Alle dier- en plantensoorten die beschermd worden door CITES, ongeveer 5 000 dieren en 30 000 planten, zijn opgenomen in drie lijsten of bijlagen.

Deze bijlagen bepalen of internationale handel al dan niet toegestaan is en onder welke voorwaarden, naargelang van de ernst van de bedreiging voor het voortbestaan die deze handel inhoudt.

Voor meer informatie verwijzen we naar de internationale website www.cites.org.
Opgelet, deze website is enkel beschikbaar in het Frans en het Engels.

De meest bedreigde soorten zijn opgenomen in Bijlage I.
Deze bijlage omvat de soorten die de hoogste graad van bescherming krijgen, zoals mensapen (bonobo’s, chimpansees, orang-oetans …), tijgers, geelvleugelara’s, slechtvalken, zeeschildpadden, Rio palissander enz.

In Bijlagen II en III zijn soorten opgenomen die niet onmiddellijk met uitsterven bedreigd zijn of die beschermd worden door bepaalde Partijen (landen die de Conventie ondertekend hebben). Het gaat om soorten zoals leeuwen, ijsberen, penseelaapjes, orchideeën, cactussen en andere papegaaien die niet al vermeld staan in Bijlage I, alsook zeepaardjes en koralen.

Een nog ambitieuzere Europese wetgeving

De wetgeving van de Europese Unie (Verordening 338/97) is nog ambitieuzer dan die van CITES.

Algemeen zijn er twee belangrijke verschillen tussen CITES (internationaal niveau) en de Europese regelgeving die deze Conventie toepast:

Het eerste verschil heeft te maken met de indeling van de soorten.

De soorten die opgenomen zijn in CITES en ook andere soorten die niet onder CITES vallen en die de Europese Commissie wil beschermen, zijn ingedeeld in 4 EU-Bijlagen A, B, C en D (in plaats van 3 bij CITES).

Bijlage A van de EU-verordening omvat alle CITES-soorten uit Bijlage I en elke soort (opgenomen in de Bijlagen II en III of niet-CITES) die het voorwerp van handel binnen de Europese Unie of op internationaal niveau uitmaakt of kan uitmaken en die met uitsterven bedreigd wordt, of  zo zeldzaam is dat elke verhandeling het voortbestaan ervan in gevaar zou kunnen brengen. Europese soorten die zowel door CITES als door de Europese wetgeving (Richtlijn 79/409 inzake het behoud van de vogelstand (R.V.) en Habitatrichtlijn 92/43 (R.H.)) beschermd worden, worden automatisch in deze Bijlage opgenomen.

Bijlage B van de EU-verordening omvat de CITES-soorten uit Bijlage II die niet opgenomen zijn in Bijlage A, met daarnaast andere soorten die de EU behandelt alsof die zouden zijn opgenomen in Bijlage II. Anderzijds kunnen ook bepaalde soorten die een ecologische bedreiging vormen (invasieve soorten) opgenomen worden in deze Bijlage.

Bijlage C van de EU-verordening omvat CITES-soorten uit Bijlage III en niet-CITES-soorten die niet reeds opgenomen zijn in Bijlage A of Bijlage B.

Bijlage D van de EU-verordening omvat hoofdzakelijk soorten die niet opgenomen zijn in de Bijlagen van CITES, maar waarvoor de EU wel de invoer naar de verschillende landen van de EU wil opvolgen. Indien blijkt dat deze soorten in zeer grote hoeveelheden ingevoerd worden, kan de Gemeenschap deze achteraf opnemen in een andere Bijlage waarin ze een hogere graad van bescherming genieten.

Het tweede verschil heeft betrekking op de noodzaak van een invoervergunning voor de soorten in Bijlage II afkomstig vanuit een derde land (buiten de Europese Unie) naar een lidstaat van de Europese Unie.

Om te achterhalen in welke bijlage een specifieke soort is opgenomen:

De lijst van de Europese verordening met de Bijlagen (A, B, C, D) gebruiken. Deze lijst staat in taxonomische volgorde (klasse, orde, familie, geslacht, soort enz.).

Via de website (www.speciesplus.net) kan het beschermingsniveau van een soort ook opgezocht worden als je de wetenschappelijke naam kent.