Kwik wordt veelvuldig gebruikt in producten en industriële procedés. Kwik blijft lang aanwezig in het milieu, stapelt zich op in de voedselketen en kan zich over lange afstanden verspreiden. Om deze negatieve effecten maximaal en efficiënt te beperken, wordt er een internationaal en globaal verbod opgelegd. Daarom heeft het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) een internationaal verdrag uitgewerkt om, waar mogelijk, de uitstoot van kwik te elimineren.

In 2009 heeft het UNEP onderhandelingen opgestart om een internationaal verdrag te sluiten dat de controle en de beperking van de uitstoot van kwik regelt met het oog op de bescherming van de gezondheid en het leefmilieu.

Het verdrag houdt rekening met de natuurlijke aanwezigheid van kwik en streeft ernaar de uitstoot in te perken die voortvloeit uit menselijke activiteiten.

Het Verdrag van Minamata over kwik – afkomstig van de naam van de Japanse stad die het slachtoffer was van een kwikvervuiling in de jaren 1950-1960 – is in januari 2013 door het Internationaal Onderhandelingscomité goedgekeurd. Het treedt in werking in 2018.

Dit verdrag beoogt de beperking van de uitstoot in de lucht en, in mindere mate, in het water en in de grond. Het omvat bepalingen over domeinen zoals de handel, het gebruik in producten en industriële procedés, de aanvoer en de lozing van kwik.
Voor de producten en industriële procedés is er een dynamisch mechanisme in het verdrag voorzien: er kunnen uiterste data voor nieuwe beperkingen worden ingevoerd zonder dat er nieuwe ratificaties vereist zijn bij elke wijziging van de tekst.

Wat betreft de lozing, verwijst het Verdrag naar het Verdrag van Bazel om de samenhang tussen de internationale wetgevingen te verzekeren. Er moeten ook nog technische voorwaarden worden bepaald. Hierover zullen toelichtingen beschikbaar zijn via de bevoegde Belgische gewestelijke overheden.

Wat betreft de de handel, gaat het om verplichtingen die de import en export van kwik door commerciële actoren omkaderen. Deze bepalingen gelijken op de zogenaamde ‘Prior Informed Consent’-bepalingen uit het Verdrag van Rotterdam.

De maatregelen voor de beperkingen van de uitstoot hebben rechtstreeks betrekking op een bepaald aantal industriële sectoren (onder meer: ‘Coal-fired power plants, Coal-fired industrial boilers, Smelting and roasting processes used in the production of non-ferrous metals, Waste incineration facilities, Cement clinker production facilities’). De praktische regelingen van de hierboven vermelde domeinen (producten en industriële procédés, lozing en handel) zullen ook een effect hebben op de beperking van de uitstoot.

Op het gebied van uitstoot wordt een belangrijke flexibiliteitsmarge geboden aan de toekomstige landen van het Verdrag om de modaliteiten en doelstellingen vast te leggen. Dit zou een grotere adhesie moeten creëren bij de landen die betrokken zijn bij het verdrag.

Er zijn specifieke kalenders en uitzonderingen in het Verdrag van Minamata bepaald, onder meer om rekening te houden met afzonderlijke situaties in de verschillende regio’s in de wereld. Maar het verdrag verzekert ook een stapsgewijze toename van de verbodsmaatregelen .

Europa heeft een toonaangevende rol in dit proces gespeeld, onder meer omdat de Europese Unie reeds wetgevende initiatieven genomen had op basis van de « Europese kwikstrategie » die in 2005 is gelanceerd.

België heeft het verdrag in oktober 2013 ondertekend.

Op 26 februari 2018 ratificeerde België het Minimata-verdrag inzake kwik, dat op 20 augustus 2017 in werking trad. Dankzij de nauwe samenwerking tussen de partners van de federale overheid, de gewesten en gemeenschappen, met name binnen de CCIM, wordt België 89e partij bij deze conventie. De Europese Kwik-strategie die in 2005 in de VN-omgeving werd aangenomen, diende als basis voor onderhandelingen over deze nieuwe conventie.