Identificatie van paardachtigen

 
  1. Wat houdt de identificatie in ?
  2. Wanneer en en hoe moet ik mijn paardachtige laten identificeren ?
  3. Uitzonderingen
  4. Samenvattende diagrammen


Identificatie van paardachtigen

 

Wat houdt de identificatie in ?

 

De identificatie bestaat uit drie delen: een transpondeur in de hals van het dier, een uniek identificatiedocument  en  de registratie in HorseID.


Deze procedure laat toe om:

  • de levensloop van het paard te volgen en de aanwezigheid van mogelijke residu’s van toegediende geneesmiddelen uit te kunnen sluiten teneinde de traceerbaarheid en de bescherming van de volksgezondheid te garanderen;
 
  • ernstig zieke dieren snel op te sporen en te isoleren als er gevaar voor de dierengezondheid dreigt;
 
  • diefstal te voorkomen.

 

De houder van het paard moet de identificatie en registratie voltooien voor het dier één jaar oud is.

 
Onder de houder verstaan we de persoon die instaat voor de dagelijkse verzorging van het dier:

  • de eigenaar zelf, als hij het dier huisvest;
 
  •  een persoon die door de eigenaar voor de verzorging is aangeduid;
 
  •  voor paarden in een pension of een manege:

• de eigenaar, als hij zelf regelmatig zijn dier verzorgt;
• een persoon die door de eigenaar voor de verzorging is aangeduid;
•  de verantwoordelijke van het pension of de manege, als de eigenaar niet regelmatig voor de verzorging instaat.

 
 

Beschikbaarheid van het identificatiedocument

Het paspoort moet altijd op de verblijfplaats van de paardachtige beschikbaar zijn, behalve wanneer het dier:
 

  • op de weide of in de stal staat en het paspoort snel kan worden voorgelegd;
 
  • ‘op stap’ is in de buurt van zijn verblijfplaats, bv. als hij bereden wordt;
 
  • nog niet gespeend is en bij zijn (zoog)moeder verblijft;
 
  • aan een training of proef voor een ruiterwedstrijd, race of evenement deelneemt waarvoor hij de inrichting verlaat waar de training, de wedstrijd, de race of het evenement plaatsvindt, tijdelijk moeten verlaten;
 
  • in een noodsituatie snel moet worden verplaatst of vervoerd.

 
Als een paard in een pension, een manege of een andere instelling verblijft, dan moet de exploitant van de inrichting het identificatiedocument bijhouden. Een kopie mag ook, als het origineel binnen de drie uur kan worden voorgelegd.

Opgelet: het paspoort is geen eigendomsbewijs!


 
De verschillende soorten identificatiedocumenten

 

  Instantie van afgifte Statuut voedselketen  
voorwaarden
Wettelijke basis
 
 
Nieuw document
 BCP of erkende stamboekvereniging  
Behouden in de voedselketen
 

Veulens jonger dan 12 maanden
 
 
 Art.21 ver 2021/963
Erkende stamboekvereniging Geregistreerd statuut in HorseID en in het oud document. Paardachtige zonder afstamming à geregistreerde paardachtige (stamboek) en oorspronkelijke document dat niet in conformiteit mag gedaan worden Art.68 Ver 2019/2035
 
Art.21.4 Ver 2021/963
 
BCP of erkende stamboekvereniging

Geregistreerd statuut in HorseID en in het oud document.

Identificatiegegevens niet nauwkeurig door de instantie van afgifte ingevoerd
Art.21.3 Ver 2021/963
         
Duplicata
 
BCP of erkende stamboekvereniging uitsluiting Eerst identificatiedocument na de leeftijd van 12 maanden. Art.25.1.b Ver 2021/963
 
BCP of erkende stamboekvereniging die het eerste document heeft afgeleverd. uitsluiting • verlies van oorspronkelijk document en;

• bevestigde identiteit en ;

• uitgesloten paardachtigen van de slacht of onjuiste gegevens van de houder in HorseID.
Art.67.1  Ver 2019/2035
 
Art.25.1.a Ver 2021/963
 
   
schorsing van 6 maanden
• verlies van oorspronkelijk document en ;

• bevestigde identiteit en ;

• niet uitgesloten paardachtigen van de voedselketen en juiste gegevens van de houder in HorseID.
Art.25.1.a Ver 2021/963
         
 
Vervangende document (Nieuw UELN)
BCP uitsluiting • verlies van oorspronkelijk document en ;

• niet bevestigde identiteit.
 
Art.67.2 Ver 2019/2035
 
Art.26 Ver 2021/963
 
    • fraude Art.26  Ver 2021/963
 
         


Tijdelijk document
  • 45 geldig in België
  • Niet voor het slachthuis
 
    • oorspronkelijke document bij de instantie van afgifte geactualiseerd Art.61.2 Ver 2019/2035
 
Art.24 Ver 2021/963



Wanneer en hoe moet ik mijn paardachtige laten identificeren ?

 
Paardachtigen in België moeten voor de leeftijd van 12 maanden geïdentificeerd en geregistreerd zijn en in elk geval voordat het dier de inrichting waar het is geboren, verlaat voor een periode van meer dan dertig dagen (behalve in het geval van veulens die hun moeder vergezellen).


1. Identificatie aanvraag

  • De houder dient een identificatieaanvraag  in binnen de zes maanden na de geboorte van de paardachtige:

• indien het een paard betreft dat bestemd is om te worden ingeschreven in een stamboek dat wordt bijgehouden door een erkende stamboekvereniging in België, wordt de aanvraag ingediend via de betrokken stamboekvereniging;

• indien het een paard zonder afstamming is, dient de houder zijn aanvraag online in via HorseID . Het is altijd mogelijk om een papieren formulier  te gebruiken, maar de procedure kost dan veel meer.
 

  • Tijdens deze stap kiest u de identificeerder (erkend dierenarts) die via de digitale applicatie het identificatieattest voor uw paard zal invullen. De lijst met identificeerders is beschikbaar in HorseID wanneer u het betreffende veld invult.   



2. Betaling van het forfaitair bedrag

De Belgische Confederatie van het paard stuurt een e-mail of een brief afhankelijk van de gekozen procedure (online of op papier) zodat de houder kan overgaan tot de betaling.



3. Identificatie van de paardachtige

De identificeerder brengt een transponder aan of controleert de identificatiecode als het paard al een transponder heeft. Hij zal ook de beschrijvende en grafische beschrijvingen van het paard opstellen.



4. Validatie identificatie gegevens paard

BCP (CWBC/PPV valideert de identificatiegegevens van de paardachtige aan de hand van het bestand van de identificeerder en controleert de status al dan niet bestemd voor de slacht voor menselijke consumptie.



5. Opstelling identificatie document

  • Indien het de bedoeling is dat het paard wordt ingeschreven in een stamboek, is het de erkende stamboekvereniging die   het identificatiedocument opstelt en afgeeft.
 
  • In alle andere gevallen krijgt het paard een Equipas afgeleverd door de BCP (CWBC/PPV).


 

Uitzonderingen

 
 

Slachtveulens

Veulens bestemd voor de slacht vóór de leeftijd van 12 maanden worden alleen via een vereenvoudigde procedure geïdentificeerd door middel van een transponder. Ze kunnen hun geboorteplaats niet verlaten en moeten rechtstreeks naar het slachthuis worden vervoerd met het document betreffende de informatie over de voedselketen.

 

Paardachtigen ‘in het wild’ in erkende dierenparken en reservaten

Paardachtigen in erkende dierenparken of reservaten leven wild of half wild. Zij hebben geen identificatiedocument nodig zolang ze niet verplaatst of gedomesticeerd worden. Ze moeten  wel voor de leeftijd van twaalf maanden voorzien zijn van een transponder waarvan de code wordt geregistreerd in HorseID op het moment van de inplanting.

De verantwoordelijke van het park of van de reserve moet deze uitzondering wel aanvragen bij de dienst Sanitair Beleid Dieren en Planten van de FOD Volksgezondheid, via apf.vetserv@health.fgov.be.

De verantwoordelijke van de plaats waarop de aanvraag tot afwijking betrekking heeft, deelt aan de FOD mede:

• de naam en het adres van de plaats;
• het erkenningsnummer van de plaats;
•  de telefoon- en de faxnummers van de plaats;
•  de coördinaten van de contactpersoon;
•  de lijst van de betrokken soorten;
•  de leeftijd van het dier.


Enkel de paardachtigen geboren na 31 december 2022 in een erkende plaats zoals hierboven bedoeld komen in aanmerking voor een nieuwe aanvraag van uitzondering.