De restrictieprocedure maakt het mogelijk om de fabricatie, het gebruik of het op de markt brengen van stoffen, mengsels en artikels te beperken die een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van de mens of het leefmilieu vormen. Enkele voorbeelden zijn de toepassingen van kwik in thermometers, het gebruik van asbest, bepaalde ftalaten in speelgoed…
Toepassingsgebied
De restrictie vormt een soort van «veiligheidsnet» dat het hoofd wil bieden aan risico’s die niet via de andere REACH-procedures in aanmerking worden genomen.
De restrictieprocedure dekt een ruimer gebied dan de REACH-registratieprocedure: ze wordt ook toegepast voor de geïmporteerde en gefabriceerde stoffen van minder dan 1 ton/jaar en voor producten die worden geregeld in sectorale wetgevingen (zoals speelgoed, bouwmateriaal, enz).
Bovendien komt ze tegemoet aan het feit dat de toelatingsprocedure het niet mogelijk maakt om te reageren op de import van stoffen, mengsels en artikels.
De restrictieprodecure dekt niet de fabricatie, het op de markt brengen en het gebruik van stoffen voor ontwikkeling en onderzoek. De procedure dekt ook niet het gebruik van stoffen in cosmetica.
Een restrictie kan het gebruik van een bepaalde stof voor een bepaald doelpubliek verbieden. Zo kan een bepaald artikel verboden worden voor consumenten, terwijl hetzelfde artikel wel nog op de markt kan komen voor professionelen.
De lijst met stoffen die onderworpen zijn aan de restrictieprocedure staat in de bijlage XVII van REACH en omvat de bestaande restricties van de vroegere richtlijn 76/769/EG. Zodra een handelaar een stof uit deze bijlage op de markt wil brengen, moet hij zich houden aan de voorwaarden die hierin worden gespecificeerd (bijvoorbeeld verbod van fabricatie, van het op de markt brengen en/of van het gebruik van een stof, mengsel of artikel).
ECHA, het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen coördineert de REACH-activiteiten en het restrictieproces. Hier vindt men ook de lijst met openbare raadplegingen terug over de restricties die momenteel worden uitgewerkt.
Wetgevende procedure
Een lidstaat of de Europese Commissie kan een dossier voor een REACH-restrictie indienen. Dit dossier moet een evaluatie van de risico’s voor de diverse toepassingen en een sociaal-economische rechtvaardiging omvatten. Deze elementen worden vervolgens onderzocht door de RAC- (Risk Assessment Committee) en SEAC-Comités (Socio-Economic Assesment Committee) van het ECHA (Europees Agentschap voor Chemische Stoffen). Op verschillende momenten van de procedure worden er openbare raadplegingen georganiseerd. Tot slot wordt de stof al dan niet opgenomen in de bijlage XVII van REACH op basis van een voorstel van de Commissie dat wordt besproken in het REACH-Comité.
Een bijna automatische procedure garandeert de opname van CMR-stoffen en -mengsels (stoffen en mengsels die kankerverwekkend, mutageen of een schadelijk effect op de voortplanting hebben) bestemd voor consumenten in de bijlage XVII. Bovendien wordt in de REACH-verordening voorgesteld om het gebruik van CMR-stoffen van categorie 1 en 2 in consumptiegoederen op basis van een vereenvoudigde procedure te beperken. Deze procedure berust op het eigen initiatief van de Commissie en ontwijkt de opinies van de comités van het ECHA.
Een restrictiedossier is slechts ontvankelijk op voorwaarde dat de noodzaak van acties op het vlak van de Commissie wordt aangetoond.
NB : Elke lidstaat kan restrictiemaatregelen op nationaal niveau nemen, maar hij zal dan moeten aantonen dat de nationale situatie specifiek is en verantwoorden dat de maatregel niet op Europees niveau wordt voorgesteld. De bedoeling is elke concurrentieverstoring in de eenheidsmarkt te vermijden.