FAQ – Bestrijdingsprogramma IBR

FAQ - Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis

 

 

FAQ – bestrijdingsprogramma IBR

 
1. Is het toegelaten om eerder geschatte IBR-dragers alsnog op basis van een nieuw negatief onderzoeksresultaat te betwisten ?

Neen, de FOD gaat ervan uit dat bij het opstellen van de lijst met IBR-dragers voor een (administratieve) schatting de veehouder aanvaard dat deze runderen IBR-drager zijn.

Tegenstrijdige onderzoeksresultaten zijn altijd mogelijk maar dienen geïnterpreteerd te worden door de vereniging.

Wanneer er twijfel is over het al of niet IBR-dragerschap kan er contact opgenomen worden met de verenigingen die op basis van de volledige historiek en bedrijfsgeschiedenis de serologische onderzoeken zal interpreteren ten einde met voldoende garantie een correct statuut toe te kennen.

2. Waarom wordt een refactiecoëfficient toegepast in de vergoedingsdossiers?

Om misbruiken te voorkomen wordt in alle vergoedingsdossiers, voor alle dierziekten, steeds een refactiecoëfficient toegepast. De Europese regels verbieden bovendien te hoge vergoedingen in het kader van ruimingen.

De refractiecoëfficiënt die toegepast wordt in de IBR-dossiers is verschillend naargelang de situatie. Hoe recenter het tijdstip van herval, hoe hoger deze coëfficiënt.

De reden hiervoor is tweeërlei. Enerzijds ligt de economische opbrengst van dieren die reeds langer aanwezig zijn op het beslag hoger. Bovendien brengt het langer aanhouden van dragerdieren een sanitair risico met zich mee, met een potentiële besmetting van negatieve dieren. Hoe hoger het sanitair risico, hoe lager de refactiecoëfficient.

3.  De richtlijnen die de experten ter beschikking krijgen maken melding van waarden die lager liggen dan de actuele marktwaarden. Dienen deze richtlijnen niet aangepast te worden?

(Le prix de remplacement proposé par les experts (1600€) est bien en dessous des prix du marché. Actuellement ils tournent autour de 2500-2600€. Il en va de même pour le prix boucherie (500€). Actuellement, les vaches de réforme sont vendues 800- 900€. Ne faudrait-il pas adapter les valeurs pour être au plus juste des prix du marché?)

De richtlijnen die aangegeven zijn aan de experten zijn ondersteunend. Dit zijn waarden voorgesteld op basis van de vergoedingen die uitbetaald werden in de tuberculose dossiers in de laatste 3 jaren.

Het is aan de expert om in eer en geweten de vervangings- en slachtwaarde te bepalen van het dier dat ter schatting wordt aangeboden. Voor melkvee kan dit op basis van kg vet en eiwit, voor vleesvee wordt gewerkt met actuele marktprijzen.

4. Enkele recent besmette beslagen hebben nog positieve dieren laten dekken/insemineren vóór het in voege treden van de huidige wetgeving die hen verplicht hun positieve dieren af te voeren tegen 31 oktober 2024. Kunnen deze dieren nog afkalven en dan 30 dagen later afgevoerd worden?

(Certains troupeaux infectés récemment ont, dans leur bon droit, mis à la reproduction des bovins positifs avant la mise en application de la nouvelle législation qui oblige la réforme pour fin octobre 2024. Ces troupeaux ont préparé l'avenir en inséminant avec des doses sexées. Il serait plus juste de laisser vêler les vaches et d'exiger une réforme maximum 30 jours après celui-ci)

Drachtige dieren kunnen afgevoerd worden naar het slachthuis tot 90% van de dracht ( =8,5 maand) (Transportverordening 1/2005); het verdient aanbeveling om drachtige dieren af te voeren vóór de kalving, gezien elke kalving een potentiële verspreiding van virus brengt en dus negatieve dieren kan besmetten.

5. Indien de veehouder zijn akkoord geeft op het schattingsverslag is dit definitief? Kan er dan nog een tegenexpertise worden aangevraagd?

(Lorsque les détenteurs signent le document d'indemnisation proposé par l'expert le jour de la visite, est -ce pour accord définitif ? Est-ce que la contre expertise doit être demandée le jour de la visite ou peut-elle être demandée par la suite ? La proposition d'indemnisation est-elle fournie au détenteur pour qu'il puisse y réfléchir sans devoir prendre une décision dans l'urgence ?)

Indien de veehouder zijn akkoord geeft voor de schatting is een tegenexpertise niet meer mogelijk. Indien men toch een tegen-expertise wenst, dient dit onverwijld te worden aangevraagd via info.IBR@health.fgov.be. Bij ondertekening voor akkoord geeft men zijn akkoord voor de geschatte waarden. De dieren worden pas vergoed na registratie van de slacht of euthanasie in Sanitel.

6. Wordt het ongeboren kalf meegerekend in de vergoeding/vervangingswaarde?

De vervangingswaarde van een dier wordt geschat in de hoedanigheid dat het ter schatting wordt aangeboden.

7. Als geopteerd wordt voor een all-out- all-in principe (stal volledig leeg maken), is er dan ook een vergoeding voor de (nog) niet-dragerdieren?

Hoewel dit in bepaalde gevallen een te verkiezen optie is, is dit momenteel niet voorzien in de wetgeving.

8. Kan het statuut gE-vrij sneller behaald worden bij all out?

Ja, gezien bij all out, na grondige reiniging en ontsmetting van de infrastructuur, en aanvoer van runderen vrij van BoHV-1, automatisch een ‘gunstig statuut (minimum I3) wordt toegekend. De nieuwe aangekochte dieren dienen de procedure van aankoop te doorlopen .

9. Kalveren jonger dan 6 maanden-12 maanden die niet meer weg geraken: worden deze vergoed? Ook niet-drager kalveren? 

Indien aangemerkt als drager worden ze mee geschat en vergoed; negatieve dieren worden niet vergoed. 

10. Als alle dragerdieren naar het slachthuis gebracht zijn, wanneer en hoe kan dan de status gE in transitie behaald worden? Wanneer stoppen met vaccineren?

Bij een volledig negatieve bilan, volgend op de afvoer van de dragerdieren, kan het statuut ‘gE in transitie’ behaald worden; vaccinatie is echter nog toegelaten tot 31 maart 2025. In dergelijke situatie wordt vaccinatie ten sterkste aanbevolen.

Melding van vaccinatie is wel verplicht, dit om een goede opvolging van analyseresultaten te verzekeren. Het statuut ‘IBR gE NEG met vaccinatie’ wordt dan toegekend.

11. Zijn er vergoedingen voorzien voor eventuele nieuwe dragerdieren na afvoer? Aan welke R-coëfficient? 

Indien bij een bilan, volgende op de afvoer van de gekende dragerdieren, opnieuw dragerdieren worden vastgesteld, worden deze vergoed rekening houdend met een refactiecoëfficient gelijk aan deze van de eerste dragerdieren.

12. Bewijs van afvoer naar slachthuis nodig? Effect op uitbetalingen?

Indien alle dragerdieren zijn afgevoerd naar het slachthuis dient dit gemeld te worden aan info.IBR@health.fgov.be; na een verificatie in Sanitel van de afvoer naar slachthuis of euthanasie, volgt de uitbetaling.

13. Wat als een dragerdier toch niet tijdig afgevoerd werd naar het slachthuis?

Dan gaat het beslag ‘in overtreding’ en wordt er geen vergoeding uitbetaald voor de betrokken dieren.

14. Kunnen de dragerdieren ook naar een buitenlands slachthuis (bijvoorbeeld NL)?

Dragerdieren die geëxporteerd worden met een certificaat van ‘slachtdier’ worden ook vergoed; runderen waarvoor een afslachtbevel wordt opgesteld dienen geslacht te worden in een binnenlands slachthuis.

15. Haard na 1/5/2024 : moeten de dragerdieren afgevoerd worden naar een binnenlands slachthuis onder verzegeld transport? Extra kosten voor FAVV controle?

Dieren vanuit een haard worden afgevoerd onder verzegeld transport. Ook afvoer vanuit een beslag in overtreding gebeurt onder verzegeld transport.

Bij haarden worden de prestaties door de agenten van het agentschap (verzegeling van voertuigen) niet gefactureerd.

In geval van I1 beslagen (in overtreding) wordt er wel gefactureerd en wordt er een prestatiebon opgemaakt voor de tijd van het verzegelen van het transport.



FAQ - Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis

 
1. Wat verandert er met het nieuwe KB ?

Het statuut ‘gE NEG in transitie’ is het minimaal te behalen statuut voor conventionele beslagen*. Beslagen die dit of een hoger gekwalificeerd statuut verloren of nog nooit één van deze ‘vrije’ statuten behaalden dienen het statuut ‘gE NEG in transitie’ te behalen 6 maanden nadat de wettelijke termijn voor de afvoer van de gE positieve runderen is afgelopen. Deze termijn is afhankelijk van de termijn van herval.

Conventionele beslagen die het statuut ‘vrij van IBR’ verliezen na 1 mei 2024 zullen hun gE positieve dieren binnen de 90 dagen moeten afvoeren. Het FAVV zal hiervoor een afslachtingsbevel opmaken. De runderen dienen rechtstreeks afgevoerd te worden naar het slachthuis.

Het melkleveringsverbod voor beslagen ‘in overtreding’ is ingetrokken.

Vaccinatie is, net zoals voorheen, nog tot 1 april 2025 toegelaten op beslagen met een statuut ‘besmet’ of ‘gE NEG met vaccinatie’.

Op beslagen waar er recent een insleep heeft plaats gevonden, beslagen met veel verhandeling of beslagen gelegen in een gebied met veel gevaar op insleep kunnen baat hebben bij een tijdelijke vaccinatie.

Gezien de aanpak van de surveillance anders is in geval van vaccinatie is het steeds belangrijk om vaccinatie te melden. Melding van vaccinatie is ook verplicht volgens de wetgeving.

Men dient er zich bovendien van bewust te zijn dat het vaccin geen volledige bescherming biedt, noch een verspreiding van het virus verhindert. Vandaar dat zowel interne ( scheiding van zieke/gezonde dieren, bedrijfseigen kledij, …) als externe ( isolatie na aankoop, aankooponderzoek, erfbetreders,..) bioveiligheid zeer belangrijk blijft.

Het verbod op vaccinatie is en blijft van toepassing op beslagen met een statuut ‘vrij’ of ‘gE NEG in transitie’.

Indien men toch wenst te vaccineren dient voordien een aanpassing van het statuut te worden aangevraagd bij DGZ/ARSIA.
Vaccinatie zonder melding is verboden en zal bestraft worden.

Er wordt voorzien in een vergoeding voor gE positieve runderen die afgevoerd werden naar het slachthuis na 8 november 2023.

*een conventioneel beslag is een beslag dat noch een vleeskalverhouderij, noch een afmestbeslag is, en dat ook niet gelinkt is aan een handelaarsstal

2. Welke runderen komen in aanmerking voor een vergoeding ?

gE positieve runderen aanwezig op een conventioneel beslag* op 8/11/2023 of later en afgevoerd naar het slachthuis binnen de wettelijk voorzien termijn (runderen afgevoerd vóór 8/11/2023 komen niet in aanmerking voor een vergoeding); deze termijn is afhankelijk van het moment van herval.


De volgende situaties kunnen zich voordoen:
 

  • Ik kreeg een derogatie van Minister Clarinval in toepassing van artikel 45 van het KB van 6/2/2023 betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis

gE positieve dieren die afgevoerd werden tussen 8 november 2023 en  21 april 2024 hebben recht op een vergoeding
 

  • Mijn beslag verloor het IBR-vrije statuut tussen 22 april 2020 en 31 oktober 2020

gE positieve dieren die afgevoerd zijn binnen de 4 jaar na verlies van het vrije statuut hebben recht op een vergoeding
 

  • Mijn beslag verloor het IBR-vrije statuut tussen 1 november 2020 en 30 april 2024

gE positieve dieren die afgevoerd zijn ten laatste tegen 31 oktober 2024 hebben recht op een vergoeding
 

  • Mijn beslag verloor het IBR-vrije statuut na 1 mei 2024

gE positieve dieren die afgevoerd zijn ten laatste 90 dagen na het afleveren van het slachtbevel hebben recht op een vergoeding
 

Runderen die aangemerkt worden als gE positief bij de bilan(s) die uitgevoerd worden na de afvoer van alle gE positieve dieren van het beslag ( en dus met het oog op het bekomen van een statuut ‘gE NEG in transitie’), worden vergoed aan eenzelfde refactiecoëfficient als deze, die werd toegepast bij de afvoer van de eerste golf gE positieve runderen.

3. Welke vergoeding kan ik verwachten ?

Vervangingswaarde en slachtwaarde worden bepaald worden door een deskundige.

Op basis van het schattingsverslag zullen de vergoedingen berekend worden volgens de volgende formule:
 
Vergoeding  = (Vw – Sw) .R
R = refactiecoëfficiënt
Vw = vervangingswaarde
Sw = slachtwaarde

 
Voor de berekening van de vergoedingen zal gewerkt worden met de volgende refactiecoëfficiënten:

  R
  • chronisch geïnfecteerde beslagen met derogatie
 10%
  • beslagen die hun vrij statuut verloren
tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019
  
 
20%
tussen 1 januari 2020 en 21 april 2021   30%
tussen 22 april 2021 en 31 december 2021       50%
tussen 1 januari 2022 en 31 december 2022    60%
tussen 1 januari 2023 en 8 november 2023      80%
tussen 9 november 2023 en 30 april 2024 80%
vanaf 1 mei 2024 90%
4. Hoe kan ik mijn aanvraag doen voor een vergoeding ?

Elke veehouder verantwoordelijk voor een conventioneel beslag die zijn IBR-vrij statuut verloor vóór 1 mei 2024, of die een derogatie heeft van Minister Clarinval en die in aanmerking komt voor een vergoeding zal een persoonlijk schrijven ontvangen van de FOD VVVL waarin informatie en richtlijnen worden gegeven omtrent zijn persoonlijke situatie.

Deze brieven zullen in de loop van de maand juni 2024 verspreid worden.
 
Elke veehouder verantwoordelijk voor een conventioneel beslag die zijn IBR-vrij statuut verloor na 1 mei 2024 zal een slachtbevel ontvangen van het FAVV voor zijn gE pos dieren. De LCE stelt een deskundige aan voor de schatting van de vervangingswaarde en slachtwaarde van de betrokken dieren.

5. Wat kan de veehouder doen indien hij niet akkoord gaat met geschatte waarden ?

De veehouder kan een tegenexpertise aanvragen.

Afhankelijk van de situatie stelt de FOD VVVL of het FAVV in dit geval een tweede schatter aan.

 6. Hoe wordt de schatting georganiseerd indien de gE positieve dieren op meerdere tijdstippen worden afgevoerd ?

Alle runderen vermeld op het ‘rapport van afvoer’ worden geschat door de deskundige, ook de dieren die pas op een later tijdstip zullen afgevoerd worden.

Na ontvangst van het bewijs van slachting zal de betaling worden uitbetaald.

7. Wanneer worden de vergoedingen uitbetaald ?

Eens de veehouder zijn akkoord geeft voor de voorgestelde vergoeding, en na ontvangst van het bewijs van slachting
(registratie in Sanitel/ igv status export - kopie van IC-certificaat) of Rendac ( registratie in Sanitel)zal de betaling worden uitgevoerd.
 
Deze bewijzen van slachting worden aangeleverd door de verenigingen.  

8. Wanneer heeft de veehouder geen recht op een vergoeding ?

Indien de maatregelen in het besluit niet worden nageleefd vervalt de vergoeding, concreet betekent dit dat er geen vergoeding wordt uitbetaald in geval van
 
- statuut ‘in overtreding’
- niet respecteren van isolatie
- niet of onvolledig uitvoeren van aankooponderzoek
- fraude
- niet respecteren van derogatievoorwaarden

9. Is de vergoeding belastingvrij ?

U moet dit met uw accountant bespreken.

10. Kan er een voorschot op de vergoeding gekregen worden ?

Tussentijdse betalingen zijn mogelijk voor de gE positieve dieren vermeld op het rapport van afvoer, na schatting en mits bewijs van slachting.

 11. Welke gegevens dienen bijgehouden te worden bij reeds afvoeren van een drager naar het slachthuis ?

Alle  gegevens omtrent geslacht, type en leeftijd van de te vergoeden dieren worden door de vereniging aan de FOD VVVL  beschikbaar gesteld. De FOD VVVL maakt deze over aan de deskundige.

12. Worden extra vaccinaties vergoed ?

Neen

13. Wordt er tussen gekomen bij de dierenartsenkosten ?

Neen

14. Worden nieuwe dragers na 31-10-2024 vergoed ?

Nieuwe dragers als gevolg van een herintroductie van het virus zullen na 1 mei 2024 ( en dus ook na 31 oktober 2024) een afslachtingsbevel krijgen van het FAVV. Indien de gE positieve dieren afgevoerd zijn 90 dagen na afleveren van het slachtbevel worden deze vergoed.

15. Wordt gemiste opbrengst vanuit het melken gecompenseerd ?

Neen

16. Wordt de tijd die nodig is om dieren op te leren in de melkrobot gecompenseerd ?

Neen

17. Worden reinigings-/ontsmettingskosten tijdens de leegstand van een stal gecompenseerd ?

Neen

18. Wordt hoogwaardige genetica/productieve runderen financieel extra gecompenseerd, opdat een evenwaardige veestapel terug aangekocht kan worden ?  

Neen, de vervangingswaarde is beperkt tot een maximum

3000€ max voor vrouwelijke runderen van 18 maanden en ouder, ( vanaf 26/2/2024 is dit verhoogd naar 3500€ max)

2100 € max voor vrouwelijke runderen van 6 maanden tot 18 maanden,  of stieren van 6 maanden en ouder

1400€ max runderen jonger dan 6 maanden

19. Wordt er rekening gehouden met het lactatiestadium van de runderen ?

Neen

20. Wordt er rekening gehouden met een eventuele dracht bij een afgevoerde drager ?

Te bepalen door de schatter

21. Worden bedreigde rassen aanvullend gecompenseerd of ondersteund ter bescherming van het ras ?

Neen, zie vraag 18

22. Worden dieren die recent werden geïntroduceerd in de kudde na twee gunstige aankooponderzoeken gecompenseerd ?

Ja

23. Wordt er binnen de mestwetgeving (bv. NER) rekening gehouden met sterk variërende en eventueel kortstondig hogere dieraantallen ?

Gewestelijke bevoegdheid

24. Wordt de extra arbeid door de veehouder of door derden ten koste van de veehouder die door de IBR besmetting en wetgeving veroorzaakt wordt gecompenseerd ?

Neen

25. Worden recent gegroeide bedrijven aanvullend ondersteund ?

Neen

26. Wordt er budget vrijgemaakt om de mensen psychologisch te ondersteunen voor en na de periode van afvoer ?

Niet vanuit het Sanitair Fonds