« De toegang en verdeling van voordelen » is een belangrijk thema van de Overeenkomst inzake Biologische Diversiteit, maar deze kwestie neemt ook een centrale plaats in in andere fora.

De FAO (Food and Agriculture Organisation) en het Internationaal Verdrag op de Fytogenetische Hulpmiddelen voor de Voeding en de Landbouw.

Het Internationaal Verdrag is in november 2001 tijdens de 31ste vergadering van de Conferentie van de FAO goedgekeurd. Dit Verdrag is geratificeerd door België in 2007. De doelstelling ervan is de toegang en de verdeling van de voordelen die voortvloeien uit het gebruik van de plantaardige genetische hulpbronnen, die bestemd zijn voor de voeding en de landbouw, te vergemakkelijken. Dit Verdrag is ook gericht op het behoud en het duurzaam gebruik van deze hulpbronnen als basis voor duurzame landbouw en voor de voedselveiligheid. Dit internationale instrument, dat juridisch bindend is, is ontwikkeld om in overeenstemming met de Overeenkomst inzake de Biologische Diversiteit te functioneren.

Het Internationaal Verdrag garandeert het behoud van de uitwisselingen van fytogenetische hulpbronnen (betreffende de plantaardige grondstoffen) die essentieel zijn voo duurzame landbouw en voedselveiligheid in de werled. Hiertoe is er een « multilateraal systeem» ingevoerd dat erop gericht is de toegang tot de fytogenetische hulpbronnen van 64 belangrijke gewassen en voeders die opgelijst zijn in de bijlage 1, te vergemakkelijken. Het Verdrag erkent bovendien de Rechten van de landbouwers, waaronder de bescherming van de traditionele kennis, het recht op een billijke verdeling van de voordelen en op deelname aan het nationale besluitvormingsproces op het vlak van de fytogenetische hulpbronnen.

In 2009 heeft België een Nationaal Comité voor Fytogenetische Hulpbronnen opgericht. Dit comité coördineert de acties en het beleid van de gewesten en de federale overheid op het vlak van de fytogenetische hulpbronnen en de biodiversiteit van de geteelde planten. Dit comité werkt onder de verantwoordelijkheid van de Permanente Werkgroep van de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid (WG-ICLB).

De WTO (Wereldhandelsorganisatie) en het akkoord over de handelsgerelateerde Aspecten van Intellectuele Eigendomsrechten (TRIP’s)

Het Akkoord over de handelsgerelateerde aspecten van intellectuele eigendomsrechten (Agreement on Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights : TRIPS) is begin 1995 in werking getreden. Dit akkoord heeft als doel de intellectuele eigendomsrechten (auteursrechten, fabrieks- of handelsmerken, brevetten, enz.) in het WTO-systeem te integreren en heeft als doel de verschillen in de manier waarop deze rechten wereldwijd worden beschermd te verminderen.

Volgens het Akkoord over de TRIP’s dient de bescherming van de intellectuele eigendom bij te dragen tot technische innovatie en technologietransfers. Het akkoord is evenwel aan de kaak gesteld, aangezien het zou bijdragen tot een bevordering van de industriële monopoliën op technologieën, zaad en genen. Dit is op het niveau waar de interface met het concept “APA” zich bevindt, dus logisch.

De WIPO (Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom)

In oktober 2000 heeft de Algemene Vergadering van de WIPO (World Intellectual Property Organisation : WIPO) het Intergouvernementeel Comité voor intellectuele eigendom betreffende de genetische hulpbronnen, de traditionele kennis en gebruiken opgericht. Dit comité heeft de volgende opdracht : onderhandeling over een akkoord betreffende één of meerdere internationale juridische instrumenten die een efficiënte bescherming van o.m. de genetische hulpbronnen en de traditionele kennis, zullen waarborgen.

Het huidige mandaat van dit Comité loopt in 2013 ten einde met de organisatie van zijn 23ste vergadering. Hier zal de beslissing van de Algemene Vergadering van de WIPO worden geanalyseerd en zal er een stand van zaken worden opgemaakt betreffende de werkzaamheden die moeten worden ondernomen om tot een akkoord te komen.

De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) en haar « Pandemic Influenza Preparedness (PIP) Framework »

Het PIP-kader is van toepassing sinds mei 2011, datum van de goedkeuring ervan door de 64ste Wereldgezondheidvergadering (hoogste beslissingsorgaan van de WHO). Dit kader heeft als doel de uitwisseling van griepvirussen met een pandemisch potentieel en het delen van de voordelen via o.m. de efficiënte en faire terbeschikkingstelling, in zeer specifieke gevallen, van vaccins en geneesmiddelen tijdens toekomstige pandemieën voor landen die hier behoefte aan hebben.

In tegenstelling tot de andere instrumenten zoals het Internationaal Verdrag of het Protocol van Nagoya, is het PIP-kader juridisch niet bindend.