Het is de taak van het Europees Agentschap voor Chemicaliën (ECHA) en van de lidstaten om de informatie in de registratiedossiers te onderzoeken en te evalueren. Men kan hier drie processen onderscheiden:

1. Onderzoek van testvoorstellen

Het ECHA onderzoekt alle testvoorstellen in de registratiedossiers om onnodige dierproeven te vermijden. Het gaat na of de voorgestelde testen noodzakelijk zijn om de eventuele risico’s van een stof te kunnen inschatten. Ook kijkt het na of kan vermeden worden dat een test meerdere malen uitgevoerd wordt, indien er voor eenzelfde stof verschillende registranten zijn.

Elk testvoorstel met gewervelde dieren wordt tevens op de ECHA website gepubliceerd. Derden hebben de mogelijkheid om het ECHA hierover relevante informatie te verstrekken.

De uitkomst van de evaluatie van het testvoorstel wordt door het ECHA gedeeld met alle lidstaten om hierover tot een algemene overeenkomst te komen.

2. Nalevingscontrole van registraties

Het ECHA kan elk registratiedossier onderzoeken om na te gaan of de juiste informatie beschikbaar is en op de correcte manier wordt aangeboden. Het kan hierbij besluiten dat er bijkomende informatie of testen nodig zijn.

Indien het ECHA besluit dat er aanvullende informatie nodig is, wordt dit standpunt gedeeld met alle lidstaten om hierover tot een algemene overeenkomst te komen.

3. Stofevaluatie

Wanneer een stof een risico kan vormen voor het milieu of de gezondheid van de mens, voegen het ECHA en de lidstaten die stof toe aan een lijst voor ‘stofevaluatie’. Dit gebeurt op basis van selectiecriteria, die elk jaar kunnen wijzigen. Voor elke stof op de lijst wordt een lidstaat aangewezen voor de uitvoering van de evaluatie.

Een stof wordt door de lidstaat geëvalueerd op basis van de informatie in de registratiedossier(s) en eventueel andere relevante informatie. De evaluerende lidstaat heeft twaalf maanden de tijd om te besluiten of er bijkomende informatie moet opgevraagd worden om het eventuele risico uit te klaren.

Indien de lidstaat besluit dat er aanvullende informatie nodig is, wordt dit standpunt gedeeld met alle andere lidstaten en met het ECHA om hierover tot een algemene overeenkomst te komen.

Na ontvangst van de eventueel gevraagde informatie heeft de evaluerende lidstaat opnieuw twaalf maanden de tijd om de stof te beoordelen.

Zodra de stofevaluatie beëindigd is, kan de evaluerende lidstaat nagaan hoe de informatie verder kan worden gebruikt, bv voor de autorisatie- of beperkingsprocedures of voor de classificatie en labeling van chemicaliën.