Verpakkingen die gevaarlijke producten bevatten, moeten zo ontworpen zijn dat ze bestand zijn tegen de inhoud en lekken voorkomen. Voor bepaalde gevarencategorieën zijn er bijkomende voorzorgsmaatregelen vereist. Deze voorzorgsmaatregelen worden verder toegelicht in artikel 35 en in deel 3 van bijlage II van de CLP-verordening.

Zo is een veiligheidssluiting voor kinderen verplicht voor verpakkingen die een stof of een mengsel bevatten die aan het grote publiek worden geleverd en ingedeeld zijn in één van de volgende categorieën:
• acute toxiciteit uit categorie 1 tot 3,
• gevaar in geval van inademing,
• specifieke toxiciteit voor bepaalde doelorganen (met als afkorting STOT in het Engels)- eenmalige blootstelling uit categorie 1,
• STOT – herhaaldelijke blootstelling uit categorie 1,
• Corrosieve effecten voor de huid uit categorie 1.

Deze veiligheidssluiting voor kinderen moet ook worden aangebracht op verpakkingen die geleverd worden aan het grote publiek en die 3 % of meer methanol en/of 1% of meer dichloormethaan bevatten.

Zo is er ook een gevarenaanduiding die met de vinger kan worden gelezen verplicht voor verpakkingen die een stof of een mengsel bevatten die aan het grote publiek worden geleverd en ingedeeld zijn in één van de volgende categorieën:
• acute toxiciteit,
• corrosief voor de huid,
• mutageen voor de geslachtscellen uit categorie 2,
• kankerverwekkend uit categorie 2,
• schadelijk voor de voortplanting uit categorie 2,
• gevoelig voor de luchtwegen,
• specifieke toxiciteit voor bepaalde doelorganen (STOT) uit categorie 1 en 2,
• gevaar in geval van inademing,
• de gassen, vloeistoffen of sterk ontvlambare stoffen uit categorie 1 en 2.


FAQ