Problematiek wordt steeds acuter * De Wereldgezondheidsorganisatie-Europa: de locomotief * De Europese Unie engageert zich voor actieprogramma’s * De betrokkenheid van België * De betrokkenheid van de burger *  Conclusies

 

Problematiek wordt steeds acuter

  • Nieuwe verzwarende factoren

Waarom is iemand gezond of ziek? Verschillende factoren spelen een doorslaggevende rol. De kwaliteit van het leefmilieu is er daar één van. De band tussen milieu en gezondheid is altijd al op de voorgrond geplaatst. Maar zeer recent heeft deze vraag een soms meer verontrustende wending genomen. In onze samenleving oefenen twee sleutelelementen een nefaste invloed uit op de gezondheid:

    • de snelle toename van het aantal Chemische producten waaraan de mens blootgesteld wordt.
    • de groei van het wegverkeer als factor in de milieuvervuiling.

 

Een voorbeeld: verschillende wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat in de Europese Unie elk jaar meer mensen sterven ten gevolge van de luchtvervuiling die auto’s veroorzaken, dan door verkeersongevallen.        

  • Het vertragingseffect bij onderzoek en politieke besluitvorming

Op basis van cijfers van de Europese commissie, mag ongeveer 20% van alle ziekten die in geïndustrialiseerde landen voorkomen, worden toegeschreven aan milieufactoren. Niemand vecht de impact van het leefmilieu op de gezondheid aan. Toch blijft het moeilijk om dat exact te meten en te kwantificeren. Ten eerste omdat de gevolgen ervan vaak pas na een lange periode aan het licht komen. Ten tweede omdat verschillende vervuilende factoren elkaar negatief beïnvloeden. Dat noemen we het ‘cocktaileffect’. Tot vandaag heeft de wetenschap zich toegespitst op onderzoek naar individuele vervuilende stoffen. Dat verklaart ten dele de trage reacties van de overheid

 

De Wereldgezondheidsorganisatie-Europa: de locomotief

  • Het eerste alarmsignaal

    Op politiek vlak heeft de Europese tak van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) als eerste alarm geslagen. Ze vestigde er de aandacht op dat het noodzakelijk is de problematiek Milieu – Gezondheid grondig aan te pakken. 

    WGO-Europa groepeert 52 landen in Europa: van Portugal tot Rusland en van de Kaukasus en Centraal-Azië tot Finland. Natuurlijk maakt ook België er deel van uit.

    Om de vijf jaar organiseert WGO-Europa een internationale conferentie waar de ministers van milieu en volksgezondheid van de lidstaten van deze organisatie rond de tafel zitten. Deze conferenties speelden een sleutelrol in de bewustmaking van de verbanden tussen leefmilieu en gezondheid. Zij leidden trouwens tot het invoeren van de eerste maatregelen op dit terrein.

  • De vier conferenties

    De eerste conferentie vond in 1989 plaats in Frankfurt. Zij gaf de eerste aanzet, plaatste de verbanden tussen milieu en gezondheid op het voorplan, erkende het recht van elke burger om ’te genieten van een milieu, dat hem toelaat een zo hoog mogelijk gezondheids- en welzijnsniveau te bereiken’ en onderschreef het Europese Handvest over Milieu en Gezondheid.

    In 1994 had de tweede conferentie plaats in Helsinki. Het was de start van een proces van mobilisatie van alle regeringen. De landen werden uitgenodigd om nationale plannen op te stellen voor actie rond milieu en gezondheid, onder de naam NEHAP (National Environment and Health Action Plan). Het Belgische NEHAP werd door de ministers van leefmilieu en gezondheid van alle beleidsniveaus ondertekend op 3 april 2003. Het roept de administraties van beide domeinen op om nauw samen te werken.

    De derde conferentie (Londen, 1999) legde de klemtoon op twee concrete thema’s: water en verkeer. Ze leidde tot de invoering van een protocol Water – Gezondheid dat België ratificeerde in juni 2004. Vervolgens werd een procedure opgezet rond Vervoer - Milieu en Gezondheid

    In juni 2004 ten slotte legde de conferentie van Boedapest de nadruk op de kinderen. Daar verbond België er zich toe om een actieplan uit te werken: ‘Kinderen, leefmilieu en gezondheid’. Maar nog andere belangrijke punten kwamen aan bod in de verklaring van de ministers:

    • de opvolging van de vorige conferenties;
    • nieuwe aandacht voor thema’s zoals huisvesting en de gevolgen van extreme klimatologische situaties;
    • de noodzaak om over betrouwbare gegevens te beschikken en om, waar nodig, het voorzorgsprincipe toe te passen bij de uitwerking van een beleid rond milieu - gezondheid;
    • de procesopvolging en het belang van een intensievere samenwerking tussen de WGO en andere internationale instanties, in de eerste plaats met de Europese Unie.

 

De Europese Unie engageert zich voor actieprogramma’s 

  • 6de Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (6de MEG) (2002-2012)

 

In 1992 werd de bescherming van leefmilieu en gezondheid opgenomen in het verdrag van Maastricht (artikel 175 EC Verdrag). Een reeks richtlijnen en reglementen, vooral over afvalbeheer en over de kwaliteit van buitenlucht en water, zorgen voor een verbetering van de volksgezondheid. Als straks de nieuwe Lidstaten deze ‘communautaire verworvenheden’ ook toepassen, wordt het positieve effect ervan nog versterkt. 

Toch tonen recente rapporten van het Europees Milieu Agentschap aan dat een reeks parameters problemen blijft veroorzaken.

Leefmilieu, gezondheid en levenskwaliteit vormen dus één van de prioritaire actieterreinen die voorzien zijn in het MEG programma voor de periode 2002-2012. De meest opvallende elementen daarin zijn: water- en luchtkwaliteit, maar ook de aanpak van chemische producten en Pesticiden, de geluidsoverlast en het milieubeleid in de steden. In dit opzicht vormen de themastrategieën voor luchtkwaliteit, pesticiden, en de voorstellen van REACH-reglement fundamentele hulpmiddelen voor een proactief beleid rond milieu - gezondheid.

Europees actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003–2008) 

 

Het programma 2003-2008 sluit aan op het communautaire actieprogramma rond vervuilingsgerelateerde ziektes (1999-2001). Het vestigt de aandacht opnieuw op de belangrijke invloed die het milieu heeft op de gezondheid. Het gaat om:

  • het verbeteren van informatie en kennis met het oog op een verbetering van de volksgezondheid en de gezondheidssystemen;
  • het versterken van de bekwaamheid om snel en gecoördineerd te reageren bij grensoverschrijdende bedreigingen zoals het HIV-virus, de nieuwe variant van de ziekte van Creutzfeldt-Jacob en aandoeningen die het gevolg zijn van milieuvervuiling;
  • het handelen op basis van de bepalende gezondheidsfactoren met als prioriteit de factoren die te maken hebben met de levenswijze, de sociaal-economische situatie en het leefmilieu (gebruik van tabak, alcohol, verdovende middelen, voeding, stress).
  • Europese onderzoeksprogramma's

 

Eén van de belangrijkste acties in het 5de kaderprogramma heeft als doel de gezondheidsimpact te verminderen van factoren zoals luchtvervuiling, zware metalen, giftige stoffen, elektromagnetische straling en geluidsoverlast, vooral op de arbeidsplaats.

Het 6de kaderprogramma (2002-2006) beoogt de oprichting van een ‘Europese onderzoeksruimte’, meer bepaald door het installeren van ‘centers of excellence’ en van geïntegreerde projecten rond diverse thema’s.    

   

De strategie voor Milieu - Gezondheid

Conform aan de logica van zijn programma’s en om zich in te passen in de werkzaamheden van de WGO, heeft de Europese Commissie in juni 2003 een ‘Europese strategie voor milieu en gezondheid’ goedgekeurd

De algemene doelstelling van deze strategie is het voorkomen van ziektes die worden veroorzaakt door milieufactoren. Ze steunt op de volgende basisprincipes die, in de Engelse taal, het acroniem SCALE vormen:

  • Science: ze vertrekt van wetenschappelijke kennis en vergroot zo het inzicht in de vaak erg ingewikkelde verbanden tussen milieu en gezondheid.
  • Children: ze richt de aandacht op de kinderen, omdat zij bijzonder kwetsbaar zijn tegenover milieurisico’s.
  • Awareness: ze wil de bevolking informeren en sensibiliseren over gezondheidsproblemen die in verband staan met het leefmilieu en over de methodes waarmee we die kunnen aanpakken.
  • Legislation: ze wil de wetgeving van de gemeenschap aanpassen, zodat beter rekening wordt gehouden met de situatie en bijzondere noden van kinderen.
  • Evaluation: ze steunt een aanpak die stoelt op permanente evaluatie.

 

De rode draad in deze strategie is het woord ‘integratie’. Concreet:

  • alle informatie over de relatie tussen leefmilieu en gezondheid samenbrengen;
  • de problematiek milieu - gezondheid integreren in de totaliteit van de gemeenschapspolitiek van Europa (b.v. afstemmen van de vervoerspolitiek);
  • alle betrokken partijen samenbrengen om de samenwerking tussen alle geïnteresseerde belangengroepen te bevorderen. 

 

Als antwoord op deze uitnodiging tot actie, ontwikkelden de leden van de Commissie die belast zijn met leefmilieu, volksgezondheid en wetenschappelijk onderzoek, een reeks actieplannen. Het eerste plan loopt van 2004 tot 2010 en behandelt de ziektebeelden bij kinderen: 

  • ademhalingsproblemen, astma, allergieën;
  • problemen met de neurologische ontwikkeling;
  • kanker;
  • verstoringen van het endocriene stelsel.

 

Verschillende milieufactoren kunnen aan de basis liggen van deze ziektebeelden, of ze verergeren. Zware metalen, dioxines, PCB’s en endocriene storingsbronnen worden in dit opzicht nauwgezet bestudeerd.

Belgische experts van verschillende disciplines namen deel aan werkgroepen die een stand van zaken hebben opgemaakt rond verschillende problemen. Zij hebben aan de Commissie actievoorstellen gedaan.

Vanuit deze inspanningen stelde de commissie op de Conferentie van Boedapest haar actieplan (vol1) - (vol2) Milieu - Gezondheid 2004-2010 voor, met drie hoofdlijnen:

  • Beter begrijpen hoe de blootstelling aan het milieu de gezondheid beïnvloedt. De maatregelen bevatten het toezicht op parameters die betrekking hebben op de gezondheid, op het leefmilieu en op de verschillende manieren van blootstelling.

  • Onderzoeksactiviteiten stimuleren, vooral rond de vier prioritaire ziektebeelden, maar ook rond nieuwe vragen zoals de gevolgen van de klimaatswijziging op de gezondheid.

  • De politiek die leidt tot het inperken van de risico’s, nieuw leven inblazen en de communicatie erover verbeteren.

 

De betrokkenheid van België

  • De herverdeling van de bevoegdheden in België

    Volgens de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, ligt in België de kern van de milieubevoegdheden bij de drie Gewesten. Maar het federale niveau behoudt nog altijd een aantal belangrijke voorrechten.

    Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle heeft als opdracht de bevolking te beschermen tegen ioniserende straling.

    De FOD Tewerkstelling en arbeid beheert de controlemaatregelen op de bescherming van de werknemers.

    Het DG Leefmilieu spitst zijn activiteiten toe op de volgende domeinen:

    • geïntegreerd productbeleid;
    • vermindering van de uitstoot van broeikasgassen – dit in opvolging van de verplichtingen binnen het Kyoto-protocol;
    • beleid rond het commercialiseren van chemische producten, rond de preventie van het risico van niet-ioniserende straling (gsm) en rond geluidsoverlast;
    • inspectie op de commercialisering, de goedkeuring en het gebruik van chemische producten;
    • registratie van de controle op afvaltransporten;
    • coördinatie en implementatie van het internationale milieubeleid, zoals biodiversiteit;
    • bescherming van de Noordzee.

     

    De bijzondere wet van 8 augustus 1980 verdeelt de bevoegdheden voor volksgezondheid tussen de Gemeenschappen en de federale overheid. De Gemeenschappen zijn verantwoordelijk voor gezondheidsbevordering, inspectiediensten, het opsporen van infectieziekten en kanker, het verzamelen van gegevens over de volksgezondheid en het preventiebeleid - in bijzonder vaccinatie.

  • De federale overheid is bevoegd voor de andere aspecten van de gezondheidspolitiek. Het gaat hier dan om de ziekte- en invaliditeitsverzekering, de basisregels van de ziekenhuisfinanciering en de nationale preventiecampagnes.

    Op het terrein liggen de verhoudingen natuurlijk complexer. Enkele voorbeelden:

  • Vlaanderen heeft ervoor gekozen om Gemeenschap en Gewest samen te voegen.
  • De Franstalige Gemeenschap heeft een deel van zijn bevoegdheden overgedragen aan het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  • De Duitse Gemeenschap oefent alle bevoegdheden uit die voortvloeien uit de bijzondere wet betreffende gezondheid, maar het Waals Gewest is bevoegd voor leefmilieu.
  • Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werkt op zijn grondgebied met gemeenschapscommissies en voor andere aspecten met de Vlaamse en Franstalige Gemeenschap.
  • Sommige van de hierboven vermelde opdrachten zijn gedelegeerd naar andere niveaus, zoals naar de provincies of naar het Instituut voor Volksgezondheid, enz...

 

        De uitdagingen

België moet leven met deze institutionele realiteit. Voor een efficiënt beleid stellen zich 4 grote uitdagingen:

  1. Een coherent kader voor de acties

    Acties kunnen alleen effect hebben als ze gecoördineerd gebeuren en deel uitmaken van een coherent geheel. Het beslissingsniveau speelt daarbij geen rol. Een eerste stap in die richting vormt de oprichting van de Gemengde Interministeriële Commissie Leefmilieu-Gezondheid (GICLG). Deze Conferentie brengt de bevoegde ministers van de drie niveaus samen: federaal, Gewest en Gemeenschap. Op 10 december 2003 heeft de GICLG een samenwerkingsakkoord ondertekend dat het gecoördineerde beheer van het milieu- en gezondheidsbeleid beoogt. 

  2. Met één stem spreken op het internationale forum

    België moet met één stem spreken op de Europese en internationale fora. Het samenwerkingsakkoord van 10 december 2003 installeert een nationale cel milieu – gezondheid waar de bevoegde administraties een vertegenwoordiger hebben. De cel heeft de opdracht om de Belgische standpunten en projecten voor te bereiden en ze in te dienen bij het CCIM. 

  3. De actoren op de terreinen van leefmilieu en volksgezondheid samenbrengen 

    Het gebeurt nog te vaak dat leefmilieu en volksgezondheid zich elk beperken tot hun terrein. Deze twee sectoren vullen elkaar aan, maar toch spreken ze een verschillende taal en pakken ze de problemen op sterk verschillende wijze aan. Het is dan ook nodig om samenwerking te stimuleren en een reële synergie tussen beide sectoren op te bouwen.

  4. Contacten leggen met andere sectoren (vervoer, energie, economie, enz.) en samen handelen vanuit een visie die zich richt op duurzame ontwikkeling.

Luchtvervuiling is daar een treffend voorbeeld van. Efficiënte maatregelen voor milieu - gezondheid zijn alleen mogelijk als het vervoer- en energiebeleid mee worden betrokken bij de beoordeling van de voor- en nadelen van een eventuele actie op economisch, sociaal of milieuvlak.

 

  • Het nationale actieplan Milieu - Gezondheid (NEHAP)

    België staat dus voor een groot aantal uitdagingen. Het NEHAP biedt dan ook heel wat meer dan gewoon een invulling van de engagementen die ons land aanging in 1994. Het maakt een inventaris op van de wetenschappelijke gegevens die op dit ogenblik beschikbaar zijn rond de problematiek van leefmilieu en volksgezondheid. Het somt de maatregelen op die werden genomen op het niveau van de federale overheid, de gewesten en de gemeenschappen. Het maakt de balans op van de algemene situatie rond de verbanden milieu - gezondheid in België. Het stelt ook voor welke acties best eerst worden ondernomen en tekent een algemeen oriënterend kader voor alle betrokkenen.

De rode draad: 7 concrete adviezen 

NEHAP formuleert zeven aanbevelingen als leidraad voor het geheel van de acties naar het grote publiek.

  1. Een functionele samenwerking opstellen tussen de bestaande structuren voor leefmilieu en volksgezondheid.
    De eerste stappen zijn gezet: de aanvaarding van NEHAP, de handtekening onder het samenwerkingsakkoord en de installatie van samenwerkingsstructuren op de verschillende beleidsniveaus.
  2. Gegevensbanken aanleggen en beheren over de totaliteit van de aspecten milieu - gezondheid.
    Deze gegevens vormen de basis van elk openbaar beleid en zijn afhankelijk van de drie beleidsniveaus die het akkoord hebben ondertekend.
  3. Onderzoek prioritair toespitsen op de verbanden tussen leefmilieu en gezondheid.
    Daarbij is het belangrijk om eigen onderzoek te laten aansluiten op Europese en internationale projecten en waar nodig synergie te creëren.
  4. Een preventiebeleid voeren voor de verbanden tussen leefmilieu en gezondheid.
    Preventie is een basismethodiek voor de aanpak van de wederzijdse beïnvloeding van milieu en volksgezondheid.
  5. Een communicatiebeleid voeren rond de verbanden tussen leefmilieu en gezondheid.
    Het is van groot belang om de bezorgdheid van de bevolking opnieuw ter discussie te stellen op het juiste beslissingsniveau.
  6. Opleidingen en vormingssessies subsidiëren rond het thema milieu - gezondheid.
    Het is een uitdaging om ervoor te zorgen dat de leefmilieudimensie een onderdeel vormt van de opleiding van gezondheidswerkers.
  7. De bevolking sensibiliseren en opvoeden over de verbanden tussen leefmilieu en gezondheid.
    Het is de opdracht om de burgers, in de eerste plaats jongeren, op termijn zo ver te krijgen dat ze hun leefwijze veranderen (bijvoorbeeld kiezen voor andere transportmiddelen, hun privé-woning milieubewuster inrichten, enz.),

De partners in NEHAP werken zo op twee fronten:

  • Ze beslissen samen over gemeenschappelijke projecten die worden voorgesteld door de nationale cel. Ze zorgen samen voor de financiering en de realisatie in het kader van het samenwerkingsakkoord (b.v. een studie over de milieu-gezondheidsindicatoren). Het DG Leefmilieu speelt op dit niveau een centrale rol: het zorgt voor de internationale vertegenwoordiging en het federale secretariaat voor de cel.
  • Ze informeren elkaar over de projecten die ze realiseren in het kader van hun exclusieve bevoegdheden.

Zo heeft Vlaanderen een milieu-gezondheidsbeleid dat een antwoord biedt op de debatten die begin juni 2001 plaats hadden in het Vlaamse parlement.

Wallonië heeft een platform milieu - gezondheid geïnstalleerd dat een gewestelijk actieplan moet voorstellen.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt sinds 1999 over een contactpunt milieu - gezondheid dat ook een gewestelijk actieplan opstelt. 

In zijn vijfjarenprogramma (2004-2008) heeft de Franstalige Gemeenschap een prioriteit gemaakt van de promotie van een omgeving die gezondheidsbevorderend werkt.

Ook de federale overheid bleef niet bij de pakken zitten. Ze nam milieuaccenten op in de gezondheidsacties van het federale Plan voor Duurzame Ontwikkeling (2004-2008).

Samengevat: er komt schot in de zaak. Bovendien is dit maar een eerste overzicht van mogelijke acties in België. Trouwens: een surftocht langs de voorstellen van onze buurlanden in het kader van NEHAP loont zeker de moeite.

 

De betrokkenheid van de burger

 

De problematiek milieu - gezondheid is relatief nieuw, zeker voor de burgerbevolking. In België beginnen de burgers zich in elk geval te organiseren. Patiëntenverenigingen, buurtcomités en andere verenigingen stellen zich geleidelijk op als informatiekanalen, of als tussenschakel tussen de overheid, de experts en de burgers. De vakbonden winnen informatie in en spelen die door aan de werknemers. De bedrijfsfederaties laten ook hun stem horen.

De NGO’s schakelen zich, afhankelijk van het team, in internationale netwerken in. Zo leveren ze een actieve bijdrage tot de debatten die worden gevoerd in de WGO, in de Europese Unie en in België. Een voorbeeld? Verschillende Belgische NGO’s hebben meegewerkt aan de voorbereiding van het actieplan Milieu - Gezondheid 2004-2010 van de Europese Commissie.

Verschillende vertegenwoordigers uit de rangen van vakbonden en bedrijfsorganisaties hebben deelgenomen aan de Belgische delegatie van ministers op de Conferentie van Boedapest.

De Oproep van Parijs, die in mei 2004 werd gelanceerd door wetenschappers en artsen, reikt verder dan het kader waarin hij werd opgesteld. Vandaag sluit de hele samenleving zich aan bij deze oproep om de strijd aan te binden met alle mogelijke chemische bedreigingen voor de volksgezondheid.

De vakbonden, bedrijfsfederaties en NGO’s hebben deelgenomen aan het overleg rond het NEHAP. Ze hebben hun eigen standpunten ingediend of werkten mee aan adviescommissies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling.

In december 2003 organiseerden de partners binnen NEHAP een eerste ‘Belgische Dag Milieu - Gezondheid’. De Belgische hoofdrolspelers zaten er samen om de problematiek te bespreken. Binnenkort volgen de andere stappen in deze politiek van dialoog en uitwisseling van standpunten in de maatschappij.

  

Conclusies

De verbanden tussen leefmilieu en gezondheid vormen het onderwerp van discussie in de meeste beslissingscentra en dit ondanks de grote wetenschappelijke onzekerheid op heel wat domeinen. Iedereen moet dezelfde leidraad volgen - van internationaal tot lokaal niveau. Zelfs waar er geen wettelijke verplichting is, moeten deze verbanden de basis vormen van preventie- en herstelmaatregelen.

Ondanks het complexe institutionele kader en de uitdagingen die heel gevoelig liggen, blijft België niet bij de pakken zitten. Er werd een overlegmechanisme tussen de verschillende beleidsniveaus uitgewerkt dat zich buigt over de verbanden tussen leefmilieu en gezondheid. De eerste concrete maatregelen zien binnenkort het daglicht. Zij vormen slechts de eerste stappen in een proces dat de Belgische bevolking meer welzijn wil brengen. 

Document