Voordelen en nadelen van het eten van vis en zeevruchten
Deel 1 : Kwik en methylkwik in vis


De Hoge Gezondheidsraad is bezig het advies 7617 “Vis en gezondheid” uit 2004 te herzien. In dit eerste deel, dat samen met het Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het FAVV uitgewerkt werd, worden de risico’s van blootstelling aan kwik en methylkwik via visconsumptie onder de loep genomen. In een later deel zullen ook andere contaminanten in de risicoanalyse in rekening gebracht worden, waardoor meer gedetailleerde aanbevelingen mogelijk zullen zijn.
 
Op dit moment blijft de algemene aanbeveling voor de Belgische volwassen bevolking om één tot twee keer per week vis, schaal- en schelpdieren te eten, waarvan ten minste één keer vette vis. Vis en zeevruchten zijn waardevolle bronnen van essentiële voedingsstoffen, zoals eiwitten, poly-onverzadigde vetzuren, jodium, selenium en vitamine D. Ze zijn een interessant alternatief voor vlees en vleesproducten. Hun regelmatige consumptie (een à twee keer per week) heeft een positieve invloed op de gezondheid en brengt geen risico mee wat blootstelling aan kwik betreft. De herkomst en de soorten vis moeten echten van week tot week variëren om de blootstelling aan kwik zo veel mogelijk te beperken.
 
Ook voor kinderen en zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven geldt dezelfde aanbeveling. Omwille van hun verhoogde gevoeligheid voor de risico’s van methylkwik, beperken ze best de consumptie van tonijn en vermijden ze best ook zwaardvis. Andere soorten, zoals makreel, sardines, zalm, haring, heilbot, mosselen, forel en kabeljauw genieten daarom de voorkeur.