De Verordening (EU) Nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (IUS) is op 1 januari 2015 in werking getreden. Ze voorziet in de invoering van een globaal juridisch systeem voor het verbieden van bepaalde IUS (fauna en flora) die als meest zorgwekkend voor de Europese Unie beschouwd worden en waarvan de negatieve impact bewezen is voor de biodiversiteit en zelfs voor de gezondheid van de mens en/of voor de economie. Dit systeem voorziet onder meer maatregelen inzake handelsbeperkingen.
Het materiële toepassingsgebied van de verordening is vastgelegd in lijsten, die voorgesteld worden door de Europese Commissie en goedgekeurd worden door de lidstaten in het kader van het Comité dat opgericht is door de Verordening (‘comitologie’). De lidstaten kunnen de Europese Commissie voorstellen om bepaalde soorten die ze als problematisch beschouwen, in de lijst op te nemen.
Het opnemen van een soort gebeurt voornamelijk op basis van zeer strenge wetenschappelijke criteria, dit wil zeggen via een voorafgaande wetenschappelijke analyse van de risico’s (doorgaans uitgevoerd door een lidstaat), teneinde de maatregelen inzake commerciële beperkingen ten aanzien van de regels van de WTO en die van de interne markt te kunnen rechtvaardigen.
Die analyses worden eerst gecontroleerd en goedgekeurd door het Wetenschappelijk Forum dat door de verordening is opgericht (het Belgisch biodiversiteitsplatform vertegenwoordigt België) alvorens het Comité zich uitspreekt over de lijst van de voorgestelde soorten.
De lijst van de invasieve uitheemse soorten die verboden zijn op het niveau van de Europese Unie
Een eerste lijst van invasieve uitheemse soorten bestaat sinds 3 augustus 2016. Het is meer bepaald verboden om die soorten in te voeren, uit te voeren of via België door te voeren. Andere verbodsbepalingen zijn van toepassing (verbod op het in de handel brengen, verbod op het houden en het kweken, verbod om de soorten vrij te laten in de natuur enz.) maar vallen onder de bevoegdheden van de gewesten, behalve voor de exclusieve mariene soorten, die een federale bevoegdheid blijven.
De 37 dier- en plantensoorten die momenteel verboden zijn, zijn:
ESPECES |
|
Waterplanten : |
|
Cabomba caroliniana |
Waterwaaier |
Eichhornia crassipes |
Waterhyacint |
Hydrocotyle ranunculoides |
Grote waternavel |
Lagarosiphon major |
Verspreidbladige waterpest |
Ludwigia grandiflora |
Waterteunisbloem |
Ludwigia peploides |
Kleine waterteunisbloem |
Lysichiton americanus |
Moeraslantaarn |
Myriophyllum aquaticum |
Parelvederkruid |
Elodea nuttallii |
smalle waterpest |
Myriophyllum heterophyllum | ongelijkbladig vederkruid |
Alternanthera philoxeroides | alligatorkruid |
Landplanten: |
|
Baccharis halimifolia |
Struikaster |
Heracleum persicum |
Perzische berenklauw |
Heracleum sosnowsky |
Sosnowsky's berenklauw |
Partheniumn hysterophorus |
Partheniumkruid |
Polygonum perfoliatum |
nog geen Nederlandse naam |
Pueraria montana var. lobata |
Kudzu |
Heracleum mantegazzianum |
reuzenberenklauw |
Impatiens glandulifera | reuzenbalsemien |
Asclepias syriaca |
zijdeplant |
Gunnera tinctoria |
gewone gunnera |
Pennisetum setaceum |
fraai lampenpoetsersgras |
Microstegium vimineum |
Japans steltgras |
Invertébrés : |
|
Eriocheir sinensis |
Chinese wolhandkrab |
Orconectes limosus |
Geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft |
Orconectes virilis |
Gevlekte rivierkreeft |
Pacifastacus leniusculus |
Californische rivierkreeft |
Procambarus clarkii |
Rode Amerikaanse rivierkreeft |
Procambarus cf fallax |
Marmerkreeft |
Vespa velutina nigrithorax |
Aziatische hoornaar |
Vissen: |
|
Perccottus glenii |
Amoergrondel |
Pseudorasbora parva |
Blauwbandgrondel |
|
|
Reptiles et amphibiens : |
|
Lithobates (Rana) catesbeianus |
Stierkikker |
Trachemys scripta |
Roodwang-,geelwang- en geelbuikschildpad |
Vogels: |
|
Corvus splendens |
Huiskraai |
Oxyura jamaicensis |
Rosse stekelstaart |
Threskiornis aethiopicus |
Heilige ibis |
Alopochen aegyptiacus |
nijlgans |
Zoogdieren: |
|
Callosciurus erythraeus |
Pallas' eekhoorn |
Herpestes javanicus |
Indische mangoeste |
Muntiacus reevesii |
Chinese muntjak |
Myocastor coypus |
Beverrat |
Nasua nasua |
Rode neusbeer |
Procyon lotor |
Wasbeer |
Sciurus carolinensis |
Grijze eekhoorn |
Sciurus niger |
Amerikaanse voseekhoorn |
Tamias sibiricus |
Siberische grondeekhoorn |
Ondatra zibethicus |
muskusrat |
Nyctereutes procyonoides | wasbeerhond |
vanaf 1/08/2017
Voor meer informatie over die soorten kunt u de websites van de gewesten raadplegen, waar u meer bepaald foto’s en gedetailleerde beschrijvingen vindt. [links naar sites van de gewesten]
Merk op dat die lijst van soorten regelmatig aangevuld moet worden met andere soorten. De tabel zal worden bijgewerkt zodra de nieuwe lijst op Europees niveau goedgekeurd is.
Afwijkende vergunningen – het KB van 17 november 2016 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor het verlenen, opschorten of intrekken van een invoer-, uitvoer- of doorvoervergunning van invasieve uitheemse soorten
Het is mogelijk om af te wijken van het principiële verbod betreffende de 37 soorten. De commerciële verbodsmaatregelen zijn immers niet absoluut. De verordening voorziet daartoe in twee uitzonderingssystemen (art. 8 en 9 van de verordening):
1. artikel 8: een systeem gebaseerd op motieven inzake wetenschappelijk onderzoek, waaronder voor medische doeleinden, en bewaring ex situ (zoo). De lidstaten kunnen omwille van die motieven afwijkende vergunningen verlenen (voor het invoeren, houden, op de markt brengen enz.) – de federale overheid is bevoegd voor de afwijkende invoer-, uitvoer- en doorvoervergunningen;
2. artikel 9: een systeem gebaseerd op redenen van hoog publiek belang, ook van sociale of economische aard. Het gaat hier om een uitzonderingssysteem dat enkel voor uitzonderlijke gevallen kan worden ingeschakeld. De lidstaten kunnen hier slechts een vergunning verlenen op basis van een voorafgaande toelating van de Europese Commissie – de federale overheid is bevoegd voor de afwijkende invoer-, uitvoer- en doorvoervergunningen.
De procedure om een federale invoer-, uitvoer- en doorvoervergunning te verkrijgen, is vervat in het koninklijk besluit van 17 november 2016.
Wilt u een afwijkende vergunning verkrijgen, dan moet u:
1. het bijgevoegde formulier invullen en ondertekenen, eventueel aangevuld met andere nuttige documenten.
2. uw aanvraag:
- ofwel elektronisch versturen naar het adres vergunning.IUS@leefmilieu.belgie.be
- ofwel per post naar
Dienst Biodiversiteit & Governance – Invasieve uitheemse soorten
DG Leefmilieu
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Galileelaan 5/2
B – 1210 BRUSSELMerk op dat die vergunning u er niet van vrijstelt dat u zich aan andere wetgevingen moet houden, zoals die die van toepassing zijn op gewestelijk niveau of inzake diergezondheid.
Indien u eigenaar bent van een dier dat in de lijst opgenomen is en verworven is vóór 3/08/2016 heeft u geen vergunning nodig op basis van de regelgeving ‘invasieve uitheemse soorten’ om er buiten België mee te reizen of het naar België te laten komen. U moet evenwel artikel 31 van de verordening in acht nemen, dat voorziet in een overgangsbepaling voor niet-commerciële eigenaren. Tijdens de reis moet u alle maatregelen nemen om te voorkomen dat het dier zich kan voortplanten of ontsnappen. Uw dier moet bovendien in een gesloten omgeving gehouden worden. Er wordt u voorgesteld om vóór uw reis het volgende te versturen naar het adres dat vermeld is in het onderdeel ‘vergunning’: de geplande reis, het betrokken dier en het bewijs dat het vóór 3/08/2016 verworven werd, alsook de manier waarop het in een gesloten omgeving gehouden zal worden, en de veiligheidsmaatregelen die u gaat nemen. Op basis van de ontvangen documentatie zal het DG Leefmilieu u een brief kunnen toesturen die aantoont dat u artikel 31 in acht neemt. Dat zal de controle aan de grenzen makkelijker maken.
Merk op dat die vergunning u er niet van vrijstelt dat u zich aan andere wetgevingen moet houden, zoals die die van toepassing zijn op gewestelijk niveau of inzake diergezondheid.