Federale plan inzake de luchtkwaliteit voor 2009-2012 (.PDF)
Wat de schade aan het milieu en de gezondheid betreft, is luchtvervuiling, zowel binnen als buiten, vandaag bijzonder problematisch. De problematiek gezondheid/milieu staat de laatste jaren dan ook boven aan de economische en sociale agenda, en dat zowel op internationaal als nationaal niveau. Het brengt immers steeds meer kosten met zich mee door de vermindering van de levenskwaliteit en zelfs levensduur, en van de productiviteit op de werkvloer. Het is een onderwerp dat elke burger aanbelangt. Iedereen ademt immers dezelfde lucht in.
De meeste doelstellingen van België op het vlak van luchtbeheer spruiten voort uit internationale en Europese verbintenissen, en dan vooral uit de verbintenissen, bepaald in 1996 en 2008 door de kaderrichtlijn van de EU, inzake de luchtkwaliteit. De Europese richtlijn inzake de nationale emissieplafonds (NEP) bepaalt ook strenge doelstellingen voor de vermindering van de uitstoten. Zo bepaalde België cijferobjectieven voor de vermindering van uitstoten van SO2, NOx, VOS en NH3 tegen 2010. De plafonds zijn in België voor elk Gewest vastgesteld, de verdeling is opgenomen in de tabel hieronder.
| SO2 | NOx | VOS | NH3 |
Stationaire bronnen Brussels Hoofdstedelijk Gewest | 1,4kt | 3kt | 4kt | - |
Stationaire bronnen Vlaams Gewest | 65,8kt | 58,3kt | 70,9kt | 45kt |
Stationaire bronnen Waals Gewest | 29kt | 46kt | 28kt | 28,7kt |
Transport (3 Gewesten) | 2kt | 68kt | 35,6kt | - |
België Nationaal emissieplafond | 98,2kt | 175,3kt | 138,5kt | 73,7kt |
De federale regering is echter verantwoordelijk voor de milieunormen opgenomen in wetten, besluiten en andere voorschriften die het in de handel brengen van goederen en diensten regelen. Zo is ze bevoegd voor bepaalde aspecten van vervuiling afkomstig van op de markt gebrachte producten, toestellen, voertuigen en uitrustingen.
De federale actie vormt een aanvulling op die van de Gewesten om zo te komen tot een samenhangend nationaal corpus met betrekking tot de luchtkwaliteit.
De luchtvervuilers waarmee de federale overheid zich zal bezighouden, zijn die afkomstig van mobiele of verplaatsbare bronnen, zoals voertuigen, brandstoffen, bouwproducten, spuitbussen enz., die voorkomen onder de vorm van gas, dampen, stof, vluchtige bestanddelen, giftige chemische contaminanten of andere. In die zin vormt dit actieplan het derde luik van een triptiek over duurzame productie en consumptie. Uitgewerkt in overeenstemming met de twee andere luiken die het vervolledigt en consolideert, het productplan en het plan “duurzame openbare markten”.
Het plan is opgedeeld in twee delen: de polluenten en hun mobiele bronnen in de buitenlucht en deze binnenshuis. Opgemerkt moet worden dat de vluchtige organische stoffen voornamelijk in het tweede besproken worden.
De buitenlucht
De roerende of mobiele bronnen, die vervuilende stoffen (kunnen) vrijgeven in de buitenlucht, zijn vooral te vinden in de sectoren van het transport, de woning - verwarmingstoestellen en –ketels inbegrepen - en energie.
De transportsector brengt voertuigen en mobiele uitrustingen voor weg, spoor, vlucht en water op de markt. De verschillende brandstoffen (diesel, benzine, LPG, alternatieve brandstoffen, korrels) geven in verschillende mate vervuilende stoffen vrij, zoals zwavel, stikstofoxiden, benzeen enz.
De woningsector/verwarming telt heel veel vervuilingsbronnen die giftige stoffen (stikstofoxiden, VOS, stofdeeltjes enz.) uitstoten.
De energiesector maakt tot slot een grote diversificatie door wat brandstoffen betreft, en dat vooral na de opkomst van energie uit biomassa (biobrandstoffen, pellets, hout enz.) of steenkool in een heel klein (kolenkachels), maar reëel segment.
De binnenlucht
De binnenlucht wordt in de wetgeving stiefmoederlijk behandeld. Hoewel 95% van de Europese wetgeving inzake de lucht betrekking heeft op de buitenlucht, brengt de burger 80% van zijn tijd binnen door. Het is dus noodzakelijk en dringend een evenwicht tot stand te brengen wat de gezondheid, het dagelijkse welzijn en het recht op leven in een gezonde omgeving betreft.
De acties met betrekking tot roerende bronnen die binnenshuis vervuilende stoffen vrijgeven, betreffen drie grote domeinen: bouwmaterialen en meubels, huishoudelijke verwarmingstoestellen en schoonmaakproducten. Ze vallen onder de toepassing van dit plan wanneer ze op de markt worden gebracht.
De VOS zitten hoofdzakelijk in verf, schoonmaakproducten en cosmetica. Ze worden reeds beschouwd en gereglementeerd als vervuilers van de buitenlucht die verantwoordelijk zijn voor troposferische ozon. Maar VOS vervuilen ook de binnenlucht. Op middellange of lange termijn kunnen bepaalde stoffen uit de VOS-groep ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid.