Het Belgische deel van de Noordzee is één van de meest gebruikte zeeën van de wereld. Menselijke activiteiten op zee moeten dan ook ruimtelijk goed gepland worden en hiervoor bestaat er een Mariene Ruimtelijke Planning (MRP). Omdat veel activiteiten op zee op meer of mindere wijze belastend kunnen zijn voor het mariene milieu, is er regelgeving nodig om te weten wat niet mag en wat wel mag mits de nodige milieuvergunningen (of machtigingen) en onder welke voorwaarden. De passende beoordeling is nodig indien er mogelijk effecten zijn in Natura 2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden).

De Wet Marien Milieu uit 1999 hanteert een aantal milieubeginsels, die zowel voor de MRP als voor het vergunnen van activiteiten op zee bepalend zijn:
• preventief handelen: vooraf milieuschade voorkomen en geen “end of pipe” oplossing;
• het voorzorgsbeginsel: er rekening mee houden dat er mogelijk milieuschade kan zijn, zelfs indien hiervoor geen bewijs of oorzakelijk verband is;
• het beginsel van de vervuiler betaalt;
• het beginsel van duurzaam beheer;
• het beginsel van de ecosysteembenadering.

Regelgeving is één zaak, maar er moet ook worden gegarandeerd dat de regelgeving gerespecteerd wordt; daarom is er nood aan toezicht en handhaving. En er moet paraatheid zijn om aan pollutiebestrijding te doen in geval van rampen.