Uitheemse soorten die invasief zijn of drager zijn van nieuwe ziekten, kunnen belangrijke factoren zijn van ecosysteemverstoringen. Aan de soorten die schadelijk zijn voor bijen wordt bijzondere aandacht besteed, want die kunnen ernstige gevolgen hebben voor de bestuiving. De laatste jaren werden er over heel de wereld verschillende invasieve soorten geïdentificeerd.

Invasieve uitheemse soorten

Vreemde (uitheemse of niet-inheemse) soorten die invasief worden, werden gewild of ongewild ingevoerd door toedoen van menselijke activiteit. De intercontinentale bijenhandel is bij voorbeeld een mogelijke vector van invasieve uitheemse soorten. Die soorten kunnen de inheemse soorten op een aantal manieren schade toebrengen: door ze op te eten, door ze te besmetten met pathogenen, door met hen in competitie te treden voor voedsel of ruimte, of door met hen te paren.

• De Aziatische hoornaar

De Aziatische hoornaar (wetenschappelijke naam Vespa velutina) is afkomstig uit Zuid-Oost-Azië. Hij werd in 2004 in Frankrijk aangetroffen, en gedijt sindsdien in dertien departementen in het zuidwesten van Frankrijk. De Aziatische hoornaar zou 100 km per jaar oprukken  en werd reeds waargenomen in België. Hij predeert op de huisbij. Het is een carnivoor die binnendringt in bijenkorven, bijen opeet en aldus ernstige schade toebrengt. Onze huisbij, Apis mellifera, heeft geen verdedigingsstrategie tegen deze hoornaar, in tegenstelling tot de bijensoorten uit Zuid-Oost-Azië. De Aziatische hoornaar wordt nauwlettend bestudeerd door de wetenschappelijke gemeenschap en door de imkers. Er worden momenteel preventie- en bestrijdingsstrategieën ontwikkeld.

• De kleine bijenkastkever

De kleine bijenkastkever (wetenschappelijke naam Aethina tumida) heeft een zwarte kleur en is afkomstig uit Zuid-Afrika. Hij parasiteert op Afrikaanse bijenkolonies, maar die slagen erin om zich ertegen te verdedigen. De kleine bijenkastkever werd in 1996 voor het eerst waargenomen in de Verenigde Staten en heeft zich sindsdien verspreid over heel het Noord-Amerikaanse continent. Hij komt ook voor in Australië. In die streken kunnen de gevolgen voor de korven verwoestend zijn: het wijfje legt haar eitjes in de spleten van de korf, de larven doorboren vervolgens de celwanden en voeden zich met de inhoud ervan. Europa is tot nog toe gespaard gebleven.

• Apocephalus borealis

De universiteit van San Francisco heeft een parasitaire vlieg ontdekt die huisbijen ertoe aanzet hun korf te verlaten, ze desoriënteert en de dood injaagt. Tot nog toe werd de Apocephalus borealis enkel aangetroffen in Californië en in Zuid-Dakota, maar ze zou zich kunnen verspreiden over heel het Noord-Amerikaanse continent. Deze parasiet zou een potentiële vector of een haard van ziekteverwekkers zijn voor de bijen. Hij werd nog niet waargenomen in Europa.

Dragers van pathogenen

Niet-invasieve exoten kunnen toch een risico inhouden, als ze drager zijn van pathogenen. Varroase is daar een goed voorbeeld van. Om meer honing te produceren, hebben imkers uit Zuid-Oost-Azië kolonies Apis mellifera ingevoerd. Die bijen leefden samen met de lokale soort honingbij, de Apis cerana, waardoor de varroamijt kon parasiteren op de Apis mellifera. Transhumance en de wereldwijde handel in zwermen hebben ertoe geleid dat de parasiet zich makkelijk en snel kon verspreiden over het Europese continent, waar hij sinds de jaren 80 aanwezig is. Ondertussen heeft de varroamijt zich nagenoeg over de hele planeet verspreid. Andere pathogenen zouden zich op een gelijkaardige manier kunnen verspreiden.