België is een land met complexe institutionele mechanismen. 
 
In ons land zijn de milieubevoegdheden verdeeld tussen de federale overheid en de gewesten. Zo staat de federale overheid , meer bepaald het DG Leefmilieu, in voor de thema’s die behoren tot zijn exclusieve bevoegdheid. Voor de coherente uitvoering van de gemeenschappelijke bevoegheden, werkt het DG samen met de gewesten.
Om milieuthema’s coherent aan te pakken in België, is overleg nodig.  De Interministeriële Conferentie Leefmilieu (ICL) werd opgericht opdat de betrokken federale, gemeenschaps- en gewestregeringen milieubeslissingen in overleg kunnen nemen.  
 
Veel milieuproblemen zijn echter niet gebonden aan onze nationale grenzen. Tot 80% van het nationale milieubeleid komt dan ook tot stand op internationaal of Europees niveau. Omdat de milieubevoegdheden in België verspreid zijn, is het belangrijk dat de verschillende bevoegde instanties samenwerken en één stem laten horen op de internationale scène. De federale overheid is belast met het beheer van de coördinatie van het internationaal milieubeleid. Dit gebeurt in samenwerking met de gewesten. De federale overheid speelt dus een essentiële rol: hij staat in voor het inzamelen en bundelen van de standpunten van de verschillende overheidsactoren om een eensgezind Belgisch standpunt te verdedigen bij de Europese Unie of de internationale organisaties.

Het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (CCIM) is het orgaan dat zorgt voor de coherentie van het internationale milieubeleid van de Belgische overheid en de verschillende deelstaten. Het Comité bepaalt bijvoorbeeld de samenstelling van de Belgische delegatie bij de Conferenties van de Partijen bij bepaalde verdragen (COP's Klimaat, Biodiversiteit, CITES, enz.) of internationale organisaties.
 
De werkgeversfederaties, de vakbonden en de milieu-ngo’s worden geraadpleegd tijdens het uitwerken van de verschillende milieumaatregelen die genomen worden door de federale overheid.