Milieutoezicht op het terrein

Het milieutoezicht op zee wordt hoofdzakelijk uitgevoerd met luchtmiddelen. De Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en het Schelde-estuarium (BMM) en de Dienst Marien Milieu zijn de twee bevoegde instanties voor de opsporing van milieu-inbreuken op zee door middel van luchttoezicht.

BMM opereert vanuit een vliegtuig dat speciaal uitgerust is met een radarsysteem dat de illegale lozingen door schepen kan detecteren. De Dienst Marien Milieu gebruikt voor de vaststelling van milieu-inbreuken op zee een helikopter die uitgerust is voor snelle interventies. Met Defensie is er een samenwerkingsakkoord voor het gebruik van onbemande militaire vliegtuigen voor het opsporen en documenteren van inbreuken tegen de milieuwetgeving. Ten slotte wordt er gebruik gemaakt van de satellietbeelden van het Europese Maritieme Veiligheidsagentschap (EMSA) om mogelijke vervuilingen op te sporen.

Het luchttoezicht op zee heeft een duidelijk ontradend effect: sinds de start van het luchttoezichtprogramma in 1991 is er een drastische daling van het aantal waargenomen olievervuilingen op zee.

Controle van de milieuregelgeving
De controle van de mariene milieuregelgeving is minstens even belangrijk als de uitvaardiging ervan.

De Wet Marien Milieu van 20 juli 2012 voorziet in de verplichting om in bepaalde gevallen de overheid te informeren, bijvoorbeeld wanneer een incident kan leiden tot milieuschade of wanneer men een activiteit met een mogelijk milieurisico plant.
De controle kan zowel proactief als actief op zee gebeuren.

• Voorkeur voor dialoog met de burger

Een eenvoudige toelichting over bijvoorbeeld de milieuvergunningsprocedure kan de burger al op weg helpen om de regelgeving toe te passen zonder dat meteen moet worden gesanctioneerd.

• Gerichte campagnes en instructies

De rol van de bevoegde overheidsdienst neemt toe als er zich een reële of dreigende milieuschade kan voordoen. In dat geval kan de dienst Marien Milieu gerichte campagnes organiseren of instructies geven die de burger dient te volgen om de milieuschade te voorkomen of te beperken.

• Controle op zee

De ambtenaren van de dienst Marien Milieu kunnen ook op zee controleren. In samenwerking met de Scheepvaartpolitie worden gerichte controles aan boord van schepen uitgevoerd. Op deze manier wordt nagegaan of de scheepsbemanningen de reglementering zowel administratief als technisch naleven. In eerste instantie wordt gekeken of het scheepsafval goed beheerd wordt en of het afval niet in zee gestort wordt. De controles bieden ook de mogelijkheid om de scheepsbemanning te sensibiliseren over de milieudoelstellingen van de reglementering en hen goede praktijkvoorbeelden aan te reiken.

Vervolging

Door de dienst Marien Milieu vastgestelde inbreuken op de mariene milieuregelgeving (de Wet Marien Milieu en de Wet MARPOL) kunnen leiden tot vervolging, inclusief gevangenisstraffen en geldboetes. Het moet gezegd worden dat het strafrechtelijke luik de uitzondering vormt binnen de handhaving van de wet marien milieu. De nadruk ligt op preventie en op sensibilisering.

Om de handhaving te optimaliseren wordt een samenwerking georganiseerd tussen de verschillende bevoegde overheidsdiensten, zowel nationaal als internationaal. Op nationaal vlak gebeurt dat bijvoorbeeld binnen de Kustwachtstructuur en het MARPOL-netwerk. Het MARPOL-netwerk is een informeel netwerk van federale en Vlaamse administraties die bevoegd zijn voor de voorkoming van verontreiniging door schepen. Op internationaal vlak verdienen de samenwerking binnen het Akkoord van Bonn en de samenwerking tussen onderzoekende en vervolgende instanties (North Sea Network - NSN) zeker vermelding.