Hoewel het begrip Access and Benefit Sharing (ABS), toegang en verdeling van de voordelen (TVV), één van de drie doelstellingen is van het Biodiversiteitsverdrag (BDV) en in dat opzicht één van de belangrijke elementen ervan is, zijn er ook andere fora betrokken bij de discussies in verband met deze thematiek.
Een « standaardinstrument »: het Protocol van Nagoya
Het Protocol van Nagoya werd onderhandeld in het kader van het BDV en goedgekeurd door de 193 deelnemende landen (Partijen) in 2010. Het gaat dus over de genetische rijkdommen die behoren tot de rechtsbevoegdheid van de Verdragsluitende Partijen, volgens artikel 15 van het BDV, getiteld « Toegang tot genetische rijkdommen », dat als basisbeginsel de soevereine rechten van de Staten met betrekking tot hun natuurlijke rijkdommen erkent, en dus hun bevoegdheid om de toegang tot hun genetische rijkdommen te bepalen volgens hun nationale wetgeving. Het toepassingsgebied kan dus zeer ruim zijn. Het Protocol van Nagoya heeft als doel de billijke en evenwichtige verdeling van voordelen voorvloeiende uit het gebruik van genetische rijdkommen, en creëert op die manier dus een stimulans voor het behoud en het duurzaam gebruik van de biodiversiteit.
Aanvullende ABS instrumenten
ABS wordt ook nog geregeld door meerdere andere instrumenten. Sommige daarvan handelen over specifieke subcategorieën van genetische rijkdommen, terwijl andere handelen over de problematiek van de toegang tot genetische rijkdommen in welbepaalde geografische zones. In elk geval zijn de verschillende instrumenten complementair en versterken ze elkaar wederzijds.
Onder de aanvullende ABS instrumenten, is het meest bekende ongetwijfeld het Internationaal verdrag inzake fytogenetische hulpbronnen voor de Voeding en de Landbouw van de FAO (Food and Agriculture Organization).
Het thema wordt ook ruimschoots besproken in fora zoals de WTO (Wereldhandelsorganisatie), de WIPO (Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom) of de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie).
Overigens kwamen op mondiaal niveau, in aansluiting op de goedkeuring van het BDV, enkele initiatieven tot stand, zoals het IPEN (International Plant Exchange Network) en de gedragscode MOSAICC (Micro-Organisms Sustainable use and Access regulation International Code of Conduct).