babyphone De meeste babyfoons werken door middel van radiogolven. Ze bestaan uit een babytoestel en één of meerdere oudertoestellen. Het babytoestel werkt als zender, het oudertoestel dient als ontvanger. In sommige gevallen kunnen beide toestellen als zenders fungeren. De meeste systemen zenden niet voortdurend uit, maar enkel na het activeren van de zender door de stem van de baby. Draadloze babyfoons met videofunctie zenden daarentegen voortdurend een signaal uit.


In elk geval moeten babyfoons voldoen aan de blootstellingsnormen: de straling mag niet groter zijn dan 2 W/kg voor het hoofd en de romp en 4 W/kg voor ledematen.

Op basis van de beschikbare resultaten uit wetenschappelijk onderzoek verwacht men dan ook geen risico voor de baby. Het is echter toch aan te raden om de blootstelling van het kind aan elektromagnetische velden zo veel mogelijk te beperken.

Er zijn verschillende types van babyfoons beschikbaar op de markt, met een piekvermogen tussen 10 en 500 mW. Er zijn er die werken volgens het DECT-systeem, maar er zijn er ook andere (Wireless audio, short range radio).

Op de grafiek ziet u het verloop van het elektrisch veld van twee verschillende types babyfoons in functie van de afstand.

electrisch_veld_babyfoons_NL 


Gezien babyfoons zo verschillend zijn, is het aan te raden om de gebruiksaanwijzing nauwlettend te volgen, onder andere door het babytoestel op voldoende afstand van het bedje (ten minste 1 m) te plaatsen en het in de stand ‘stemactivatie’ te gebruiken.
 
U kunt alle informatie van deze rubriek in zijn geheel als pdf-document downloaden (infofiche “Draadloze apparaten”).