieve energieën. Het laadt en lost bijna 283 miljoen ton goederen per jaar.

  • Drie vissershavens: Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge.

- Nieuwpoort is de thuisbasis van de kustvisserij en de jacht = 1% van de totale Belgische visaanvoer.
- Oostende verwelkomt vissersvaartuigen = 34% van de totale Belgische visaanvoer.
- Zeebrugge verwelkomt schepen van de grote vloot = 65% van de totale Belgische visaanvoer.

  • Vier jachthavens: Nieuwpoort, Oostende, Blankenberge en Zeebrugge.

Ze vertegenwoordigen 3.553 ligplaatsen, waarvan 1.813 voor Nieuwpoort, één van de grootste jachthavens van Noordwest-Europa.

Een zee van wrakken

In onze Noordzee liggen naast alle boten in de jachthavens ook meer dan 300 scheepswrakken verspreid over de bodem. De wrakken zijn voornamelijk het gevolg van de twee wereldoorlogen. Ze hebben een grote culturele waarde en zijn heel populair bij wrakduikers en sportvissers. Bovendien hebben ze ook een grote ecologische waarde, omdat het belangrijke schuiloorden en kraamkamers zijn voor verschillende soorten fauna. Er bestaat een wet die het mogelijk maakt om wrakken als cultureel erfgoed onder water te beschermen als ze ouder zijn dan 100 jaar. Tot hiertoe zijn er negen wrakken erkend.

Kaart een zee vol erfgoed/kennis uit Er beweegt wat op zee: het marien ruimtelijk plan 2020-2026

Wat doet de overheid?

Maritieme scheepvaart, maritieme toegang en het beheer van havens zijn belangrijke bevoegdheden die gedragen worden door verschillende overheden, onder meer de FOD Mobiliteit, het Maritiem Informatie Kruispunt en de havenautoriteiten. Op internationaal niveau is de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) verantwoordelijk voor het VN-zeerechtverdrag, zowat de grondwet voor schepen op zee. Zij houden zich ook bezig met veiligheid en het voorkomen van vervuiling op zee. De FOD Mobiliteit vertegenwoordigt België binnen deze organisatie. Voor ons leefmilieu zijn volgende zaken van belang:

  • De emissies van schepen valt onder de regelgeving van zowel de IMO (voor zwavelemissies) als de EU (CO2-emissies). In België volgt de FOD Mobiliteit dit op.
  • Ballastwater is voor schepen essentieel om te kunnen varen op zee. Er is echter een risico voor het milieu aan verbonden. Ongewenste soorten kunnen immers via dit water meeliften van een buitenlandse haven naar onze contreien. Het Ballastwaterverdrag, opgesteld door de IMO, legt hiervoor regels op. Zo verplicht het schepen om een logboek bij te houden over het water dat in en uit de ballasttanks gaat en moeten havens faciliteiten voorzien om de tanks te reinigen of te repareren. De FOD Mobiliteit neemt dit op voor België.
  • Onderwatergeluidsbronnen kunnen de communicatie tussen soorten verstoren, stress veroorzaken en het natuurlijke gedrag van soorten veranderen. Daarom onderzoekt de dienst Marien Milieu mogelijkheden om het geluid onder water te verminderen.
  • Soms moet zand of slib verplaatst worden om  het doorgaand scheepsverkeer vlot te laten verlopen in vaargeulen en nabij havens. Dit levert een grote hoeveelheid baggerspecie op. Die moet terug in zee worden gestort op daarvoor aangeduide baggerstortplaatsen. Ook voor deze activiteit is een vergunning en milieueffectenrapportage nodig.

(Top^)

Hernieuwbare energieproductie

De zee biedt tal van mogelijkheden om duurzame ‘blauwe’ energie op te wekken. Zo kan men naast wind ook energie opwekken uit de bewegingen van getijden of golven. Voorlopig blijven windturbines in onze Noordzee echter de belangrijkste bron. Op vlak van hernieuwbare energie zijn we hierdoor zelfs de vierde grootste speler in offshore-energielevering (dit wil zeggen op zee) binnen Europa. De offshore windenergiesector levert 10% van de totale elektriciteitsvraag van België.

 het marien ruimtelijk plan 2020-2026

Naast het ecologische voordeel,  is windenergie steeds meer technisch en economisch een interessant alternatief voor fossiele brandstoffen. Offshore windmolenparken hebben ook belangrijke voordelen ten opzichte van windmolenparken op het land. Er is geen bebouwing en daardoor zijn grotere windmolenparken mogelijk. Ook de hogere windsnelheden op zee zorgen voor meer rendement. Dankzij onze Noordzee halen we ongeveer de helft van de hernieuwbare energiedoelstellingen.


Windturbines op zee © DG Leefmilieu

Tegen 2021 zullen er negen windmolenparken operationeel zijn. Om windturbines te mogen bouwen heeft de initiatiefnemer een concessie en een milieuvergunning nodig. Om deze vergunning te verkrijgen moet er een milieueffectenrapport zijn dat de mogelijke impact op de fauna en flora in kaart brengt. Momenteel zijn er concessies geleverd voor negen windturbineparken in specifiek daarvoor voorziene ruimtes in het Belgische deel van de Noordzee.

Er is zeker nog groeimarge wat offshore windenergie betreft. In het nieuwe marien ruimtelijk plan staan drie bijkomende zones voor hernieuwbare energie ingetekend. Twee zones liggen in of nabij het Natura 2000-gebied Vlaamse Banken. Om de impact op het leefmilieu zo goed mogelijk in te schatten en te beperken, zijn er verschillende studies lopende (EDEN2000). Daaropvolgend kunnen privébedrijven hun beste bod insturen om windmolenparken in deze zones te bouwen en te beheren. Deze procedure heet tendering. Zo zijn er minder subsidies nodig en dat is goed voor de consument. 

Energie aan land brengen

Energie uit windmolenparken geraakt aan land via kabels. Het marien ruimtelijk plan voorziet corridors voor deze kabels (en telecommunicatiekabels en pijpleidingen). Door bundeling van de kabels in deze corridors is er minder impact op andere activiteiten. Enkele windmolenparken werken ook via het “Offshore Modular Grid” van Elia. Dit zogenaamde stopcontact op zee zorgt voor een vermindering van het aantal kabels op zee, is goed voor de portemonnee van de consument én voor het milieu.


MOG bij zonsondergang © Elia

Wat doet de overheid?

Duurzame energie is een onderwerp waar we alleen maar voorstanders van kunnen zijn, maar ook de milieubelangen mogen we hierbij niet vergeten. Zowel bij het inplannen van nieuwe windmolenparken en bij de exploitatie van de bestaande windmolenparken heeft de overheid een rol. De locatie van windmolens moet goed worden overwogen. Zo zullen bijvoorbeeld commerciële scheepvaart en visserij niet langer mogelijk zijn in die zones. Maar ook de trekroutes van vogels zijn hierbij van belang, om ongelukken te vermijden. Bij de bouw van windmolenparken komt ook veel kijken op milieuvlak. Zo is het inkloppen of ‘heien’ van de palen een proces dat enorm veel geluidsoverlast en bodemverstoring geeft. In de begeleidingscomités van de windmolenparken zit dan ook steeds een vertegenwoordiger van de dienst Marien Milieu om de belangen van het milieu te bewaken.
(Top^)

Zand- en grindontginning

 

Zandontginning is een belangrijke economische activiteit binnen het Belgische deel van de Noordzee. Locaties voor zandontginning zijn op land schaars. Daarom is zeezand een interessant alternatief.

Kaart de zee als natuurkracht/bouwstof uit Er beweegt wat op zee: het marien ruimtelijk plan 2020-2026

In onze Noordzee wordt er jaarlijks twee à drie miljoen m3 zand ontgonnen. Het ontgonnen zeezand is een belangrijke basisgrondstof voor de betonindustrie en de wegenbouw.  Ook voor aanvullende kustbescherming is veel zand nodig.

Het marien ruimtelijk plan voor de periode 2020-2026 legt specifieke zones voor zandwinning vast. Er is bovendien een zone afgebakend voor het onderzoek naar het potentieel voor zandwinning. Deze laatste compenseert ontginningszones die mogelijk zullen wegvallen ten voordele van nieuwe windmolenparken.

De dienst Marien Milieu zetelt in de raadgevende Commissie die verantwoordelijk is voor de coördinatie van het beleid betreffende zandwinning op zee.

Om zand te mogen ontginnen is een milieueffectrapport nodig. Op basis van dit rapport wordt al dan niet een vergunning uitgereikt voor zandontginning. De zandontginners betalen een vergoeding per m³ ontgonnen zand. Deze vergoedingen worden onder andere gebruikt voor onderzoek naar de gevolgen van de ontginning van zand op de zeebodem en op het milieu.

De procedure hiervoor vind je op de website van de FOD Economie.

Grindontginning is sinds 2014 verboden in het Natura 2000-gebied en de Vlaamse Banken (als maatregel van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie). Bovendien is het nog onontgonnen grind van lage kwaliteit, wegens te kleine korrelgrootte.

Hoe gebeurt zandontginning?

Zandontginning vereist specifieke schepen. De sleephopperzuiger werkt met één of twee verstelbare zuigbuizen die aan het uiteinde een sleepkop hebben die zand en grind opzuigt. Dit zand komt in het beun of laadruim van het schip terecht en zinkt daar naar de bodem. Hierdoor stroomt het resterende water over boord. Eenmaal het beun volgeladen is, vaart het schip naar de losplaats. Dat lossen gebeurt op verschillende manieren.


Sleephopperzuiger

  • Dumpen: door de deuren of kleppen in de bodem van het schip te openen, valt de lading uit het schip.
  • Persen: met behulp van jetpompen wordt onder hoge druk water in het beun gepompt. Hierdoor wordt het materiaal in het beun weer vloeibaar. Vervolgens zuigen de bagger­pompen het ontstane mengsel op en kan het schip de lading verpersen door een leiding aan te koppelen.
  • Rainbowen: deze methode werkt op dezelfde manier als persen, alleen wordt de lading hier niet door een leiding geperst, maar over de boeg met een boog op de gewenste plaats gespoten (de rainbow).
  • Via de kraan of transportband lossen: het gewonnen zand wordt met behulp van loskranen of een transportband uit het beun gehaald.

Wat doet de overheid?

De dienst Continentaal Plat van de FOD Economie levert de concessie voor de ontginning. De Minister van Noordzee levert de milieuvergunning.
(Top^)

Militaire activiteiten 

In onze Noordzee zijn sommige delen afgebakend voor militaire oefeningen. Dat kunnen  schietoefeningen zijn vanop land richting zee (in Lombardsijde)  of vanop zee naar drijvende doelen. De grootte van de zone is afhankelijk van de gebruikte wapens. Schietoefeningen van op land mogen enkel overdag plaatsvinden en niet tijdens weekends, feestdagen en schoolvakanties. Tijdens militaire oefeningen is varen, vissen, baggeren en ontginnen in deze gebieden verboden. Andere gebruikers van de zee moeten hiervan een tijdige verwittiging krijgen, via een ‘bericht aan zeevarenden’ door de afdeling Kust van het Vlaams departement Mobiliteit.

 het marien ruimtelijk plan 2020-2026’

Daarnaast zijn er ook speciale gebieden, verder zeewaarts, voor het oefenen in leggen, vegen en detoneren (tot ontploffing brengen) van mijnen. Er worden niet enkel ‘oefenmijnen’ gedetoneerd, ook mijnen uit vroegere oorlogen worden door Defensie, met de nodige veiligheidsmaatregelen, onschadelijk gemaakt. Bepaalde gebieden kunnen ook worden gebruikt voor NAVO-oefeningen met meerdere lidstaten, deze gebeuren onder strikte geheimhouding.

Wat doet de overheid?

Militaire activiteiten moeten goed worden gepland, een nietsvermoedend plezierbootje komt immers liever niet in het midden van een grootschalige oefening van de marine terecht. Om die reden zijn er duidelijke afspraken gemaakt tussen de zeegebruikers over waar en wanneer welke militaire activiteiten plaatsvinden.


Ontploffing op zee © TBN -Jorn Urbain

Militaire activiteiten hebben vaak ook een milieu-impact, zeker op vlak van geluid. Zo kan sonar zeer verwarrend zijn voor zeezoogdieren die op dezelfde frequentie met elkaar communiceren. Ook geplande ontploffingen van oude explosieven hebben een impact. Er wordt dus steeds gezocht naar een evenwicht waardoor aan de ene kant de militairen hun activiteiten kunnen uitvoeren en aan de andere kant het mariene milieu geen significante hinder ondervindt.

Wil je meer weten over de militaire activiteiten op zee en wanneer deze precies plaats vinden? Neem dan een kijkje op deze website.
(Top^)

Blauwe economie - commerciële en industriële activiteiten 

De blauwe economie is een verzamelnaam voor alle activiteiten die plaatsvinden op de zee. De Europese Commissie definieert dit ruw vertaald als “alle economische activiteiten gerelateerd aan oceanen, zeeën en de kust. Deze omvatten zowel de directe exploitatie van de mariene grondstoffen als de indirecte ondersteuning om een duurzame bedrijfsvoering te garanderen.”

Concreet omvat dit bijvoorbeeld de havens, het kusttoerisme, de windmolenparken of de visserij. Ontzilting van zeewater en aquacultuur zijn voorbeelden van opkomende activiteiten, ook bij ons. Bij het opstellen van een nieuw marien ruimtelijk plan zijn ook verschillende zones aangeduid, specifiek met deze opkomende activiteiten in het achterhoofd. Deze zones zijn bedoeld om bedrijven ruimte te bieden om vernieuwende activiteiten op commerciële schaal op te starten. Uiteraard met respect voor het milieu.

Geïnteresseerde bedrijven kunnen bij de dienst Marien Milieu een gebruiksvergunning aanvragen. Hun projecten worden gescoord op basis van o.a. de impact op de natuur, de veiligheid op zee, de maatschappelijke meerwaarde, de impact op zeezicht, … De dienst Marien Milieu formuleert na evaluatie van de aanvragen een advies aan de minister, die dan oordeelt over de gebruiksvergunning. Mocht blijken dat een activiteit in realiteit niet zo rooskleurig loopt dan voorgesteld in de aanvraag, kan de overheid steeds eenzijdig beslissen de vergunning te annuleren.
(Top^)

Toerisme en recreatie 

Wandelen, zonnen, zwemmen, surfen, zeilen of waterskiën … De lijst met ontspanningsmogelijkheden aan de kust is eindeloos. Met 6,8 miljoen dagtoeristen, 7,9 miljoen overnachtingen en 103.947 tweede verblijven (maar liefst 44% van de woongelegenheden aan de kust) is toerisme één van de belangrijkste economische activiteiten aan de kust.


Kitesurfer, relaxen op het strand en oesters © Misjel Decleer, VLIZ (Delva), 123RF.com

Tot rust komen en genieten van de gezonde zeelucht zijn de voornaamste redenen om naar de zee te trekken. Daarnaast kuieren toeristen ook vaak op de zeedijk en steunen ze de lokale horeca.

Voor natuurliefhebbers is er natuurlijk nog veel meer te beleven. Zo zijn er meerdere natuurgebieden en educatieve centra  waar je meer kan leren over de bijzondere natuur. Wie wil meewerken aan het behoud van de unieke omgeving kan ook zelf actief aan de slag door deel te nemen aan vrijwillige strandopruimacties, bijvoorbeeld samen met Eneco Clean Beach Cup of Proper Strand Lopers.

Wat doet de overheid?

De meest evidente actie is het bewaken van de algemene waterkwaliteit , om een sessie pootje baden zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. Ook de acties rond marien zwerfvuil maken het strand een aangename plek om te vertoeven.
(Top^)