Het DNSH-beginsel wil voorkomen dat economische activiteiten ‘aanzienlijke schade’ toebrengen aan het Europees milieu. Dit beginsel is van toepassing op projecten die financiering krijgen van de Europese Unie of de federale overheid in het kader van het herstelbeleid.  

Hoe integreer je als overheid het DNSH-beginsel in een projectoproep of bestek voor een overheidsopdracht?  

Hoe toon je als kandidaat van een projectoproep of als inschrijver aan dat het project of de diensten voldoen aan de DNSH-toets? 

Hieronder lees je meer:

Wat is het DNSH-beginsel?

Het DNSH-beginsel (in het Engels 'Do No Significant Harm') ziet erop toe dat projecten geen aanzienlijke schade veroorzaken aan de doelstellingen van het Europees milieubeleid, zoals vastgelegd in de Europese Taxonomieverordening  (Verordening (EU) 2020/852).

Een activiteit veroorzaakt aanzienlijke schade aan (‘doet ernstige afbreuk’) :

  1. de beperking van klimaatverandering, wanneer 'de activiteit leidt tot aanzienlijke broeikasgasemissies';  
  2. de aanpassing aan klimaatverandering, wanneer ‘de activiteit leidt tot een toegenomen ongunstig effect van het huidige klimaat en het verwachte toekomstige klimaat op de activiteit zelf of op de mens, de natuur of activa’; 
  3. het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen, wanneer ‘de activiteit schadelijk is voor de goede toestand of het goed ecologisch potentieel van waterlichamen, met inbegrip van oppervlaktewater en grondwater, of voor de goede milieutoestand van mariene wateren’; 
  4. de circulaire economie en afvalpreventie, wanneer ‘de activiteit leidt tot aanzienlijke inefficiënties bij het gebruik van materialen of bij het directe of indirecte gebruik van natuurlijke hulpbronnen, of leidt tot een aanzienlijke toename van de productie, verbranding of verwijdering van afval, of indien de verwijdering van afval op lange termijn kan leiden tot aanzienlijke en langdurige schade aan het milieu'; 
  5. de preventie en bestrijding van verontreiniging, wanneer ‘de activiteit leidt tot een aanzienlijke toename van emissies van verontreinigende stoffen in lucht, water of bodem’; 
  6. de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen, wanneer ‘de activiteit in aanzienlijke mate schadelijk is voor de goede staat en de veerkracht van ecosystemen, of schadelijk is voor de staat van instandhouding van habitats en soorten, met inbegrip van die welke van Uniebelang zijn’.
Wanneer is het DNSH-beginsel van toepassing?

De vereiste dat geen aanzienlijke schade aan het milieu wordt toegebracht, geldt voor projecten die gefinancierd worden met middelen uit de volgende financiële instrumenten:  

  1. De Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (RRF): dit is het belangrijkste instrument van NextGenerationEU. Artikel 5, lid 2 van Verordening (EU) 2021/241 tot oprichting van de Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit maakt het DNSH-beginsel van toepassing op de herstel- en veerkrachtplannen (RRP) van de EU-lidstaten. De maatregelen in het Belgische RRP kunnen enkel financiering van de Europese Commissie ontvangen als ze voldoen aan het DNSH-beginsel.  

    De Belgische federale regering besloot om het DNSH-principe toe te passen op alle infrastructuurinvesteringen en beleidsmaatregelen die door het Belgisch Plan voor Herstel en Veerkracht worden gefinancierd, ook degene die geen financiering krijgen uit het Europees herstelfonds.  

    Het noodprogramma REPowerEU vult de Europese Faciliteit voor Herstel en Veerkracht en de nationale herstelplannen aan om een einde te maken aan de Europese afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen en de klimaatcrisis te bestrijden. De toepassing van het DNSH-beginsel in REPowerEU wordt beschreven in een leidraad van de Commissie.
     
  2. De Europese Commissie adviseert om het DNSH-beginsel ook toe te passen op de Europese fondsen opgenomen in Verordening (EU) 2021/1060
  • Europees Sociaal Fonds plus   (ESF) 
  • Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)
  • Cohesiefonds   
  • Fonds voor rechtvaardige transitie (FRT) 
  • Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij en Aquacultuur  (EFMZVA) 
  • Fonds voor asiel, migratie en integratie  (AMIF) 
  • Fonds voor interne veiligheid  (ISF) 
  • Instrument voor grens- en visumbeheer (BMVI)

Verwacht wordt dat de toepassing van het DNSH-beginsel in de toekomst verder zal worden uitgebreid. 

Wie zijn de belanghebbenden?

Het is de taak van de bevoegde overheden om, in het kader van financieringsprogramma's waarvoor de naleving van het DNSH-beginsel is opgelegd (bv. het nationaal herstel- en veerkrachtplan), ervoor te zorgen dat de documenten voor een projectoproep of een overheidsopdracht (memorandum of bestek, subsidieovereenkomst, enz.) de DNSH-verplichting opnemen. 

Particuliere ondernemingen die reageren op een oproep tot het indienen van voorstellen die aan het DNSH-beginsel moeten voldoen, voeren een DNSH-zelftoets uit aan de hand van een DNSH-bijlage. Deze beoordeling toont aan dat het project geen aanzienlijke schade toebrengt aan de zes milieudoelstellingen. Daarnaast geeft de kandidaat of inschrijver aan welke maatregelen genomen worden om de impactrisico’s zoveel mogelijk te beperken. De beoordeling is van toepassing op de gehele levenscyclus van het project (productie, gebruik en einde van de levensduur), rekening houdend met de directe en de belangrijkste indirecte effecten van het project.
 
Het is belangrijk dat alle belanghebbenden, zowel overheidsinstanties als particuliere ondernemingen, de naleving van DNSH-clausules zo goed mogelijk documenteren. Europese financiering is immers afhankelijk van de naleving van het DNSH-beginsel en Europese autoriteiten kunnen informatie opvragen om dit te controleren.  

Wat is de rol van het Federaal DNSH-expertisecentrum? 

Het Federaal DNSH-expertisecentrum binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ondersteunt de federale overheden bij de toepassing van het DNSH-beginsel. Daartoe ontwikkelt het expertisecentrum methodologische instrumenten en opleidingen.  Bovendien biedt zij directe bijstand aan de federale overheden in geval van vragen, met name over DNSH-beoordelingen.

Het expertisecentrum voert geen voorafgaande evaluatie uit van de zelfbeoordeling van particuliere ondernemingen.
 
Contact dnsh@health.fgov.be

Interfederaal DNSH-netwerk en contacten

Het Federaal Planbureau coördineert het Interfederaal DNSH-netwerk waarin de federale, gewestelijke en gemeenschappelijke overheden vertegenwoordigd zijn.

Het interfederaal DNSH-netwerk zorgt via regelmatige vergaderingen, uitwisseling van best practices en opleidingen voor de coherentie van de interpretatie en implementatie van de DNSH-regelgeving binnen de verschillende entiteiten.

Wetgeving

De Europese Taxonomieverordening (Verordening (EU) 2020/852), legt in artikel 17 het DNSH-beginsel vast, dat de basis vormt voor de classificatie van duurzame economische activiteiten.  

Het herstel- en veerkrachtplan van de EU (PHV) bepaalt dat het DNSH-beginsel van toepassing is op alle maatregelen opgenomen in de nationale plannen, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de oprichting van de Herstel- en veerkrachtfaciliteit (Verordening (EU) 2021/241).
 
De Technische Richtsnoeren van de Europese Commissie (2021/C 58/01) bevatten richtlijnen voor de toepassing van het DNSH-beginsel bij de ontwikkeling van het nationaal herstelplan. Het uitvoeringsbesluit van de Europese Raad en bijlagen leggen operationele regelingen vast voor het Belgisch Plan voor Herstel en Veerkracht met details over de uitvoering en monitoring van het plan, met inbegrip van specifieke DNSH-mijlpalen en doelstellingen.

FAQ

Meer info over het DNSH-beginsel vindt u in deze FAQ.