Fabrikanten, verkopers en importeurs van CO2-meters moeten aan verschillende criteria voldoen om hun apparaten, die bedoeld zijn voor publieke ruimtes, te laten goedkeuren voor verkoop.

Tegelijk met de voorbereiding van de wet betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in publiek toegankelijk gesloten plaatsen, werden bij ministerieel besluit normen voor luchtzuiveringssystemen en CO2-meters vastgelegd.


Bij ministerieel besluit zijn de technische normen vastgesteld waaraan meetapparaten voor de luchtkwaliteit (CO2) moeten voldoen. Alleen CO2-meters die aan al deze criteria voldeden, mochten de vermelding “apparaat voor gebruik in de strijd tegen SARS-CoV-2" dragen. Dit moest rechtstreeks op het toestel, op de verpakking of in de technische handleiding worden vermeld.

Dit besluit is sinds 30 september 2022 niet meer van kracht.

Om een goede luchtkwaliteit te kunnen garanderen en de verspreiding van aërosolen te beperken, adviseert de Hoge Gezondheidsraad dat het CO2-gehalte in de lucht niet meer dan 900 ppm mag bedragen.

CO2-meters mogen worden verkocht als aan alle onderstaande criteria worden voldaan:

 

  1. ze direct CO2 meten of​ ze voldoen aan de norm EN 50543;
    Deze norm is gericht op de snelle en nauwkeurige meting van koolmonoxide en kooldioxide in het milieu. CO2-meters moeten de CO2-concentratie meten met de nauwkeurigheid die voldoet aan deze norm. CO2-meters die de CO2-concentratie meten op basis van andere gassen of stoffen in de lucht voldoen niet aan deze voorwaarde, tenzij kan worden aangetoond dat deze meters voldoen aan de eisen van EN 50543. 
  2. ze een meetbereik bestrijken van 0 tot ten minste 2000 ppm van de CO2-concentratie;
    CO2-meters moeten ontworpen zijn om dit CO2-concentratiebereik correct te meten.
  3. ze ontworpen zijn om opnieuw te worden gekalibreerd ter compensatie van de meetafwijkingen, volgens de procedures die door de fabrikant in de technische handleiding van het instrument zijn vastgelegd;
    Een CO2-meter blijft omwille van technische redenen niet stabiel over een langere periode. De meting wijkt dus geleidelijk af van de werkelijke waarde. Het apparaat moet daarom opnieuw worden gekalibreerd volgens de procedure van de fabrikant. Deze voorwaarde geldt niet voor CO2-meters die zijn voorzien van een zelfkalibrerend apparaat. 
  4. ze een CO2-concentratie meten met een maximale meetfout van 10%. Voorbeeld: een meetfout van 10% bij 900 ppm komt overeen met ± 90 ppm. Dit betekent dat de werkelijke waarde tussen 810 en 990 ppm ligt;
    Een fout van maximaal 10% van de meting wordt aanvaard. Elk meetapparaat heeft een meetfout.

    Bij de aankoop van CO2-meters moet voorzichtig worden omgesprongen met goedkopere toestellen die een foutmarge groter dan de toegestane 10% kunnen hebben.
  5. ze worden geleverd met een technische handleiding waarin de installatievoorwaarden worden gespecifieerd om de CO2-concentratie in een bepaalde ruimte correct te meten.

Heeft u hulp nodig?