WETGEVING

zie geconsolideerd KB onder rubriek wetgeving

ALGEMEEN


Sinds de oogst van 2002 zijn er in ons land partijen aardappelen vernietigd, behandeld of verwerkt wegens besmetting met bruin- of ringrot. Dat zijn schadelijke organismen die door de Europese en Belgische wetgeving verplicht moeten bestreden worden.

De getroffen aardappeltelers kunnen daarbij echter een aanzienlijk financieel verlies lijden. De beroepsorganisaties hebben daarom bij de overheid aangedrongen op het creëren van een solidariteitsfonds voor alle Belgische aardappeltelers. In de werkgroep aardappelen van het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten ("Plantenfonds") zijn met dat doel gesprekken gevoerd tussen vertegenwoordigers van de Minister van Volksgezondheid, van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en van de representatieve landbouworganisaties en sectorale beroepsverenigingen.

Het daarbij bereikte akkoord is goedgekeurd door alle betrokken landbouworganisaties en beroepsverenigingen. Het resultaat ervan is vastgelegd in het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen quarantaineorganismen. Het betreft dus  geenszins bijdragen aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) noch aan het promotiefonds van de Vlaamse Gemeenschap (VLAM).

INLICHTINGEN BETREFFENDE DE DOOR DE AARDAPPELPRODUCENTEN VERSCHULDIGDE BIJDRAGE

Het solidariteitsfonds voor de aardappeltelers wordt gespijsd door verplichte bijdragen vanwege alle producenten die op het Belgische grondgebied aardappelen telen. De jaarlijkse basisbijdrage bedraagt 20 EUR per hectare voor gecertificeerd pootaardappelen en 10 EUR per hectare voor consumptieaardappelen en hoevepootgoed. De bedragen van de bijdrage zijn geïndexeerd (overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 5 december 2004). De geïndexeerde bijdrage voor het referentiejaar 2023 bedraagt 31,04 EUR/ha voor gecertificeerde pootaardappelen en 15,52 EUR/ha voor consumptieaardappelen en hoevepootgoed. De hoogte van de individuele bijdragen is berekend op basis van de door de producenten bij de gewestelijke overheid ingediende oppervlakteaangifte (consumptieaardappelen en hoevepootgoed) of  inschrijvingen ter keuring (gecertificeerd pootaardappelen).

De bijdragen zijn uitsluitend bestemd voor het toekennen van uitkeringen aan telers die door de verplichte vernietiging, behandeling of verwerking financiële verliezen geleden hebben.  Aan de getroffen producenten werden al vergoedingen uitgekeerd voor een totaal bedrag van 1.585.839 €. Dit solidariteitsmechanisme zal ook in de toekomst aangewend worden voor eventuele nieuwe gevallen van besmetting door een organisme dat door het Fonds kan worden vergoed.

Op 31 december 2022 bedroegen de reserves van het solidariteitsfonds voor aardappeltelers 1.511.942,40 EUR. Daarom is, net als vorig jaar, besloten om in  2023 geen aanslagbiljetten naar de telers te sturen. Wanneer de reserves onder het plafond van 1.500.000 EUR zakken, wordt de crisisbijdrage in het volgende jaar opnieuw geïnd.

 

Inlichtingen betreffende de vergoeding door het plantenfonds –  verwerkte, behandelde of vernietigde aardappelen

Eén of verschillende van uw partijen aardappelen werden vernietigd,  gedenatureerd of verwerkt op bevel van het FAVV, nadat ze besmet of waarschijnlijk besmet werden verklaard door één van de volgende schadelijke quarantaineorganismen: bruinrot (Ralstonia solanacearum), ringrot (Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus), wratziekte (Synchytrium endobioticum) of een andere ziekte die voorkomt op de lijst van de te vergoeden organismen (artikel 8 van het K.B. van 5/12/2004).

Of uw gecertificeerde pootaardappelen zijn onbruikbaar en waardeloos geworden na een tijdelijke blokkering door het FAVV, op het einde van het plantseizoen, in afwachting van de definitieve analyseresultaten van monsters.

Het solidariteitsfonds voor de producenten van aardappelen  bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu vergoedt de producenten die het slachtoffer zijn van een dergelijke situatie voor zover alle voorwaarden  om in aanmerking te komen voor een vergoeding zijn vervuld:

— in regel zijn met de bijdragen voor alle teeltjaren die  zijn gefactureerd op het moment van de aangifte van de besmetting van de aardappelen;

— de oppervlakten aardappelen aangegeven hebben;

— voldaan hebben aan de volledige fytosanitaire reglementering;

— alle voorzorgsmaatregelen genomen hebben die vereist zijn om de schade te beperken;

— een schriftelijke aanvraag tot vergoeding hebben ingediend.

De aanvraag voor vergoeding gebeurt schriftelijk, uiterlijk vier maanden na het ontstaan van de verliezen, en moet vergezeld zijn van de nodige bewijsstukken (proces-verbaal van het FAVV, facturen, …). Na ontvangst van uw aanvraag en controle van de verschillende voorwaarden, zal het solidariteitsfonds een voorstel tot vergoeding opstellen vergezeld van een verklaring tot onvoorwaardelijke en definitieve verzaking  van een beroep tegen de Belgische Staat en het FAVV dat betrekking heeft op de aardappelen waarvoor u een vergoeding krijgt. Via dit ingevulde en voor akkoord ondertekende document heeft u recht op een storting van de vergoeding door het fonds op uw bankrekening.

Het bedrag van de vergoeding wordt berekend volgens de bepalingen  van de bijlage bij het KB van 5 december 2004.

In geval van een verwerking onder quarantainevoorwaarden vergoedt het solidariteitsfonds  de  directe waardeverliezen.

De vergoeding wordt berekend op basis van de door het FAVV goedgekeurde bewijsstukken met een maximum van 49,90 EUR/netto ton aardappelen (BTW inbegrepen). Het gaat om de directe waardeverliezen te wijten aan de  verwerking onder quarantaine van besmette aardappelen en aan de ontsmetting van transportmiddelen, van de installaties en van de  uitrustingen voor de verwerking, aan het afzonderlijke transport naar een installatie voor het wassen van de aardappelen onder quarantainevoorwaarden, aan de vereiste aanpassingen  om de  installaties te beveiligen voor de evacuatie van het waswater, de verwijdering van zuiveringsslib,  besmet afval en grond .

Er dient voorafgaandelijk door de verwerker van uw keuze een schatting te worden verricht van de  supplementaire kosten veroorzaakt door de  quarantainevoorwaarden , eventueel in samenwerking met Belgapom, voor zover  de verwerker voldoet aan het  lastenboek dat specifiek is opgesteld voor de quarantainevoorwaarden en voor zover  hij de  toelating van het FAVV krijgt. De verwerker zal vervolgens zijn schatting aan de FOD bezorgen die de vergoedingsmogelijkheden zal onderzoeken en de verschillende  betrokkenen (producent, verwerker en het FAVV) hiervan schriftelijk op de hoogte zal brengen.

In alle andere gevallen wordt de vergoeding vastgesteld op 85% van de gemiddelde totale productiekosten  zoals bepaald in de bijlage van het KB van 5 december 2004. Hiervan wordt de  restwaarde  afgetrokken die eventueel  van derden wordt ontvangen voor  gedenatureerde aardappelen  die onder controle van het FAVV  kunnen worden te gelde gemaakt.

Meer informatie over regelgeving en voorzorgsmaatregelen is te vinden op www.afsca.be

VEEL GESTELDE VRAGEN IN VERBAND MET DE CRISISBIJDRAGEN VOOR AARDAPPELPRODUCENTEN

 

1. Waarvoor moet ik betalen ?

De bijdragen van de aardappelproducenten spijzen het Plantenfonds. Dit solidariteitsfonds laat toe vergoedingen te betalen aan aardappelproducenten die door de verplichte vernietiging, denaturatie of verwerking van partijen aardappelen wegens besmetting met bruinrot (Ralstonia solanacearum), ringrot (Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus), wratziekte (Synchytrium endobioticum) of een andere ziekte van de lijst van schadelijke organismen die voor een vergoeding in aanmerking komen (artikel 8 van het KB van 5/12/2004.

2. Is dit een nieuwe bijdrage ?

Neen, sinds 2005 zijn aanslagbiljetten verstuurd aan de aardappelproducenten. Er werden bijdragen geïnd voor de teeltjaren 2004 tot en met 2009.

3. Wie moet deze bijdrage betalen ?

Alle producenten die op het Belgische grondgebied aardappelen (consumptie of pootgoed) telen, moeten deze bijdrage betalen.
 
4. Moet ik deze bijdrage betalen ?

Ja, het is een verplichte bijdrage.
 
5. Wat gebeurt er als ik deze bijdrage niet betaal ?

Indien de betaling niet gebeurd is binnen de 30 dagen na verzending van het aanslagbiljet wordt het bedrag automatisch verhoogd met 20%, met een minimum van 50 EUR.
Producenten die hun bijdrage niet voor alle gefactureerde teeltjaren betalen, zullen bovendien niet gedekt zijn tegen financiële verliezen veroorzaakt door een verplichte vernietiging, denaturatie of verwerking van aardappelen (bijvoorbeeld wegens besmetting met bruin- of ringrot).
 
6. Is deze bijdrage forfaitair ? Hoe werd mijn bijdrage vastgesteld ?

Neen, de bijdrage is niet forfaitair en wordt ieder jaar opnieuw berekend.
De hoogte van de individuele bijdragen is berekend op basis van de door de producenten bij de gewestelijke overheid ingediende oppervlakteaangifte (consumptieaardappelen) of inschrijvingen ter keuring (pootaardappelen). De basisbijdrage bedraagt 20 EUR per hectare voor gecertificeerd pootaardappelen en 10 EUR per hectare voor consumptieaardappelen en hoevepootgoed.
Overeenkomstig artikel 6 van het KB van 5/12/2004  worden de bedragen van de bijdrage om de twee jaar geïndexeerd. De geïndexeerde bijdrage voor het referentiejaar 2023 bedraagt 31,04 EUR/ha voor gecertificeerd pootaardappelen en 15,52 EUR/ha voor consumptieaardappelen en hoevepootgoed.
 
7. Is deze bijdrage éénmalig ?

Neen, ze moet elk jaar betaald worden. De bijdrage moet echter tijdelijk niet meer betaald worden als de reserves van het solidariteitsfonds 1.500.000 EUR bereikt hebben. Dit plafond is sinds 31 december 2010 overschreden.

8. Waren er bijdragen  sinds 2011 ?

Neen, de laatste bijdragecampagne gebeurde in december 2010 en betrof het teeltjaar 2009.
 
9. Ik heb geen aanslagbiljet voor de bijdrage ontvangen. Wat moet ik doen ?

- Indien voor het betreffende teeltjaar bij de Gewesten een oppervlakteaangifte is gebeurd, kunt u een e-mail sturen naar apf.plant@health.fgov.be en uw identificatienummer, uw naam en volledig adres melden. Er zal u dan een aanslagbiljet toegestuurd worden. U kunt ook contact met ons opnemen op het volgende adres : FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
DG Dier, Plant en Voeding
Plantenfonds 
Galileelaan 5/2
1210 Brussel

- Indien voor het betreffende teeltjaar geen oppervlakteaangifte bij de Gewesten is gebeurd, moet het formulier "aangifte productie consumptieaardappelen" ingevuld en naar het volgende adres teruggestuurd worden:
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
DG Dier, Plant en Voeding
Plantenfonds 
Galileelaan 5/2
1210 Brussel
 
10. Hoe kan ik een bezwaarschrift indienen ?

Het eventueel indienen van een bezwaarschrift kan per post of per email (apf.plant@health.fgov.be) gebeuren, door het versturen van een brief of het behoorlijk ingevulde formulier voor indienen van een bezwaar ( enkel schriftelijke bezwaarschriften zullen behandeld worden). Dit formulier bevond zich bij uw aanslagbiljet. Indien dit niet het geval was, dan kunt u een e-mail sturen naar apf.plant@health.fgov.be. Uw bezwaarschrift, vergezeld van de nodige bewijsstukken, moet, vóór de uiterste datum van betaling vermeld op het aanslagbiljet, verstuurd worden naar het volgende adres:
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
DG Dier, Plant en Voeding
Plantenfonds 
Galileelaan 5/2
1210 Brussel
 
11. Moet ik betalen als ik een bezwaarschrift indien ?

Indien u uw bezwaarschrift, vergezeld van de nodige bewijsstukken, vóór de uiterste datum van betaling vermeld op het aanslagbiljet opstuurt, moet u uw bijdrage niet betalen alvorens u van ons een definitieve beslissing omtrent uw dossier ontvangen hebt.
 
12. Moet ik betalen als de aardappelen door een andere persoon geteeld werden ?

Neen, op voorwaarde dat een bezwaarschrift vergezeld van een (de) kopie(s) van het (de) huurcontract(en), of een ‘verklaring van huur van percelen aardappelen’ volledig ingevuld, ingediend wordt.
 
13. Moet ik betalen voor de aardappelpercelen die ik huur ?

Ja, om in orde te zijn met de bijdragen, moet u voor alle met aardappelen beplante percelen (eigen of in huur) de bijdrage betalen.
 
14. Wat gebeurt er in geval van besmetting ?

In geval van een vaststelling van een besmetting van de aardappelen door een schadelijk organisme dat door het Fonds kan worden vergoed, neemt het FAVV een beslissing over de te nemen fytosanitaire maatregelen. Het FAVV kan een vernietiging, een behandeling of een verwerking van de aardappelen opleggen. 
 
15. Hoe word ik vergoed in geval van een vernietiging van aardappelen ?

Indien de aardappelen op bevel van het FAVV worden vernietigd, bezorgt het Fonds u het formulier voor de aanvraag tot vergoeding en informatie over de voorwaarden en de procedure en  gaat na of alle voorafgaandelijke voorwaarden vervuld zijn. Het formulier vergezeld van de bewijsstukken (waaronder het PV van vernietiging dat door het FAVV is opgesteld) moet naar het Fonds worden opgestuurd dat vervolgens de vergoeding zal berekenen zoals beschreven in de bijlage van het KB van 05/12/2004 en een voorstel zal formuleren. Zodra dit voorstel voor akkoord aan het Fonds wordt voorgelegd, geeft het Fonds de opdracht om de vergoeding op uw bankrekening te storten.
 
16. Hoe word ik vergoed in geval van een denaturatie van aardappelen?

Indien de aardappelen kunnen worden gedenatureerd, zal het FAVV het Fonds hierover inlichten dat u vervolgens alle informatie over de voorwaarden en de procedure zal bezorgen. U dient een formulier voor de aanvraag tot vergoeding vergezeld van de bewijsstukken (waaronder het PV opgesteld door het FAVV en de factuur van de verwerker met vermelding van de restwaarde van de aardappelen) in te dienen bij het Fonds dat zal nagaan of alle voorafgaandelijke voorwaarden vervuld zijn. Het Fonds zal de vergoeding berekenen  overeenkomstig de bijlage van het KB van 05/12/2004 en een voorstel formuleren. Eens dit voorstel voor akkoord aan het Fonds werd voorgelegd, zal de vergoeding op uw bankrekening worden gestort.
 
17. Hoe word ik vergoed in geval van een verwerking van aardappelen ?

Indien de aardappelen kunnen worden verwerkt, zal het FAVV het Fonds hierover inlichten dat u vervolgens alle informatie over de voorwaarden en de procedure zal verschaffen. U dient een formulier voor de aanvraag tot vergoeding vergezeld van de bewijsstukken (waaronder het PV inzake de verwerking dat door het FAVV is opgesteld en de factuur van de verwerker van de aardappelen) bij het Fonds in te dienen dat zal nagaan of alle voorafgaandelijke voorwaarden vervuld zijn. Het Fonds zal de vergoeding berekenen overeenkomstig  de bijlage van het KB van 05/12/2004 met een maximaal bedrag van 49,90 euro per netto ton aardappelen en zal een voorstel formuleren. Wanneer dit voorstel voor akkoord aan het Fonds wordt voorgelegd, zal de vergoeding op uw bankrekening worden gestort.
 
18. Hoe word ik vergoed in geval van directe waardeverliezen van onbruikbaar en waardeloos geworden gecertificeerde pootaardappelen na een tijdelijk officieel verbod op het verplaatsen of het gebruik ervan?

Om vast te stellen dat gecertificeerde pootaardappelen onbruikbaar en waardeloos geworden zijn na een tijdelijk officieel verbod op het verplaatsen of het gebruik ervan, stelt de minister een of meer deskundigen aan.
 
Vervolgens zal het FAVV het Fonds hierover inlichten dat u een aanvraagformulier voor een vergoeding zal bezorgen samen met alle informatie over de voorwaarden en de procedure en zal nagaan of alle voorafgaandelijke voorwaarden vervuld zijn. Het formulier vergezeld van de bewijsstukken (waaronder het PV van inspectie van het FAVV waarbij tijdelijk het verplaatsen of het gebruik van pootaardappelen officieel wordt verboden en het verslag van de door de minister aangewezen deskundige(n) ) dient te worden verstuurd naar het Fonds dat de vergoeding zal berekenen  overeenkomstig de bijlage van het KB van 05/12/2004 en een voorstel zal formuleren. Eens dit voorstel voor akkoord aan het Fonds werd voorgelegd, zal het Fonds de opdracht geven om de vergoeding op uw bankrekening te storten.
 
19. Waarom is het enkel de aardappelsector die bijdragen moet betalen?

Ook al is het zo dat momenteel enkel de aardappelsector bijdragen betaalt aan het Plantenfonds, wil dit ook zeggen dat enkel de aardappelproducenten kunnen vergoed worden in geval van de aanwezigheid van een schadelijk organisme (vermeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 5 december 2004).
Bij de FOD en meer in het bijzonder bij het Plantenfonds streven wij ernaar om de productie van planten in ons land zo goed mogelijk te beschermen. Zo heeft de cel plantenbescherming in 2014 een enquête uitgevoerd bij de actoren van de plantenproductie in België om te bekijken of het fonds kan worden uitgebreid tot andere sectoren.
Uit deze enquête bleek een mogelijke belangstelling van de sector sierplanten en boomkwekerijen. Daarom heeft de Raad van het Plantenfonds een werkgroep  opgericht om de mogelijkheid van de oprichting van een solidariteitsfonds voor deze sector en het belang van de betrokken subsectoren te onderzoeken.
Aangezien er geen consensus tussen de verschillende subsectoren kon worden gevonden, is de werkgroep sinds eind 2018 op stand-by.
Het Plantenfonds blijft openstaan voor voorstellen van potentieel geïnteresseerde sectoren.
 
20. Hoe kan ik bijkomende inlichtingen verkrijgen ?

Voor bijkomende inlichtingen kunt u een e-mail sturen naar apf.plant@health.fgov.be. U kunt ook contact met ons opnemen op het volgende adres:
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
DG Dier, Plant en Voeding
Plantenfonds 
Galileelaan 5/2
1210 Brussel