De bijenhouders in ons land zijn vooral hobby-imkers, slechts enkele zijn semiprofessioneel.

Alle imkers moeten zich bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) registreren. Wie meer dan 24 bijenkasten heeft, wordt door het FAVV als professioneel imker beschouwd.

Zowel professionele als hobbyimkers zijn bij wet verplicht om bepaalde bijenziekten bij het FAVV aan te geven, zodat de bijengezondheid kan worden beschermd.

Aangifteplichtige ziekten

Om te vermijden dat bijzonder schadelijke bijenziekten en plagen zich verspreiden, of dat nieuwe ziekten in ons land worden ingevoerd, zijn bepaalde ziekten aangifteplichtig. 

Het Koninklijk Besluit van 7 maart 2007 betreffende de bestrijding van de besmettelijke ziekten van de bijen bevat de lijst van aangifteplichtige ziekten.

Het gaat om varroase, acariose, Amerikaans vuilbroed, Europees vuilbroed, de kleine bijenkastkever (Aethina tumida) en de tropilaelapsmijt. U vindt meer informatie over deze ziekten en plagen op de pagina ‘aangifteplichtige ziekten’.

Elke bijenhouder die nog maar vermoedt dat zijn kolonies aangetast worden of besmet zijn door deze ziektes, moet hiervan onmiddellijk aangifte doen bij de Provinciale Controle-eenheid (PCE) van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) waar de bijenstand staat.

Andere bijenziekten

Als een bijenhouder abnormale sterfte bij zijn bijenvolken vaststelt maar de oorzaak niet kan achterhalen, dan is hij bij wet verplicht om een monster bezorgen aan het nationaal referentielaboratorium van het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA, Groeselenberg 99, 1180 Ukkel) (zie artikel 8 van het KB van 7 maart 2007).

Welk monster precies moet worden opgestuurd, hangt af van het soort bijenziekte. Het is dus aangewezen om eerst contact op te nemen met het CODA.