Het Do No Significant Harm (DNSH)-beginsel is bedoeld om ervoor te zorgen dat Europese initiatieven geen negatieve gevolgen hebben op de klimaat- en milieudoelstellingen van de Europese Unie. Dit beginsel wordt steeds vaker toegepast door Europese en nationale overheden om klimaat-en milieuoverwegingen te integreren in overheidsinitiatieven, van de ontwerpfase tot de uitvoering en evaluatie.
Hieronder lees je meer:
- Wat is het DNSH-beginsel?
-
Het Europese Do No Significant Harm (DNSH)-beginsel is bedoeld om ervoor te zorgen dat Europese initiatieven, zoals financieringsprogramma’s, beleidsmaatregelen en regelgeving, geen negatieve impact hebben op de klimaat- en milieudoelstellingen van de Europese Unie.
Dit beginsel brengt de zogenaamde groene eed van de Europese Green Deal in praktijk: “Alle acties en beleidsmaatregelen van de EU moeten de EU helpen om een succesvolle en rechtvaardige transitie naar een duurzame toekomst tot stand te brengen."
De Europese Taxonomieverordening voert het DNSH-beginsel in voor duurzame investeringen. Artikel 17 legt vast wanneer een economische activiteit ernstige schade veroorzaakt aan een van de zes Europese milieudoelstellingen.Geen ernstige afbreuk doen aan de milieudoelstellingen
Rekening houdend met de levenscyclus van de producten en diensten die een economische activiteit opleveren, met inbegrip van bewijsmateriaal uit bestaande levenscyclusbeoordelingen, wordt een economische activiteit geacht ernstige afbreuk te doen aan: - de beperking van klimaatverandering, wanneer 'de activiteit leidt tot aanzienlijke broeikasgasemissies';
- de aanpassing aan klimaatverandering, wanneer ‘de activiteit leidt tot een toegenomen ongunstig effect van het huidige klimaat en het verwachte toekomstige klimaat op de activiteit zelf of op de mens, de natuur of activa’;
- het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen, wanneer ‘de activiteit schadelijk is voor de goede toestand of het goed ecologisch potentieel van waterlichamen, met inbegrip van oppervlaktewater en grondwater, of voor de goede milieutoestand van mariene wateren’;
- de circulaire economie en afvalpreventie, wanneer ‘de activiteit leidt tot aanzienlijke inefficiënties bij het gebruik van materialen of bij het directe of indirecte gebruik van natuurlijke hulpbronnen, of leidt tot een aanzienlijke toename van de productie, verbranding of verwijdering van afval, of indien de verwijdering van afval op lange termijn kan leiden tot aanzienlijke en langdurige schade aan het milieu';
- de preventie en bestrijding van verontreiniging, wanneer ‘de activiteit leidt tot een aanzienlijke toename van emissies van verontreinigende stoffen in lucht, water of bodem’;
- de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen, wanneer ‘de activiteit in aanzienlijke mate schadelijk is voor de goede staat en de veerkracht van ecosystemen, of schadelijk is voor de staat van instandhouding van habitats en soorten, met inbegrip van die welke van Uniebelang zijn’.
Bij het toetsen van een economische activiteit aan de criteria wordt rekening gehouden met zowel de milieueffecten van de activiteit zelf als die van de door die activiteit opgeleverde producten en diensten, gedurende hun levenscyclus, met name door de productie, het gebruik en het einde van de levensduur van die producten en diensten in acht te nemen. Naast duurzame financiering is het DNSH-beginsel geïntegreerd in verschillende beleidsmaatregelen en subsidieregelingen van de Europese Unie. Ook nationale overheden integreren het DNSH-beginsel steeds vaker in beleidsinitiatieven.
Het DNSH-beginsel geldt wanneer technische richtlijnen dit voorzien. Het niveau van de milieubescherming waaraan het DNSH-beginsel toetst is afhankelijk van de geldende richtlijnen en het nagestreefde doel:- het uitsluiten van financiering voor projecten/investeringen die schadelijk zijn voor het milieu;
- het verbeteren van de klimaat/milieuprestaties van projecten of investeringen door middel van bijkomende DNSH-voorwaarden die verder gaan dan de naleving van de geldende wetgeving;
- financiering voorbehouden voor de meest milieuvriendelijke investeringen volgens de EU-taxonomie, door oplegging van de technische beoordelingscriteria voor substantiële bijdrage aan een van de milieudoelstellingen.
- Wanneer is het DNSH-beginsel van toepassing?
-
Hieronder vindt u een niet uitputtend overzicht maatregelen waarin het DNSH-beginsel is opgenomen:
- Klik hier voor een tabel met meer informatie over de maatregelen.
- Het DNSH-beginsel in de Europese Taxonomieverordening.
-
De Europese Taxonomieverordening, vastgesteld in 2020, is een belangrijk onderdeel van het duurzame financieringskader van de Europese Unie, ontworpen om de markttransparantie te verbeteren en particuliere investeringen in de richting te sturen van activiteiten die de Europese Green Deal ondersteunen.
De Europese Taxonomie is een classificatiesysteem dat criteria vastlegt voor economische activiteiten die in overeenstemming zijn met de doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050, en met de volgende Europese milieudoelstellingen:
Om duurzaam te zijn, moet een economische activiteit substantieel bijdragen aan een van deze doelstellingen zonder ernstige schade te berokkenen aan de andere doelstellingen. Daarnaast moet de activiteit ook voldoen aan minimale sociale vereisten.
♦ Meer informatie over de Europese Taxonomie
In de Gedelegeerde Handelingen legt de Europese Commissie technische onderzoekscriteria op om te bepalen onder welke voorwaarden een economische activiteit (1) een wezenlijke bijdrage levert aan een van de milieudoelstellingen en (2) geen ernstige afbreuk doet aan de andere milieudoelstellingen.
HET DNSH-BEGINSEL IN DE EUROPESE TAXONOMIE
Artikel 17 van de Europese Taxonomieverordening stelt de criteria vast om te bepalen wanneer een economische activiteit ernstige schade veroorzaakt aan een van de zes Europese milieudoelstellingen.
In de Gedelegeerde Handelingen legt de Europese Commissie technische onderzoekscriteria op om te bepalen onder welke voorwaarden een economische activiteit geen aanzienlijke schade veroorzaakt.Bronnen & wetgeving
In de “EU Taxonomy navigator” vindt u het "EU Taxonomy Compass", de "EU Taxonomy calculator", een FAQ, de bijbehorende gedelegeerde handelingen en een handige gids voor niet-deskundigen.
Het “EU Taxonomy Compass” bevat de de technische criteria uit de gedelegeerde handelingen van de EU Taxonomie, per economische activiteit.De Taxonomieverordening (EU) 2020/852 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen. Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 door technische onderzoekscriteria vast te stellen om de voorwaarden te bepalen waaronder een specifieke economische activiteit kan worden aangemerkt als substantieel bijdragend aan de mitigatie van klimaatverandering of de adaptatie aan klimaatverandering, en om uit te maken of die economische activiteit geen ernstig afbreuk doet aan een van de andere milieudoelstellingen Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2486 door technische onderzoekscriteria vast te stellen om de voorwaarden te bepalen waaronder een specifieke economische activiteit kan worden aangemerkt als substantieel bijdragend aan het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen, aan de transitie naar een circulaire economie, aan de preventie en bestrijding van verontreiniging of aan de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen, en om uit te maken of die economische activiteit geen ernstige afbreuk doet aan een van de andere milieudoelstellingen. - Het DNSH-beginsel in de Europese Faciliteit voor Herstel en Veerkracht.
-
DE HERSTEL-EN VEERKRACHTFACILITEIT
De herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility of RRF) is een centraal instrument van NextGenerationEU, het EU-plan voor herstel na de coronaviruspandemie. Dit fonds is bedoeld om de economische en sociale gevolgen van de pandemie te verzachten en de Europese economieën en samenlevingen duurzamer en veerkrachtiger te maken en beter voor te bereiden op de groene en digitale transitie. Het noodprogramma REPowerEU vult de Europese Faciliteit voor Herstel en Veerkracht en de nationale herstelplannen aan om een einde te maken aan de Europese afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen en de klimaatcrisis te bestrijden.
De herstel- en veerkrachtfaciliteit financiert de herstel- en veerkrachtplannen van de lidstaten, op voorwaarde dat de hervormingen en investeringen in overeenstemming zijn met de Europese klimaat- en milieudoelstellingen.
Details over de uitvoering van en het toezicht op het Belgisch Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV) zijn te vinden in het uitvoeringsbesluit van de Europese Raad en de bijlagen, alsook in de operationele regelingen.
Lees meer over:
♦ De Europese faciliteit voor herstel en veerkracht.
♦ Het Belgisch plan voor herstel en veerkracht gefinancierd door de RRF.
♦ NextGen Belgium en het Nationaal plan voor herstel en veerkracht
HET DNSH-BEGINSEL IN DE EUROPESE FACILITEIT
VOOR HERSTEL EN VEERKRACHTArtikel 5, lid 2 van Verordening (EU) 2021/241 tot oprichting van de Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (RRF) bepaalt dat enkel de maatregelen uit de herstelplannen van de EU-lidstaten die het DNSH-beginsel naleven financiering kunnen krijgen uit de Europese herstel- en veerkrachtfaciliteit.
Naleving van het DNSH-beginsel, zoals gedefinieerd in de taxonomieverordening, is een voorwaarde voor alle maatregelen en investeringen om in aanmerking te komen voor financiering door de Europese faciliteit voor herstel en veerkracht.
In de praktijk werd elke maatregel in het Belgische Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV) onderworpen aan een voorafgaande DNSH-beoordeling op basis waarvan de Commissie de maatregel goedkeurde. De mededeling van de Commissie Technical guidance "on the application of the 'do no harm' principle under the Recovery and Resilience Facility Regulation" beschrijft hoe de lidstaten het DNSH-beginsel moeten toepassen. De toepassing van het DNSH-beginsel in de context van REPowerEU wordt beschreven in de mededeling van de Commissie Richtsnoeren voor herstel- en veerkrachtplannen in het kader van REPowerEU. Meer informatie over de voorafgaande DNSH-beoordelingen en het Belgische PHV is beschikbaar in de FAQ. De beoordelingen zijn op verzoek ook verkrijgbaar bij de
DNSH-contactpunten.
Voor het Belgische PHV zijn details over de uitvoering en monitoring van het plan, met inbegrip van specifieke mijlpalen en doelstellingen met betrekking tot het DNSH-beginsel, te vinden in het uitvoeringsbesluit van de Europese Raad en de bijlagen, alsook in de operationele regelingen.
Het DNSH-beginsel moet worden nageleefd tijdens de volledige levensduur van een maatregel, en zelfs daarna als er voorwaarden gelden (zoals recyclingverplichtingen aan het einde van de levensduur van de maatregel). De naleving van dit beginsel kan worden gecontroleerd door nationale en Europese auditinstanties.Belangrijke factoren om te beoordelen of een maatregel voldoet
aan het DNSH-beginsel in het RRFRichtlijnen
- De beoordeling betreft de impact van het project tijdens de volledige levenscyclus, d.w.z. de tijdens productie-, gebruiks- en eindelevensfase.
- Zowel de directe effecten als de belangrijkste indirecte effecten worden beoordeeld.
- Gedifferentieerde methode op basis van het al dan niet bestaan van technologisch en economisch haalbare alternatieven met een lage milieu-impact:
- Voor economische activiteiten waarvoor een technologisch en economisch haalbaar alternatief met een beperkte milieu-impact beschikbaar is, moet de DNSH-beoordeling gebeuren tegenover een scenario zonder interventie.
- Voor economische activiteiten waarvoor geen technologisch en economisch haalbaar alternatief met een beperkte milieu-impact bestaat, kan de naleving van het DNSH-beginsel aangetoond worden door de best beschikbare milieutechnieken in de sector toe te passen.
- Voorkomen van schadelijke lock-in-effecten: de activiteit mag geen milieuschadelijke lock-in-effecten veroorzaken en mag de ontwikkeling en toepassing van andere oplossingen met een lagere milieu-impact niet belemmeren.
- Integratie in het ontwerp: De naleving van het DNSH-beginsel, en de bijbehorende beschermingsmaatregelen, moeten geïntegreerd worden opgenomen. Dit betekent dat deze overwegingen worden opgenomen in het ontwerp van hervormingen, overheidsopdrachten en oproepen tot het indienen van projecten.
Verhouding tussen DNSH en de Europese milieuwetgeving: Naleving van de Europese milieuwetgeving betekent niet automatisch dat een maatregel voldoet aan het DNSH-beginsel. Verhouding tussen DNSH en de technische onderzoekscriteria van de Europese taxonomiewetgeving: De technische onderzoekscriteria kunnen worden gebruikt om de naleving van het DNSH-beginsel te toetsen. Dit is geen verplichting. Uitzonderingen
Volgende activiteiten worden niet ondersteund door de faciliteit voor herstel en veerkracht: - Maatregelen ter ondersteuning van activiteiten die onder het Europese-emissiehandelssysteem (ETS) vallen, activiteiten met geprojecteerde CO2-equivalente emissies die niet substantieel lager liggen dan de betrokken benchmarks die voor de kosteloze toewijzing van rechten zijn vastgesteld.
- Maatregelen ten behoeve van stroom- en/of warmteproductie uit fossiele brandstoffen, maar ook de daarmee samenhangende transmissie- en distributie-infrastructuur.
Bron: Mededeling van de Commissie 2021/C 58/01 Technische richtsnoeren over de toepassing van het beginsel “geen ernstige afbreuk doen aan” in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht Meer informatie over het naleven van het DNSH-beginsel vindt u in de FAQ en hieronder.
BRONNEN EN CONTACTPUNTEN
-
In de FAQ vindt u meer informatie over het DNSH-beginsel in het RRF.
-
Het vademecum betreffende “de methodologie voor het toezicht op en de controle van de naleving van DNSH in het kader van de RRF”. Dit instrument biedt een methodologie om de coördinerende en uitvoerende overheden van het PHV te ondersteunen bij hun verplichtingen tegenover de Europese Commissie wat betreft de toepassing van het DNSH-beginsel.
-
DNSH-contactpunten:
- Federaal DNSH-expertisecentrum: dnsh@health.fgov.be
- Vlaams Gewest: vlaamseveerkracht@vlaanderen.be
- Waals Gewest: cst.sg@spw.wallonie.be
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: rrf.brussels@sprb.brussels
- Duitstalige Gemeenschap: felix.miessen@dgov.be
- Federatie Wallonië-Brussel: DNSH@cfwb.be
Federale, gewestelijke en gemeenschappelijke overheden hebben elk een DNSH-contactpunt. Het federaal DNSH-expertisecentrum werkt samen met gewesten en gemeenschappen in een Interfederaal netwerk, gecoördineerd door het Federaal Planbureau, om de toepassing van het DNSH-beginsel te harmoniseren.
Bij uw DNSH-contactpunt zijn onderstaande tools beschikbaar De opname van opleidingen en infosessies DNSH-zelfbeoordelingsformulier Standaard DNSH-contractvoorwaarden Monitoring tools Checklists: Wetgeving Verordening (EU) 2021/241 tot instelling van de faciliteit voor herstel en veerkracht (FHV) Verordening (EU) 2023/435 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/241 wat betreft REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen. Uitvoeringsbesluit van de Raad (CID) betreffende de goedkeuring van de evaluatie van het herstel- en veerkrachtplan voor België en bijlagen. Operationele regelingen tussen de Comissie en België. Mededeling van de Commissie over de toepassing van het beginsel "geen ernstige afbreuk doen aan" in het kader van de verordening betreffende de faciliteit voor herstel en veerkracht (2021/C 58/01). De Technische Richtsnoeren van de Europese Commissie (2021/C 58/01) bevatten richtlijnen voor de toepassing van het DNSH-beginsel bij de ontwikkeling van het nationaal herstelplan. Mededeling van de Commissie (2022/C 214/01) Richtsnoeren voor herstel- en veerkrachtplannen in het kader van REPowerEU. - Wat is de rol van het federaal DNSH-expertisecentrum?
-
Het federaal DNSH-expertisecentrum binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ondersteunt de federale overheden bij de toepassing van het DNSH-beginsel. Daartoe ontwikkelt het expertisecentrum praktische hulpmiddelen en opleidingen. Bovendien ondersteunt het centrum de federale overheden bij vragen over het DNSH-beginsel en de toepassing ervan.
Contact: dnsh@health.fgov.be