INTERNATIONAL CLASSIFICATION OF DISEASES – 10th REVISION – CLINICAL MODIFICATION (ICD-10-CM)
ICD-10-CM is een internationaal classificatiesysteem dat de codering van klinische diagnoses mogelijk maakt. Het betreft een classificatie die vooral bestemd is voor de codering en de registratie van klinische diagnoses binnen een ziekenhuissetting (ziekenhuismorbiditeit).
Inhoud en structuur van ICD-10-CM
De ICD-10-CM bestaat uit 2 delen. Het eerste deel omvat een systematische lijst van aandoeningen en letsels. Het tweede deel omvat een alfabetische lijst welke een overzicht van aandoeningen en letsels, een overzicht van uitwendige oorzaken, een tabel met neoplasmata en een tabel met medicatie en chemische stoffen weergeeft. De systematische lijst omvat de classificatie zelf, dit wil zeggen alle codes met hun titels in alfanumerieke volgorde. De alfabetische lijst omvat een overzicht van de hoofdtermen en de subtermen van de classificatie in alfabetische volgorde, gevolgd door hun overeenkomstige codes.
De systematische lijst van aandoeningen en letsels is ingedeeld in 21 hoofdstukken met ongeveer 69 000 codes. Ongeveer de helft van de hoofdstukken is gewijd aan aandoeningen die betrekking hebben op een specifiek lichaamsstelsel. De overige hoofdstukken klasseren de aandoeningen volgens etiologie. Elk hoofdstuk bestaat uit verschillende secties die opnieuw onderverdeeld zijn in categorieën. De meeste categorieën zijn heringedeeld in subcategorieën. Deze subcategorieën geven bijkomende informatie omtrent de pathologie (plaats, etiologie,…).
De codes zijn samengesteld uit 3 alfanumerieke karakters. Een code begint telkens met een alfabetisch karakter. De subcategorieën zijn gekenmerkt door bijkomende karakters die de code kunnen uitbreiden. Voor sommige categorieën kan deze uitbreiding tot 7 karakters bedragen. Een decimaal punt scheidt de 3 basiskarakters die de categorie identificeren van de karakters die betrekking hebben op de subcategorieën. De finale onderverdeling is een code, ongeacht het aantal karakters ervan. Voor de categorieën die een zevende karakter hebben, is het noodzakelijk dat deze zich steeds in de zevende positie bevindt. Indien de code geen volledige code met 6 karakters is, wordt een plaats houdend karakter X gebruikt om de afwezige karakters in te vullen.
ICD-10-CM volgt bepaalde conventies om een grote hoeveelheid informatie beknopt en consistent weer te geven. Deze conventies (instructienota’s, afkortingen, kruisverwijzingen, leestekens en verbindingstermen) vertegenwoordigen algemene regels welke het gebruik van de classificatie definiëren, onafhankelijk van de codeerrichtlijnen.
Algemene instructienota’s komen voor in de systematische lijst en geven informatie over het gebruik van de codes in een specifieke sectie. Inclusienota’s (include) sommen de aandoeningen op uit een hoofdstuk, een sectie of een categorie. Exclusienota’s (exclude) geven aan dat een bepaalde pathologie niet onder de code valt waarop de nota betrekking heeft. In ICD-10-CM zijn er 2 types exclusienota’s. Een type 1 exclusienota is een zuivere en gewone exclusie. Dit betekent dat de uitgesloten code nooit samen met de code waaronder de exclusienota type 1 staat, gebruikt kan worden. Een type 2 exclusie geeft aan dat de uitgesloten pathologie geen deel uitmaakt van de pathologie welke weergegeven wordt door de code.
Er bestaan ook andere bijkomende instructienota’s. Wanneer een pathologie een onderliggende etiologie en manifestatie heeft in meerdere lichaamsstelsels, dient eerst de etiologie gecodeerd te worden, gevolgd door de manifestatie. De nota ‘Use additionnal code’ wordt aangeduid op het niveau van de code van de etiologie. De instructie ‘Code first’ wordt aangeduid op het niveau van de code van de manifestatie ter specificatie van de wenselijke volgorde van coderen. De instructie ‘Code, if applicable, any causal condition first’ geeft aan dat meerdere codes toegekend mogen worden om volledige gegevens aan te leveren, maar enkel indien de oorzakelijke pathologie gekend is. Deze dient dan ook eerst gecodeerd worden. De nota ‘Code also’ geeft aan dat er mogelijks 2 codes nodig zijn om een pathologie volledig te beschrijven. Deze nota geeft evenwel geen instructies over de volgorde waarin de codes geregistreerd moeten worden.
ICD-10-CM gebruikt daarnaast ook 2 belangrijke afkortingen, namelijk NEC (not elsewhere classified) en NOS (not otherwise specified). De afkorting NEC geeft aan dat er geen specifieke code voor de aandoening bestaat, zelfs wanneer de gestelde diagnose zeer specifiek is. Deze wordt gebruikt wanneer de informatie uit het medisch dossier details bevat waarvoor er geen specifieke code beschikbaar is. De afkorting NOS identificeert de te gebruiken codes wanneer een specifieke codering niet mogelijk is op basis van de informatie over de diagnose in het dossier.
Kruisverwijzingen worden gebruikt in de alfabetische lijst ter verwijzing naar extra informatie voor het toekennen van een code. Het gebruik van leestekens maakt het mogelijk bijkomende informatie toe te voegen. Tot slot worden ook verbindingstermen zoals ‘and’, ‘with’ en ‘due to’ toegepast.
Toepassingen van ICD-10-CM
Dankzij het klasseren van klinische diagnoses volgens specifieke categorieën, biedt ICD-10-CM een globale en exhaustieve benadering van diagnoses en gezondheidsproblemen. Dit vereenvoudigt het bewaren, terughalen en analyseren van klinische gegevens. ICD-10-CM bevordert tevens het delen en het vergelijken van gezondheidsgegevens tussen verschillende ziekenhuizen, regio’s, contexten en landen, alsook het vergelijken van gegevens op eenzelfde plaats doorheen verschillende periodes.
De ICD-10-CM-classificatie kan bovendien toegepast worden binnen het domein van de epidemiologie, bij het uitwerken van een gezondheidszorgbeleid en voor klinische doeleinden. De verzamelde gegevens worden tevens gebruikt voor de financiering en terugbetaling van de ziekenhuizen en laten ook toe de kwaliteit en de veiligheid van de verstrekte zorg te evalueren.
ICD-10-CM In België
In België is ICD-10-CM, beschikbaar in het Nederlands en het Frans, in werking getreden op 1 januari 2015. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu staat in voor de publicatie van de officiële codeer- en registratierichtlijnen van ICD-10-CM voor het land. Deze officiële richtlijnen houden rekening met de specifieke kenmerken van de organisatie van het gezondheidszorgsysteem in België.
ICD-10-CM wordt onder meer toegepast om de Medische Gegevens van de Minimale Ziekenhuis Gegevens te registreren (MG-MZG) en om de gegevens van de verblijven in niet-psychiatrische algemene ziekenhuizen te melden. Deze registratie beoogt een geheel van items en is gebaseerd op standaarddefinities teneinde exhaustieve gegevens voor meerdere doeleinden waaronder de financiering van de ziekenhuizen, epidemiologie, wetenschappelijke studies, … aan te leveren.
Referenties
- Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. ICD-10-BE – Codeerhandboek. Officiële versie 2015.
- World Health Organization (WHO). ICD-10 – Instruction manual. 2011 Edition.