De Europese Unie (EU) heeft in 2011 een strategie aangenomen om de toestand van de biodiversiteit in Europa tegen 2020 te beschermen en te verbeteren. Deze strategie omvat zes streefdoelen die betrekking hebben op de voornaamste factoren van het biodiversiteitsverlies en die zullen helpen de grootste druk op de natuur te verlichten.


Samenvatting
Deze strategie streeft ernaar om het biodiversiteitsverlies en de achteruitgang van de ecosystemen in de Europese Unie (EU) tegen 2020 een halt toe te roepen door het bepalen van zes prioritaire streefdoelen.
Deze strategie vormt een wezenlijk onderdeel van de EU 2020 strategie, en met name van het vlaggenschipinitiatief «Een efficiënt hulpbronnengebruik in Europa». De strategie is in grote mate gebaseerd op het strategisch Plan 2011-2020 van het verdrag inzake biologische diversiteit.
De strategie beantwoordt aan twee belangrijke verbintenissen die in maart 2010 aangegaan werden door de EU-leiders, met name het biodiversiteitsverlies in de EU tegen 2020 aan banden leggen en de biodiversiteit en de ecosysteemdiensten in de EU tegen 2050 beschermen, evalueren en herstellen


Zes prioritaire streefdoelen

Streefdoel 1: de natuur in stand houden en herstellen
De EU moet toezien op een betere toepassing van de richtlijnen «Vogels» en «Habitat». Om het eerste streefdoel van deze strategie te halen, moeten de Lidstaten de bestaande wetgeving beter toepassen. Zij moeten met name zorgen voor een beter beheer en herstel van de Natura 2000-gebieden door er de nodige middelen in te investeren. Deze maatregelen zullen bijdragen tot het ombuigen van het biodiversiteitsverlies en het herstel tegen 2020 mogelijk maken.

Streefdoel 2: ecosystemen en ecosysteemdiensten handhaven en verbeteren
De integratie van groene infrastructuur, het herstel van ten minste 15 % van de beschadigde ecosystemen tegen 2020 en de uitwerking van een initiatief met het oog op het vermijden van elk nettoverlies voor de ecosystemen en hun diensten tegen 2015 zullen cruciale maatregelen zijn voor het handhaven en verbeteren van de ecosysteemdiensten (bijvoorbeeld de bestuiving van gewassen door bijen).

Streefdoel 3: de duurzaamheid van landbouw en bosbouw verzekeren
De instrumenten voorzien in het GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) moeten ertoe bijdragen dat tegen 2020 een zo groot mogelijke oppervlakte cultuurgrond met grasland, akkerbouw en meerjarige teelten onder biodiversiteitsgerelateerde maatregelen valt.

Tegen 2020 zullen er bosbeheerplannen of gelijkwaardige instrumenten uitgevaardigd zijn voor alle bossen in overheidsbezit en voor bosgebieden vanaf een bepaalde omvang. Deze zullen een duurzaam bosbeheer moeten garanderen teneinde aanspraak te kunnen maken op een financiering in het kader van het plattelandsbeleid van de EU.
De ingevoerde maatregelen ter verzekering van duurzaam beheer in beide sectoren dienen eveneens bij te dragen tot de realisatie van streefdoelen 1 en 2 van de strategie.

Streefdoel 4: zorgen voor een duurzaam gebruik van visbestanden
De maatregelen in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid moeten bijdragen tot het behalen van maximale duurzame opbrengsten (MDO's) tegen 2015. Hiervoor is het noodzakelijk dat de vispopulaties een leeftijdsopbouw en grootteverdeling bereiken die duiden op een gezond bestand. Door een visserijbeheer zonder significante nadelige effecten op andere bestanden, soorten en ecosystemen wordt het mogelijk om tegen 2020 een goede milieutoestand te bereiken, conform de kaderrichtlijn "mariene strategie".

Streefdoel 5: Invasieve uitheemse soorten bestrijden
Met uitzondering van de wetgeving inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet voorkomende soorten in de aquacultuur bestaat er thans geen specifiek, omvattend EU-beleid om deze invasieve uitheemse soorten het hoofd te bieden. Nochtans vormen deze invasieve uitheemse soorten een ernstige bedreiging voor de biodiversiteit in de EU. De noodzaak dringt zich dus op hen te inventariseren, te isoleren of uit te roeien en de introductie van deze soorten in de hand te houden om het opduiken van nieuwe soorten te voorkomen. Hiertoe zal de Commissies de beleidslacunes in de strijd tegen deze invasieve uitheemse soorten aanvullen met een ad hoc wetgevingsinstrument.

Streefdoel 6: de mondiale biodiversiteitscrisis aanpakken
De EU moet haar rol in de strijd tegen het wereldwijde biodiversiteitsverlies uitbreiden door de verbintenissen na te komen die aangegaan werden ter gelegenheid van de 10e conferentie der partijen (CoP10) bij het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit, die in 2010 in Nagoya werd gehouden.