Het protocol van Madrid vult het Antarcticaverdrag aan. Het bestempelt het gebied waarop het Verdrag betrekking heeft als een 'natuurreservaat, ten dienste van vrede en wetenschap' en dit tot 2048.
Sommige mensen worden aangetrokken door de magische landschappen van Antarctica, de ontdekking van fauna en flora of de geologische geheimen van het continent, anderen daarentegen zien er vooral één grote onontgonnen energievoorraad in. Gas en olie zijn een rijkdom, maar ook een bedreiging voor de ondergrond van het vasteland en de wateren van Antarctica.
Het idee om die grondstoffen industrieel te exploiteren, is zeker niet nieuw. In 1988 probeerde de Conventie van Wellington een compromis te vinden tussen de voor- en tegenstanders van een exploitatie van de minerale rijkdommen (gedefinieerd als “met inbegrip van alle niet-levende middelen”). Uiteindelijk was niemand tevreden. Het probleem lag ongetwijfeld bij de al te complexe mechanismen en het gebrek aan transparantie over de basisprincipes die elke partij erin wou zien. Technisch gezien is de Conventie van Wellington niet dood: de invoering is opgeschort met het Protocol van Madrid van 1991, dat exclusief het milieu verdedigt door simpelweg elke vorm van prospectie en exploitatie van minerale grondstoffen op Antarctica te verbieden.
In de jaren 1980 was België een van de eerste landen die voorstander waren om te onderhandelen over een speciaal protocol om het milieu op Antarctica te beschermen. In 1989 wijzigde het federale parlement de wet van 12 januari 1978 over de bescherming van de fauna en flora in het Zuidpoolgebied door een artikel toe te voegen dat alle natuurlijke personen met de Belgische nationaliteit en alle rechtspersonen naar Belgisch recht verbood om activiteiten te ontplooien die de prospectie, de exploratie of de ontginning van minerale rijkdommen op Antarctica tot doel hebben.
Het Protocol van Madrid
Het Protocol van Madrid verbiedt alle activiteiten die te maken hebben met de minerale rijkdommen op Antarctica, tenzij voor wetenschappelijke doeleinden, en legt de voorwaarden vast voor wetenschappelijke of toeristische activiteiten in de regio. In de 6 bijlagen bij het Protocol worden de regels vastgelegd voor :
- de evaluatie van de invloed op het milieu,
- het behoud van fauna en flora,
- de afvalverwijdering en –beheer,
- de preventie van zeevervuiling,
- het beheer en de bescherming van gebieden door de leden,
- de verantwoordelijkheid voor schade toegebracht aan het milieu.
Tot in 2048 zijn wijzigingen aan het protocol enkel mogelijk als alle leden van de ATCM (Antarctic Treaty Consultative Meeting) hiermee unaniem akkoord gaan.
Om deze principes in Belgisch recht om te zetten, keurde het federale parlement op 7 april 2005 een wet goed waardoor de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bevoegd was voor de implementatie van het protocol van Madrid door België. Deze wet wordt afgeschaft en vervangen door de wet van 21 juli 2017 betreffende de milieubescherming en de regulering van de activiteiten op Antarctica onder de rechtsbevoegdheid van België.
Het Comité voor milieubescherming
In het kader van het protocol van Madrid werd een Comité voor Milieubescherming (Committee for Environmental Protection of CEP) opgericht waarin 40 lidstaten zetelen. Dit bijzondere overlegorgaan geeft advies en formuleert aanbevelingen voor de vergadering van de lidstaten bij het Verdrag. De hoofdactiviteiten van het CEP zijn de evaluatie van de invloed op het milieu, de afbakening van beschermde gebieden en de bescherming van de biologische diversiteit.
Evaluatie van de invloed op het milieu (bijlage I)
Alle activiteiten in het gebied waarop het Antarcticaverdrag van toepassing is worden gepland en uitgevoerd op basis van wetenschappelijke informatie die toereikend is om hun eventuele impact op het Antarctisch milieu te kunnen beoordelen en een gefundeerde mening hierover te kunnen vormen. Dit impliceert dat de Partijen bij het Antarcticaverdrag milieueffectrapportages uitvoeren voor hun activiteiten op Antarctica, waarbij drie beoordelingsniveaus worden gehanteerd afhankelijk van de potentiële impact van elke activiteit.
- Indien is vastgesteld dat een activiteit minder dan een gering of tijdelijk effect heeft, kan de activiteit onmiddellijk doorgang vinden.
- De eerste milieu-evaluatie omvat:
a ) een beschrijving van de voorgenomen activiteit, met inbegrip van doel, plaats, duur en intensiteit ;
b) en een beschouwing van de alternatieven voor de voorgenomen activiteit en alle mogelijke effecten die deze activiteit kan hebben op het milieu, met inbegrip van een beschouwing van de cumulatieve effecten in het licht van bestaande activiteiten en activiteiten waarvan bekend is dat zij zijn gepland. - Indien uit een eerste milieu-evaluatie blijkt of indien anderszins wordt vastgesteld dat een voorgenomen activiteit waarschijnlijk meer dan een gering of tijdelijk effect heeft, wordt een omvattende milieu-evaluatie opgesteld..
Zo werd het Princes Elisabethstation in 2006-2007 onderworpen aan een uitgebreide milieu-evaluatie.
Behoud van de fauna en flora (bijlage II)
Antarctica is betrekkelijk goed gespaard gebleven van menselijke activiteit. Van bij de start van de exploratie van het continent is veel zorg besteed aan de bescherming van de inheemse fauna en flora. Volgens het Milieuprotocol en diens bijlage II moet bij het plannen en uitvoeren van activiteiten op Antarctica worden vermeden dat “bedreigde of uitstervende dier- of plantensoorten verder in gevaar worden gebracht.”
Het protocol en bijlage II heeft specifieke maatregelen vastgelegd zoals:
- een verbod op het onttrekken (verwijderen) en schadelijk optreden, behalve met een vergunning. Deze vergunningen vermelden de toegestane activiteit. Ze worden uitsluitend afgeleverd:
(a) om specimens te leveren voor wetenschappelijk onderzoek of voor wetenschappelijke informatie;
(b) om specimens te leveren voor musea, herbaria, botanische tuinen, dierentuinen of andere educatieve of culturele instellingen of toepassingen. Er mogen niet meer inheemse zoogdieren, vogels of planten worden onttrokken dan strikt noodzakelijk;
- een verbod op het binnenbrengen van niet-inheemse soorten (levend pluimvee of andere vogels en honden), behalve met een vergunning. Hierop bestaan slechts twee uitzonderingen: kamerplanten en laboratoriumplanten en -dieren, met inbegrip van virussen, bacteriën, gisten en schimmels;
- het aanwijzen van 'speciaal beschermde soorten' (zuidelijke reuzenstormvogel, albatros of Ross-zeehonden).
• Foto van een stormvogel
• Foto van een albatros
• Foto van een Ross-zeehond
Afvalverwijdering en -beheer (bijlage III)
Bijlage III bij het Milieuprotocol bepaalt dat 'de hoeveelheid afval geproduceerd of gestort of verbrand in het gebied waarop het Verdrag inzake Antarctica van toepassing is, zoveel mogelijk wordt beperkt.' Hierin wordt ook vermeld welk soort afval moet worden verwijderd. Er worden ook regels vastgelegd voor het opslaan en verwijderen van afval. Er geldt een totaalverbod op het invoeren van bepaalde producten op Antarctica zoals pcb's. Er moet ook een afvalbeheersplan worden opgesteld om afval van vroegere activiteiten te verwijderen.
Preventie van zeevervuiling (bijlage IV)
Het gebied waarop het Antarcticaverdrag van toepassing is, omvat 20 miljoen vierkante kilometer van de Zuidelijke Oceaan. Deze wateren zijn aangeduid als “speciaal gebied” waar verplicht bijzondere methodes in acht moeten worden genomen om mariene verontreiniging te voorkomen (Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen). Bijlage IV van het Milieuprotocol verbiedt het lozen van koolwaterstoffen, schadelijke vloeibare substanties en afval in het gebied waarop het Verdrag inzake Antarctica van toepassing is. Ze bevat ook regels voor de afvoer van afvalwater, de opslagcapaciteit van de schepen, de opvanginstallaties, de soevereine immuniteit, de voorzorgsmaatregelen en de voorbereidende maatregelen in geval van noodsituaties en de aanpak ervan.
Beschermde gebieden (bijlage V)
Het CEP heeft 75 speciaal beschermde Antarctische gebieden en 7 speciaal beheerde Antarctische gebieden afgebakend. Een speciaal beschermd Antarctisch gebied is een gebied met een hoog ecologisch, wetenschappelijk, historisch, esthetisch of natuurlijk belang waar wetenschappelijk onderzoek aan de gang is of gepland is (zoals Mount Harding, Adélieland enz.). Een speciaal beheerd Antarctisch gebied is een gebied waar activiteiten aan de gang zijn of gepland zijn (zoals de Larsemann Hills op Oost-Antarctica, Deceptioneiland enz.).
Sinds 1972 bestaat er ook een officiële lijst met historische plaatsen en monumenten. De lijst telt 92 plaatsen die als historisch belangrijk worden beschouwd. Het gaat bijvoorbeeld om de tent die Amundsen in 1911 tijdens zijn expeditie gebruikte en die nu onder sneeuw en ijs is bedolven; restanten van basissen; het gedenkteken voor de 257 slachtoffers die in 1979 omkwamen bij het vliegtuigongeval op Mount Erebus; de buste van Lenin op de voormalige Sovjetbasis enz.
Er werd een lijst van alle beschermde gebieden op Antarctica opgesteld.