De drie pijlers van het Verdrag van Aarhus vallen onder de bevoegdheid van de Europese Unie. Om die reden is de EU sinds 17 februari 2005 ook Partij geworden bij het Verdrag. De Europese wetgeving werd aangepast aan de bepalingen van het Verdrag. De toepassing van het Verdrag van Aarhus door de Europese Unie vinden we terug in twee soorten maatregelen:
- Maatregelen ten aanzien van de lidstaten van de EU
- Maatregelen die van toepassing zijn op de organen en instellingen van de EU
Maatregelen ten aanzien van de EU-lidstaten
Overzicht: welke teksten zijn van toepassing?
Pijlers van het Verdrag |
EU-richtlijnen |
Omzetting in Belgische wetgeving |
---|---|---|
Toegang tot informatie |
2003/4/EG van 28/01/2003 |
Van kracht op 14/02/2005 |
Inspraak van het publiek |
2003/35/EG van 26/05/2003 |
Van kracht op 25/06/2005 |
Toegang tot de rechter |
Voorstel van Richtlijn van de Europese Commissie COM (2003) 624: teruggetrokken door de Europese Commissie op 21 mei 2014 (zie http://ec.europa.eu/environment/aarhus/legislation.htm) |
|
-
In detail: het recht op informatie
De eerste pijler van het Verdrag (toegang tot milieu-informatie: artikels 4, 5 en 9.1) werd in het Europese recht omgezet via Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003. Meer info:
-
De rapporten (2009) over de toepassing van Richtlijn 2003/4/EG in België:
Federale overheid, Brussels Gewest, Vlaams Gewest, Waals Gewest (FR)
-
-
In detail: inspraak van het publiek bij de besluitvorming
Inspraak van het publiek bij de voorbereiding van milieuplannen en -programma’s.
De tweede pijler van het Verdrag (inspraak van het publiek bij de besluitvorming: artikels 6, 7 en 9.2) werd in het Europese recht omgezet via Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003. De Richtlijn, die momenteel van toepassing is, implementeert de gehele pijler van Aarhus inzake de inspraak van het publiek bij de besluitvorming.-
Het relevante artikel in het Verdrag (art. 7) werd omgezet in art. 2 van de EU-Richtlijn.
Inspraak van het publiek bij de milieueffectbeoordeling van bepaalde projecten. Deze milieueffectbeoordeling moet gebeuren vóór de vergunning aan de projecten wordt verleend.
-
Het relevante artikel in het Verdrag (art. 6) werd omgezet in art. 3 van de EU-Richtlijn.
-
De omzetting van het Verdrag in Europese wetgeving leidde overigens tot een wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten.
Inspraak van het publiek bij de administratieve procedures met het oog op de vergunning van een aantal industriële activiteiten.
-
Het relevante artikel in het Verdrag (art. 6) werd omgezet in art. 4 van de EU-Richtlijn. De omzetting van het Verdrag in Europese wetgeving leidde overigens tot een wijziging in Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging.
Meer informatie:
-
-
In detail: toegang tot de rechter
In 2003 vormde de derde pijler van het Verdrag (toegang tot de rechter: artikel 9.3) het voorwerp van een voorstel van een Richtlijn uitgaande van de Europese Commissie (COM (2003) 624). In 2014 heeft de Commissie dit voorstel teruggetrokken. Ze onderzoekt nu hoe ze dit aspect van het Verdrag het beste kan behandelen.
Meer informatie:Maatregelen van toepassing op de organen en instellingen van de EU
Een ontwerp van Verordening omtrent de toepassing van het Verdrag op de instellingen en organen van de Europese Unie vormde in mei 2006 het voorwerp van een akkoord tussen de Raad, de Commissie en het Europees Parlement. De Verordening trad in werking op 28 september 2006. Volgens deze Verordening moeten alle Europese instellingen – naar het voorbeeld van de Europese lidstaten – de bepalingen van het Verdag van Aarhus over de toegang tot informatie, de inspraak van het publiek bij de besluitvorming en de toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden toepassen. Niet alleen de Raad, het Parlement en de Commissie zijn betrokken partijen, ook de andere instellingen (zoals de Europese Investeringsbank) en ondergeschikte organen (zoals het Europees Milieuagentschap, het Agentschap voor Voedselveiligheid,…) worden hierbij betrokken.
Meer informatie: