De diervoederwetgeving voorziet in specifieke voorschriften voor:

  • de productie van diervoeders: erkenning, registratie of toelating van de operatoren, voorschriften inzake hygiëne tijdens de productie, het vervoer, de opslag en het gebruik van diervoeders, …;
  • het gebruik van voedermiddelen (grondstoffen) voor de bereiding van diervoeders: een communautaire Catalogus van voedermiddelen, een lijst van verboden ingrediënten, de genetisch gemodificeerde organismen, de dierlijke bijproducten, …;
  • de toelating, de handel en het gebruik van toevoegingsmiddelen (additieven) en voormengsels;
  • de aanwezigheid van chemische contaminanten (ongewenste stoffen) in diervoeders;
  • het verhandelen van diervoeders: voorschriften voor de etikettering van voedermiddelen en mengvoeders, algemene regels inzake claims (gezondheidsbeweringen), reclame, verkoop via internet, …

De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (DG Dier, Plant en Voeding) is in dit kader bevoegd voor het uitstippelen van het algemeen beleid en het vaststellen van normen (vb. toegelaten gehalten aan additieven, aanwezigheid van ongewenste stoffen) en regels (vb. etikettering) voor alle producten die gebruikt worden in de voeding van dieren.

De controle op de conformiteit van de diervoeders evenals de erkenning, registratie of toelating van de operatoren (vb. producenten, verdelers, vervoerders, …) vallen daarentegen onder de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).

De wetgeving inzake dierenvoeding is quasi volledig geharmoniseerd op Europees niveau door middel van vijf basisverordeningen:

  • verordening (EG) nr. 178/2002 legt de algemene principes (veiligheid, verantwoordelijkheid, traceerbaarheid, meldingsplicht, …) van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving vast;
  • verordening (EG) nr. 1831/2003 legt specifieke regels vast voor de handel en het gebruik van toevoegingsmiddelen in diervoeding;
  • verordening (EU) nr. 2017/625 omschrijft de taken en de verantwoordelijkheden van de lidstaten inzake de officiële controle op levensmiddelen en diervoeders en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen;
  • verordening (EG) nr. 183/2005 bepaalt de voorschriften inzake hygiëne tijdens de productie, de handel en het gebruik van diervoeders en regelt de erkenning en registratie van operatoren;
  • verordening (EG) nr. 767/2009 regelt de voorwaarden inzake de handel en het gebruik van voedermiddelen en mengvoeders.

 Naast dit algemeen kader zijn er nog een aantal specifieke verordeningen van toepassing:

  • verordeningen 1829/2003 en 1830/2003 inzake de handel en het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen in levensmiddelen en diervoeders (HTML): zijn van toepassing op genetisch gewijzigde organismen;
  • verordeningen 999/2001 en 1069/2009 aangaande het gebruik van producten van dierlijke oorsprong in diervoeders (HTML): zijn van toepassing op producten van dierlijke oorsprong;
  • verordening 152/2009 betreffende de bemonsteringsvoorschriften en de analysemethoden voor de officiële controle op diervoeders;
  • verordening 834/2007 inzake de biologische productiemethode;
  • verordening (EU) 2019/4 betreffende de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van gemedicineerde diervoeders (gemedicineerde voeders (HTML))
  • verordening (EU) 2020/354 tot vaststelling van een lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel (bijzondere voedingsdoelen voor dieetvoeders (HTML)).

Al deze verordeningen zijn rechtstreeks en integraal van toepassing in alle EU-lidstaten en behoeven geen omzetting in nationale wetgeving.

Tenslotte zijn er binnen het domein van de diervoeders ook nog twee Europese richtlijnen van toepassing. Deze werden in de Belgische wetgeving omgezet via een aantal koninklijke en ministeriële besluiten:

  • richtlijn 2002/32/EG (ongewenste stoffen (HTML)): koninklijk besluit van 28 juni 2011 en ministerieel besluit van 12 februari 1999;
    Opmerking: de bijlagen bij deze richtlijn werden geconsolideerd en bijgewerkt via verordening 574/2011 van 16 juni 2011!
  • richtlijn 82/475/EEG (categorieën van ingrediënten die mogen worden gebruikt voor het etiketteren van mengvoeders voor huisdieren): koninklijk besluit van 28 juni 2011.

Meer informatie over de Europese wetgeving inzake diervoeders vindt u eveneens op de website van DG SANTE van de Europese Commissie (WEB). Om deze Europese wetgeving verder te implementeren en tot een geharmoniseerde interpretatie en toepassing ervan  te komen, bestaat er binnen de Europese Commissie het Permanent Comité voor de Planten, Dieren, Voeding en Diervoeding. De agenda’s en verslagen van de Afdeling Diervoeding van dit Comité zijn te vinden op de website van DG SANTE (WEB).

Ook op de website van het FAVV (WEB) vindt u heel wat informatie over de wetgeving.