Genen, soorten en ecosysteemdiensten worden op grote schaal gebruikt door de industrie en het bedrijfsleven. Meer dan de helft van het mondiale BBP, ongeveer 40.000 miljard euro, is te danken aan biodiversiteit.  De bouw, de landbouw en de voedselproductie, drie sleutelsectoren van de economie, zijn er sterk van afhankelijk.

De bescherming en het herstel ervan maken integraal deel uit van het relanceplan van de EU, omdat ze als leverancier van geneesmiddelen enorme nog te ontdekken kansen biedt op het vlak van gezondheid, meer bepaald met betrekking tot COVID-19.

Ze biedt eveneens onmiddellijke mogelijkheden voor handel en investeringen die de economie van de Unie er bovenop kunnen helpen.



Rechtstreekse en onrechtstreekse economische voordelen

Het behoud van de biodiversiteit kan tal van sectoren van de economie rechtstreekse economische voordelen opleveren. De instandhouding van de mariene bestanden zou de jaarlijkse opbrengst van de zeeproductensector met meer dan 49 miljard euro kunnen doen toenemen. Natura 2000, het Europese natuurbeschermingsnetwerk, zou eveneens 200 tot 300 miljard euro per jaar opleveren.

De bescherming van wetlands aan de kust is een van die onrechtstreekse voordelen. Ze zou de verzekeringssector 50 miljard euro per jaar kunnen besparen door de verliezen als gevolg van overstromingsschade te verkleinen (cfr. Barbier et al. 2018, How to pay for saving biodiversity).

Biodiversiteit is natuurlijk kapitaal en daarin investeren, meer bepaald door koolstofrijke bodems en habitats te herstellen, door landbouw te bedrijven op een wijze die rekening houdt met het klimaat en door mariene gebieden te vrijwaren, is economisch gezien zinvol omdat de voordelen veel groter zijn dan de kosten.

Vermijden van de kosten als we niets doen: een winnende keuze
Het verlies aan biodiversiteit en de ineenstorting van ecosystemen leiden tot hoge economische en maatschappelijke kosten.

Wereldwijd wordt geschat dat er tussen 1997 en 2011 jaarlijks voor 3 500 tot 18 500 miljard euro aan ecosysteemdiensten verloren zijn gegaan als gevolg van de veranderingen in het landgebruik. De aftakeling van bodems zou een verlies van 5 500 tot 10 500 miljard euro per jaar veroorzaakt hebben.   Van meet af aan preventieve maatregelen treffen zou een optimale en rendabele strategie zijn. We hebben het dan over "vermeden kosten".

Het doel van die aanpak is het risico verkleinen dat er potentieel grote bedragen moeten worden uitgegeven om het herstel na een ramp te financieren. Zo komen uitgaven die men wijdt aan bescherming tegen overstromingen neer op middelen om zich in te dekken tegen potentieel rampzalige risico's met een gigantisch prijskaartje.