Antarctica wordt beschouwd als een onmetelijke bron van natuurlijke rijkdommen en het zijn net die rijkdommen waarvoor de belangstelling zo immens groot is.

Het Verdrag van 1959 « bevriest » de territoriale aanspraken van zeven landen : Chili, Argentinië, Groot-Brittannië, Noorwegen, Australië, Nieuw-Zeeland en Frankrijk. Toch blijven deze landen de gebieden waarop ze aanspraak maken beheren alsof ze hen toebehoren.

In West-Antarctica zijn er overlappingen van de sectoren van Chili, Argentinië en Groot-Brittannië op het Antarctisch schiereiland.

In Oost-Antarctica verdelen vier landen het grondgebied onder elkaar: Noorwegen (Koningin Maudland), Australië (Australisch Antarctisch Territorium), Nieuw-Zeeland (Ross Dependency) en Frankrijk (Adélieland).

Er zijn echter landen die druk uitoefenen om het verbod op boringen, dat bij het Protocol van Madrid van 1991 werd ingesteld, op te heffen.

De ongebreidelde exploratie en de commerciële exploitatie van het Witte Continent stuiten niet alleen op juridische maar ook op technische grenzen gelet op de extreme weersomstandigheden. Zo maakte Groot-Brittannië op 25 december 2012 zonder resultaat een einde aan de wetenschappelijke boringen op 3,4 kilometer onder het Ellsworthmeer. In februari 2012 voerde Rusland een soortgelijke proefboring uit op meer dan 3000 meter met de bedoeling het Vostokmeer onder een 4000 meter dikke ijslaag te bereiken.   

Tijdens de vergaderingen komen ook andere thema’s aan bod :
- de bioprospectie,
- de klimaatverandering en de opwarming van de aarde,

Grote verwachtingen

Er zijn niet alleen de natuurlijke economische mogelijkheden van Antarctica. Ook de ongekende rijkdom aan minerale rijkdommen spreekt tot de verbeelding. Grondstoffen worden schaars en de zoektocht ernaar kent geen grenzen meer. Dit verklaart dan ook waarom in het Antarctisch gebied zoveel economische en geopolitieke belangen op wereldschaal op het spel staan.