Bestuiving is het proces waarbij de stuifmeelkorrel wordt vervoerd die een rol speelt bij de voortplanting van de meeste bloemplanten. Het is één van de talrijke diensten die door de natuur wordt geboden en die de biodiversiteit bevorderd. Meer dan 100.000 soorten insecten, vogels en zoogdieren dragen hun steentje hier bij.

Bestuiving is de handeling waarbij bloemplanten door het vervoer van stuifmeel van de meeldraad naar de stamper worden bevrucht, bij voorkeur tussen twee afzonderlijke bloemen. Bestuiving is een essentiële ecosysteemdienst. Zonder bestuiving zouden de verscheidenheid en de overvloed aan voedingsmiddelen zeer beperkt zijn. Bovendien zouden ook alle diensten van de bestoven planten worden belemmerd zoals de vorming en het vruchtbaar maken van de bodem.

Er bestaan twee grote soorten bestuivingsvectoren: de wind, die voor 20% bijdraagt  tot de bestuiving van bloemplanten en dieren, waarbij het voornamelijk de insecten zijn die 80 % van de bloemplanten bestuiven. De door de wind bestoven planten zijn bijvoorbeeld de grassen (gras, graan, maïs, …), de naaldbomen (spar, picea, …) en bepaalde bomen (walnotenboom, berk, …). Hun bloemen zijn over het algemeen zeer klein en zonder bloemblaadjes.

Bestuiving door insecten

Talrijke insectensoorten zijn gekende bestuivers: de talrijke bijensoorten natuurlijk, maar ook bepaalde soorten vlinders en bepaalde kevers. Het is evenwel niet altijd gemakkelijk om te bepalen of een bepaalde insect die op een bloem gaat zitten een rol bij de bestuiving zal spelen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de bloembezoekende insecten en bestuivende insecten. Alle insecten die bloemen bezoeken om zich met nectar en/of stuifmeel te voeden, worden als bloembezoekende insecten beschouwd. Op weg van de ene bloem naar de andere vervoeren bepaalde van deze insecten onopzettelijk stuifmeel en dragen ze zo bij tot bestuiving. Dit is het geval voor bepaalde mieren en zelfs bepaalde vliegen. Insecten, waaronder vooral de bij, zijn veel efficiëntere bestuivers dan de wind, aangezien ze rechtstreeks stuifmeel van de ene bloem naar de andere vervoeren.

Andere bestuivers

In sommige streken in de wereld kunnen ook andere dieren de rol van bestuiver spelen, zoals vogels (kolibries bv.), vleermuizen, kleine knaagdieren, buideldieren of hagedissen.

Planten die door insecten of andere dieren worden bestoven, zijn gecamoufleerd om deze bestuivers aan te trekken. Nectar is een mengsel van water en suiker met als enige functie insecten te voeden en aan zich te binden. Deze nectar wordt door gedomesticeerde bijen in honing omgezet. De geur van bloemen die overdag worden bestoven, is minder sterk dan de geur van bloemen die ‘s nachts vooral door vleermuizen en nachtvlinders worden bestoven.