Het verdrag van Aarhus vraagt de staten om een systeem in te voeren dat de financiële of andere belemmeringen voor de toegang tot de rechter wegneemt.
België kent rechtsbijstand op twee niveaus: eerstelijnsbijstand en tweedelijnsbijstand.
Eerstelijnsbijstand: het eerste advies
Elke persoon kan kosteloos een eerste praktische inlichting of juridisch advies krijgen of naar een gespecialiseerde organisatie worden doorverwezen, ongeacht zijn financiële situatie.
Het eerste advies wordt gegeven door de juridische permanenties in de justitiepaleizen, de vredegerechten, de justitiehuizen, bepaalde gemeentelijke instanties, OCMW’s of erkende vzw’s met een juridische dienst. Het volstaat om met zijn dossier naar de raadpleging te gaan.
Tweedelijnsbijstand: de juridische bijstand
Indien het eerste advies aangeeft dat een actie – het kan gaan om een juridische brief, een bemiddeling of een rechtsvordering – relevant of noodzakelijk is, dan is ondersteuning door een advocaat vaak aangewezen. Ook hier mogen financiële belemmeringen een particulier niet ontmoedigen.
Deze bijstand, vroeger pro deo genoemd, wordt volledig of gedeeltelijk kosteloos toegekend, afhankelijk van het inkomen.
Personen die aan de opgelegde inkomensvoorwaarden voldoen, kunnen zich tot het Bureau voor Rechtsbijstand van hun gerechtelijk arrondissement richten, dat hen een advocaat voorstelt die in de betrokken materie is gespecialiseerd.
Meer informatie vindt u op de website van de FOD Justitie.